Nieuwe diagnoses, nieuwe therapieën!

Tot voor kort veroorzaakte reumatoïde polyartritis zeer invaliderende misvormingen van de gewrichten. Tegenwoordig bestaan er nieuwe methodes om de ziekte vast te stellen én nieuwe therapieën om er iets aan te doen! De patiënt kan nu een goede levenskwaliteit behouden.

Tot voor kort kon je niet anders dan reumatoïde polyartritis een soort handicap te noemen, vooral wanneer de ziekte de handen, voeten, schouders, ellebogen of enkels van de patiënt aangetast en misvormd had. Probeer maar eens je veters te knopen of een document te ondertekenen met misvormde handgewrichten... Eén patiënt op de twee kon zijn job niet meer uitoefenen. Gelukkig is de behandeling intussen spectaculair verbeterd. De arts kan niet alleen de pijn verzachten, maar ook de voortgang van de ziekte trachten af te remmen en ze (een beetje) terugdringen.

“Veel mensen denken dat polyartritis leeftijdsgebonden is, maar dat is niet zo”, zegt prof. Patrick Durez, reumatoloog in het Universitair ziekenhuis Saint-Luc in Brussel. “Polyartritis is een ontstekingsziekte! Hoewel de gemiddelde leeftijd van onze patiënten ongeveer 50 jaar bedraagt, kan de ziekte op elke leeftijd de kop opsteken, zelfs bij kinderen jonger dan 15 jaar. Polyartritis is ook een auto-immuunziekte. In plaats van het lichaam te beschermen tegen externe aanvallen, tast het immuunsysteem de ge-wrichten aan. Dit veroorzaakt een ontsteking van het synoviaal vlies, zeg maar: de wand van het gewricht. Deze gewrichtsontsteking (synovitis) leidt tot de geleidelijke vernietiging van het gewricht. Polyartritis is dus een chronische en progressieve ziekte met soms zeer agressieve aanvallen.”

De gewrichten die het vaakst getroffen worden, zijn de handen en voeten, waarbij meestal beide kanten aangetast zijn. “Maar de ernst van de ziekte verschilt sterk van patiënt tot patiënt. Bij sommigen kunnen 40 gewrichten getroffen zijn, bij anderen maar 5 of 6.”

Geen precieze oorzaak, wél drie factoren

Voor polyartritis is (nog) geen precieze oorzaak gekend. Wel zijn er drie factoren die aanleiding zouden kunnen geven tot de ziekte. “Er is een omgevingsfactor (de aanwezigheid van een virus of antigeen dat voorlopig onbekend is), een genetische factor (hoewel het geen genetische ziekte is) en de aanwezigheid van een bijzonder reactief immuunsysteem. Je kunt het een beetje vergelijken met het kweken van een plant, waarvoor je een vruchtbare bodem, meststoffen en specifieke kweekomstandigheden nodig hebt.”

Bijna 1% van de bevolking lijdt aan polyartritis, waarbij vrouwen drie keer meer getroffen worden dan mannen. “Bij de vrouwen stellen we twee periodes vast waarin ze kwetsbaarder zijn voor de ziekte dan anders: na de eerste zwangerschap en na de menopauze. Of er een hormonale factor in het spel is, kunnen we nog niet met zekerheid zeggen. We weten wel dat de ziekte niet veroorzaakt wordt door één enkel hormoon.”

Pijn en stijfheid

De eerste symptomen van de ziekte zijn gewrichtspijn in de loop van de ochtend en stijfheid. “De patiënt komt maar moeilijk op gang na het ontwaken en de gewrichten beginnen op te zwellen en te vervormen”, legt prof. Durez uit. “Deze symptomen doen denken aan andere kraakbeen-aandoeningen, zoals artrose, of andere ontstekingsziekten die verwant zijn met polyartritis. Het is dan ook belangrijk zo snel mogelijk uw huis-arts en/of een reumatoloog te raadplegen zodat deze een precieze diagnose kan stellen en de ziekte kan evalueren. Want we weten dat een vroegtijdige behandeling essentieel is. Hoe sneller we de ziekte opsporen, hoe sneller we de gewrichten kunnen beschermen en de pijn verzachten. Voor-al tijdens de eerste twee jaar worden de gewrichten aangetast.”

Polyartritis uit zich hoofdzakelijk in een chronische gewrichtspijn. “Bovendien is de stijfheid zeer invaliderend. De patiënt kan dagelijkse bewegingen almaar moeilijker uitvoeren. Het risico bestaat dus dat de zieke een functionele impotentie ontwikkelt, die afhankelijk zal zijn van het ont-stekingsniveau en van de gewrichtsmisvorming. Met behulp van vragenlijsten kunnen we de impact van de ziekte juist inschatten.”

Eén van de minder evidente symptomen van polyartritis is vermoeid-heid. “We stellen soms ook ontmoediging, angst en depressie vast, wanneer de patiënt beseft dat er geen volledige genezing mogelijk is. Bovendien is de ziekte niet zichtbaar. Niemand uit je omgeving merkt dat je gewrichtspijn hebt. Dat maakt het extra zwaar.”

