Onkruid bestaat niet

Paardenbloem, brandnetel, look-zonder-look of het immer woekerende zevenblad. Onkruid? Wij trokken op kruidenarrangement naar de Vlaamse Ardennen en ontdekten de culinaire en medicinale troeven van wilde plantjes.

Elke streek heeft zijn typische kruidenboeket maar in de Vlaamse Ardennen zijn ze op dat vlak meer dan royaal bediend door moeder natuur. De groene heuvelachtige regio, vooral bekend als decor van de Ronde van Vlaanderen, is de voedingsbodem voor een rijk kruidenpalet: van alledaagse soorten tot zeldzame en zelfs ronduit unieke wilde planten. In de streek zijn verschillende kruidenwandelingen uitgestippeld. Een handige pocketgids wijst je onderweg exact aan waar je waardevolle plantjes kan aantreffen.

Slijmoplosser

“De wilde plantencultuur raakt stilaan weer in zwang en dat is een goede zaak”, weet Els Vanfleteren, gastvrouw van B&B De Notelaar en een dame die van vele markten thuis is. Als herboriste, aromatherapeute, chef-kok en diëtiste is ze de gedroomde gids voor een kruidige verkenning. “Heel wat courante onkruiden smaken verrassend lekker. Bovendien zijn ze bijna altijd voorhanden, kan je ze gratis plukken – met uitzondering van enkele beschermde soorten – en is het ecologisch verantwoord want je maakt pesticiden overbodig. Wilde kruiden barsten vaak van vitaminen, mineralen en antioxidanten. Sommigen fungeren zelfs als natuurlijk antibioticum.”

Els kreeg de kruidenliefde van jongs af mee. Haar grootmoeder had voor elke ziekte wel een passend kruid bij de hand. “Vliersiroop was bijvoorbeeld een klassieker bij verkoudheden of luchtwegproblemen. Want vlier is een slijmoplosser en verhoogt de weerstand. Die kennis over kruiden was vroeger vanzelfsprekend en werd over de generaties doorgegeven. Vandaag zijn we dat kwijtgespeeld. De wilde kruiden zijn aan herontdekking toe. Maar werken met wilde kruiden mag je niet lukraak doen. Bepaalde planten hebben vileine lookalikes. Je moet goed weten hoe je de nuttige van soms giftige dubbelgangers kan onderscheiden.”

Enkele spelregels

Wilde kruiden plukken en meteen proeven is geen goed idee. “De kans bestaat altijd dat er eitjes van de vossenlintworm op zitten. Wilde kruiden en zelfgeplukte bessen grondig wassen voor consumptie of een minuutje laten koken is een must. Om dezelfde reden pluk je best wilde bessen die hoger hangen dan 50 cm.”

De beste plukperiode voor kruiden is het voorjaar. Van de meeste planten smaken de jonge blaadjes het lekkerst. Pluk ze voor de bloemen ontluiken.

Pluk enkel de bovengrondse delen. Laat de rest zitten zodat het wilde kruid opnieuw kan aangroeien.

Eetbare bloemen zoals de Oost-Indische kers, met zijn pittige radijssmaak, de bloem van de hondsdraf of de goudsbloem, oogst je beter op een zonnige ochtend. Dan staan ze net open en zijn ze nog rijk aan nectar. De kleurrijke bloemblaadjes zijn ook ideaal als finishing touch voor toastjes, dipsauzen of salades.

Brandnetels plukken zonder je te prikken, kan door de plant langs onder te vast te nemen, met de richting van de netelharen mee. Of trek even een handschoen aan. Ben je toch geneteld, bestrijd de jeuk dan door met een blaadje hondsdraf over die plek te wrijven. Dat plantje groeit bijna altijd in de buurt van brandnetels.

Pluk geen beschermde soorten zoals de daslook. Deze wilde plant zelf kweken mag wel. Hij smaakt naar knoflook zonder dat de geur ervan na het eten blijft hangen. Bij pesto, salades, in sauzen...

KARI VAN HOORICK

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content