Nuttige insecten verdwijnen, plaagsoorten verschijnen

Onze tuinen tellen almaar minder nuttige inheemse insecten, terwijl invasieve exoten oprukken. Een trend die de komende jaren zal toenemen door de globalisering en de klimaatverandering.

Wat is er aan de hand met onze insecten? Wie regelmatig parken bezoekt of tuiniert, zal het al gemerkt hebben. Hun aantal is stevig op zijn retour. “Een fenomeen dat zowat alle insectengroepen treft en dat je niet door één oorzaak kan verklaren”, schetst Patrick Grootaert, diensthoofd entomologie bij het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, de situatie.

De klimaatverandering maakt dat steeds meer warmteminnende soorten vanuit het zuiden opschuiven naar onze tuinen, terwijl een aantal inheemse insecten koelere oorden opzoeken. “Een opvallend voorbeeld daarvan is de hoornaar. Deze grote wespensoort die kwalijke prikken kan uitdelen, was enkele decennia geleden quasi verdwenen. Sinds de jaren 1990 heeft ze zich opnieuw in heel het land genesteld dankzij de zachtere, meer wisselvallige winters. De minder stabiele seizoenen met latere of minder strenge vorstperioden maken ook dat de wespen bij ons veel langer actief blijven en dat hun populatie uitbreidt.”

Tijgermug

Parallel met de klimaatverandering zet de globalisering, waarbij goederen en mensen de hele wereld afreizen, onze tuinpoorten wagenwijd open voor heel wat invasieve, agressieve soorten. Het verhaal van de tijgermug maakt dat duidelijk. “Deze Aziatische mug is in grote delen van het Middellandse Zeegebied, Zuid-Frankrijk, Italië, Griekenland uitgegroeid tot een ware plaag”, vertelt professor Marc Coosemans van het Instituut Tropische Geneeskunde, die de verspreiding van deze muggensoort opvolgt. “De tijgermuggen duiken ook vaker op in meer noordelijke landen, zoals Nederland.

In België blijft het voorlopig bij enkele sporadische vondsten. Meestal reizen de muggen onder de vorm van eitjes mee met autobanden die via de havens binnenkomen, of via tropische sierplanten zoals lucky bamboo.” Overwinteren bij ons lukt de tijgermuggen voorlopig nog niet. Maar dat kan veranderen van zodra de temperaturen verder stijgen.

In Zuid-Frankrijk nemen ze de bestrijding van de tijgermug alvast ernstig. “Deze mug is immers een potentiële verspreider van ziekten als dengue (knokkelkoorts) en chikungunya. In Italië heeft dat al tot een epidemie geleid. Toeristen, en zeker kinderen, kunnen ook feller reageren op de prikken (met grote zwellingen) omdat ze dit type muggen niet gewend zijn. Elk contact met een nieuwe muggensoort leidt tot een hevige reactie. Het zijn de tijgermugvrouwtjes die steken – altijd overdag. Andere muggensoorten zijn ’s nachts actief. Zij hebben een bloeddosis nodig om hun eitjes te kunnen uitbroeden. Van zodra ze in contact komen met water komen de eitjes uit en transformeren ze in enkele dagen tot muggen.”

Japanse mug

Een andere invasieve mug, de Japanse, is er wel al in geslaagd om hier te overwinteren. Voorlopig zijn er alleen broedplaatsen gespot in de buurt van Namen en wordt hun activiteit gemonitord. Want ook dit is een potentiële overbrenger van tropische ziekten. “Muggen zijn eigenlijk de meest dodelijke dieren ter wereld, precies omdat ze zoveel virussen en andere ziekten kunnen overdragen. Dat geldt ook voor onze inheemse muggen. Die zijn uitzonderlijk in staat om mensen met malaria of het West-Nijlvirus te besmetten. Dat gebeurt wanneer ze eerst bloed zuigen bij een besmette persoon en vervolgens iemand anders prikken”, weet Coosemans.

Fruitvliegje en boktor

“We mogen nog meer ongewenste invasieve soorten verwachten”, benadrukt Patrick Grootaert. “De meesten verzeilen hier via boten of vrachtwagens en slagen erin zich aan te passen aan het klimaat. Dat is onder meer het geval met een kleine Aziatische nachtvlinder die een kaalslag aanricht onder onze wilde kastanjes. Nog vanuit Azië zijn er ook al enkele boktorsoorten opgedoken die hun tanden niet in dood maar levend hout zetten en zo een bedreiging vormen voor bomen. Om dat in de gaten te houden, worden een aantal bossen gemonitord. Een andere kwaaie klant is het Japanse Suzuki-fruitvliegje. Dat heeft via fruittransporten de weg naar onze contreien gevonden en is in een mum van tijd in aantal geëxplodeerd. Dit vliegje heeft het gemunt op onrijp fruit zoals kersen en belooft de komende jaren uit te groeien tot een grote plaag in boomgaarden.”

Aziatische lieveheersbeestje

Sommige invasieve soorten zijn zelfs taai genoeg om inheemse soortgenoten te verdringen en zich te ontpoppen tot de overheersende soort. “Het Aziatische lieveheersbeestje, dat oorspronkelijk was ingevoerd als bondgenoot om op een natuurlijke manier de bladluizen op kamer- en tuinplanten aan te pakken, is zo’n ondankbare gast”, vertelt Wim Veraghtert van Natuurpunt. “Dit Chinese kevertje verorbert ook de larven van onze kleinere inheemse lieveheersbeestjes. Deze exoot verdrukt de inheemse soorten en is nu al het tweede meest voorkomende lieveheersbeestje. Aziatische lieveheersbeestjes zijn groter, hebben verschillende kleuren, zowel zwart als oranjerood, en tellen zo’n 18 stippen. Zij durven ook mensen bijten, vooral in het najaar.”

Mobiele hommels

Het opschuiven van insectengroepen die andere biotopen opzoeken is iets wat zich volgens experten vroeger ook wel voordeed. “Maar vandaag wordt dat versterkt door nieuwe fenomenen zoals de globalisering, de opwarming en de milieuvervuiling”, legt Patrick Grootaert uit. “We creëren daardoor milieus waar steeds meer nuttige insecten zoals bijen uit wegtrekken terwijl ongewenste types zoals muggen en wespen steeds beter gedijen en voor overlast zorgen.”

Het massaal verdwijnen van verschillende bijensoorten en hommels heeft ook gevolgen voor ons. “Deze beestjes zijn belangrijke bestuivers van fruitbomen en bloemen. In heel wat serres schakelen ze vandaag al noodgedwongen mobiele hommel- en bijenkolonies in, die speciaal gekweekt worden om fruit te bestuiven. Een ecologische dienstverlening die vroeger helemaal gratis was.”

KARI VAN HOORICK

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content