Oma heeft de baby blues

Binnenkort word je grootouder! Daar heb je altijd al naar uitgekeken. Waarom dan die twijfel, die angst, dat gevoel dat er iets niet klopt? Als we de clichés even laten varen, blijkt oma of opa worden heus niet altijd vanzelfsprekend.

Lange tijd beschouwde onze samenleving het moederschap als een volkomen natuurlijke (denk maar aan het moederinstinct) en tegelijk overheerlijke ervaring. Vandaag durft men daar anders over te denken: een baby krijgen gaat je niet in de koude kleren zitten. Natuurlijk is het een bron van immens geluk, maar ook een moment van stress en angst. Soms is het een regelrechte beproeving voor het koppel, een aanslag op het vrouwzijn. De babyblues – een fenomeen dat vroeger werd doodgezwegen – is niet langer een taboe. Meer dan één vrouw voelt zich na de bevalling verdrietig en heeft de indruk niet opgewassen te zijn tegen de situatie. Wat niet betekent dat ze een slechte moeder is.

Vandaag worden deze tegengestelde gevoelens, hoe delicaat ze ook liggen, beter aanvaard. Er komen barstjes in het laagje vernis en dat is maar goed ook. Maar wie durft er te praten over zijn ontreddering wanneer hij/zij van de ene op de andere dag in een grootouderrol wordt geduwd? Welke vrouw van 50 durft aan haar kinderen op te biechten dat binnenkort met oma te worden aangesproken haar ergste nachtmerrie is? Welke grootmoeder durft toe te geven dat ze niet goed weet hoe ze met die baby, die de hare niet is, moet omgaan? Is de oma met babyblues het allerlaatste familietaboe?

Premature grootouders

“Er is toch wel een groot verschil”, relativeert klinisch psychologe Marie-Claude Mietkiewicz. “Een vrouw met babyblues beseft dat ze triest is terwijl ze eigenlijk gelukkig zou moeten zijn, want ze heeft die baby zelf gewild. Bij grootouders ligt dat anders: hun mening werd nooit gevraagd. Ze gaan dus minder gebukt onder dat dilemma.”

Maar net zoals kersverse mama’s zich maar zelden vereenzelvigen met het idyllische beeld dat de meeste tijdschriften van het moederschap ophangen, herkennen ook grootouders zich vaak niet in de spiegel die de samenleving hen voorhoudt. Logisch: nooit eerder werd het grootouderschap zo opgehemeld. “Men is geneigd om grootouders te idealiseren en er – wellicht ten onrechte – vanuit te gaan dat ze er wel inrollen, dat alles vanzelf in de plooi valt. Op basis van ons onderzoekswerk durven wij te stellen dat de realiteit net iets minder rooskleurig is”, beaamt Marie-Claude Miet – kiewicz.

De voorbije 20 jaar verschenen er talloze boeken die je leren hoe je grootouder moet worden. Voor de reclamejongens zijn grootouders een gedroomd doelwit: altijd bereid om hun portemonnee open te trekken om aan het beeld van de coole maar op-mij-kan-je-rekenen opa en oma te beantwoorden. Maar dan moet je je wel klaar voelen om aan dat nieuwe hoofdstuk te beginnen. “Sommigen – ik noem ze premature grootouders – zien het niet zitten om oma of opa te worden. Ze voelen zich te jong of hebben een totaal voorbijgestreefd beeld van het grootouderschap. Ze denken terug aan hun eigen grootouders en hebben absoluut geen zin om op hen te lijken!” licht Marie-Claude Mietkiewicz toe. Hun reactie op het grootouderschap is dan ook ontkenning, boosheid, onverschilligheid...

Als het ‘goede nieuws’ lauw wordt onthaald, is dat voor de kinderen vaak behoorlijk pijnlijk. “Toen ik aankondigde dat ik zwanger was, reageerde mijn moeder gewoonweg niet”, vertelt de 35-jarige Héloïse. “Ze ging naar de keuken en deed verder met haar werk. Ik vroeg haar of ze me wel had gehoord. Ze antwoordde heel kalm: ja, ja, ik ben nog niet doof!” Doof als een oud besje? Het is een verhaal waar psychologen van zouden smullen.

Noem me vooral geen oma!

Het goede nieuws is dat de moeder van Héloïse wellicht allesbehalve een suffe bomma met grijs haar is. Vandaag is alles anders. Dankzij de cosmetica, de mode, de sport, hun manier van leven en vooral hun honger naar zelfontplooiing, hebben grootouders letterlijk een verjongingskuur ondergaan! Veel oma’s van 60 of 70 jaar zijn aantrekkelijke vrouwen met een drukke agenda en, waarom ook niet, amoureuze avontuurtjes.

De tijd dat grootmoeder een aseksueel wezen was, ligt ver achter ons. Nu echtscheidingen op elke leeftijd legio zijn, is een zestiger die aan een nieuw leven begint geen zeldzaamheid meer. Of je nu een relatie hebt dan wel single bent, flirten blijft belangrijk! “Lange tijd leefde de idee dat een vrouw die grootmoeder werd, niet meer aantrekkelijk was. Vandaag is iedereen het erover eens dat het vrouwzijn niet stopt bij de menopauze. Een vrouw heeft nu het recht om én grootmoeder én aantrekkelijk te zijn!”, reageert Marie-Claude Mietkiewicz.

Dat het tegenwoordig moeilijker is dan vroeger om de rol van grootouder op te nemen, komt vooral doordat de familiekaarten volledig anders liggen. De stijgende levensverwachting zorgt ervoor dat we vandaag grootouder worden onder het oog van onze eigen ouders. “Voor het eerst bevinden de meeste grootouders zich in deze situatie”, merkt Marie-Claude Mietkiewicz op. “Er zijn in de familie nu mensen die nóg ouder en nóg brozer zijn. In zekere zin beletten ze de kersverse grootouders om hun plaats in te nemen. Ik hoor veel vrouwen van 60 zeggen: niet ik, maar mijn moeder is de echte grootmoeder.”

Die spanningen zijn voelbaar in de koosnaampjes die grootouders vandaag krijgen: oma, meme en bompa van weleer hebben plaats gemaakt voor granny, bonnie en daddy. “Het is begrijpelijk dat een vrouw niet op dezelfde manier wil worden aangesproken als haar moeder of grootmoeder”, reageert de psychologe. “Maar het is vreemd dat we geen specifieke koosnaam hebben voor de overgrootouders. Als ik mijn moeder ‘mama’ noem, dan spreken mijn kinderen haar uiteraard niet met ‘mama’ aan. Maar als ik mijn grootmoeder met ‘bomma’ aanspreek, dan doen mijn kinderen dat ook! Het bewijs dat we cultureel nog niet in het reine zijn met de situatie.” In het Spaans en het Italiaans is er wel een specifieke term voor de overgrootouders: bisabuelo en bisabuela, bisnonno en bisnonna. Bij ons behoudt de overgrootouder zijn/haar ’titel’ en komt de grootouder dus tussen twee vuren te zitten.

De juiste afstand

Veel grootouders in spe zijn trouwens bang voor de toekomst omdat ze bewust of onbewust vinden dat hun eigen kinderen niet klaar zijn voor het ouderschap. “Ik had een vaste relatie en was net 30 geworden, toen ik met mijn moeder sprak over onze plannen om aan kinderen te beginnen. Ze stond op van tafel en zei: ah, neen, dat ga je me toch niet aandoen, niet nu! Ik vond dat behoorlijk heftig”, vertelt de inmiddels 33-jarige Clothilde.

Volgens Marie-Claude Mietkiewicz bestaat het risico dat er dan generatieverwarring ontstaat. “Sommige grootouders zijn ervan overtuigd dat hun kinderen niet in staat zijn om voor een baby te zorgen”, legt ze uit. “Ze hebben de indruk dat die baby niet veilig zal zijn en zullen hem als hun eigen benjamin beschouwen.” Ze zijn er overdreven mee bezig, ook al omdat die baby inhoud geeft aan een leven dat, nu ze met pensioen zijn en de eigen kinderen het nest hebben verlaten, eenzamer is dan vroeger.

Dé uitdaging voor grootouders bestaat er dus in hun plaats te kennen. “Toen mijn schoonmoeder op bezoek kwam in de kraamkliniek, gunde ze me geen blik. Ze stortte zich meteen op mijn dochtertje en riep: kom eens hier, mijn kindje!”, vertelt de 28-jarige Elise. Elke grootouder kan een dergelijke flater begaan. Maar rond een wiegje komen ook tal van verzoeningen tot stand: “Soms beseft men dat dit de gedroomde gelegenheid is om, ook al was men lange tijd wat van elkaar vervreemd, de banden opnieuw aan te halen”, aldus nog Marie-Claude Mietkiewicz.

Julie Luong

Een vrouw heeft nu het recht om én grootmoeder én aantrekkelijk te zijn!

Vandaag worden we grootouder onder het oog van onze eigen ouders.

Partner Content