Een diagnose in meerdere punten

De diagnose wordt gesteld volgens een aantal criteria. “In de eerste plaats moet de voorgeschiedenis van de patiënt gekend zijn om te zien welke de ontwikkeling van de klachten is. Daarna volgt een klinisch onderzoek. Het aantal pijnlijke en gezwollen ge-wrichten wordt geteld en de structuren errond (pezen, ligamenten,...) onderzocht. Er wordt ook een systemisch onderzoek uitgevoerd want polyartritis kan bij de zware gevallen gepaard gaan met symptomen buiten de gewrichten, bijvoorbeeld in de longen, de ogen, het hart en de bloedvaten. Via een bloedproef kunnen de biologische ontstekingsstoffen en de auto-antilichamen bestudeerd worden (de reumatoïde factor en gecitrullineerde antipeptide antilichamen). Als de ziekte al wat verder gevorderd is, wordt een radiografie nodig om de ontstekingssymptomen en de gewrichtsmisvormingen te onderzoeken. Bij het begin van de ontsteking zijn deze echter nog niet zichtbaar op een radiografie. Daarom is het zo belangrijk bij de diagnose dat de patiënt duidelijk zegt wat hij voelt.

Polyartritis kan alleen maar behandeld worden als de patiënt en de arts perfect samenwerken.”

Elke patiënt zijn therapie

Het is zeer belangrijk dat de behandeling aangepast wordt aan de patiënt, want polyartritis uit zich niet bij iedereen op dezelfde manier. “Het is inderdaad een heterogene ziekte. Het is dus belangrijk dat de intensiteit en de manier waarop de ziekte zich ontwikkelt, exact bepaald worden. Bovendien mag niet meteen een te intensieve behandeling gestart worden als dat niet nodig is. Intensieve behandelingen zijn bestemd voor de zwaardere vormen, wanneer de ont-steking permanent is geworden en er vroegtijdig gewrichtsmisvorming kan optreden.”

Uiteraard krijgt de patiënt van zijn arts algemeen advies, bijvoorbeeld over welke hulpmiddelen hij kan gebruiken, bij welke verenigingen hij informatie en steun kan vinden, waar hij andere patiënten kan ontmoeten om over de ziekte te praten,... “We raden soms ook psychologische bij-stand aan. Chirurgie wordt vooral toegepast op patiënten die een late diagnose kregen, op een ogenblik dat het gewricht al beschadigd is. Als de behandeling de pijn kan verzachten, de ontsteking kan stoppen, de levenskwaliteit kan herstellen en de radiologische ontwikkeling kan voorkomen, spreken we van remissie. Dan heeft de patiënt een normale levens-kwaliteit, kan hij/zij een job uitoefenen, sport beoefenen en zo meer.”

De behandeling zelf bestaat uit meerdere onderdelen:

n symptomatische behandeling: de pijn wordt verzacht met pijnstillers, ontstekingsremmers of cortisone (in lage dosissen – voor de zwaardere gevallen).

n basisbehandeling: het meest gebruikte geneesmiddel om de ziekte af te remmen, is Methotrexate, al dan niet gecombineerd met andere middelen. Als de patiënt niet goed op de behandeling reageert, wordt ze uiteraard aangepast.

n injecties: in de gewrichten kunnen corticoïden geïnjecteerd worden. Zij werken snel in op de ontsteking en op de pijn. Patiënten mogen echter maximaal 3 tot 4 keer per jaar geïnjecteerd worden.

n revalidatie: wanneer de ziekte stabiel is, kan de patiënt een echt functionele revalidatie gaan volgen. De bedoeling daarvan is nieuwe misvormingen te voorkomen, de gewrichten beweeglijk te houden en stijfheid te vermijden.

Nieuwe biologische geneesmiddelen

Zeer recent ontwikkelde geneesmiddelen werken rechtstreeks in op het immuunsysteem. Meer bepaald stoppen zij de proteïne (of de andere cel) die de extreme immuunreactie in de gewrichten (mede) veroorzaakt. Maar de situatie bij verschillende patiënten is nooit helemaal dezelfde. “Zo wordt bij sommige zieken de ontstekingscytokine TNF overvloedig afgescheiden. De geneesmiddelen die we dan inzetten (anti-TNF-medicatie) gaan dan de aanwezigheid van deze stof in de gewrichten verminderen.”

Mogen we deze biologische behandelingen wondermiddeltjes noemen? Nog niet. Net als de geneesmiddelen voor de basisbehandeling, gaan ze gepaard met soms zware nevenwerkingen doordat ze de immuniteit van de patiënt veranderen. Aangezien elk van deze geneesmiddelen een heel precieze invloed heeft op het immuunsysteem, is het altijd afwachten welk efficiënt is voor een bepaalde patiënt. “Ik hoop dat we ooit de betrokken genen of proteïnen bij de activering van het immuunsysteem zullen kunnen identificeren zodat we de behandeling meteen precies kunnen afstemmen op de noden van elke individuele patiënt. Op die manier zal hij dan ongetwijfeld ook beter reageren op de behandeling zelf”, stelt prof. Durez.

Voorlopig worden de nieuwe geneesmiddelen overigens alleen voorgeschreven voor ernstig zieken die onvoldoende reageren op de basisbehandeling. “Het zijn gespecialiseerdere behandelingen die alleen of in combinatie met Methotrexate toegepast worden. Ze zijn efficiënt want 70 tot 80% van de patiënten reageert er positief op, maar ze zijn ook uitzonderlijk duur: ze kosten de patiënt 15.000 tot 20.000 euro per jaar. En dit terwijl ze enkel onder bepaalde voorwaarden worden terugbetaald!”

Een wereld van verschil tussen vroeger en nu

“Er is een wereld van verschil tussen wat we 20 jaar geleden konden, en wat we nu kunnen”, benadrukt prof. Durez. “Tegenwoordig kunnen we de voortgang van de ziekte echt afremmen en de aanpak is intensiever geworden. Zo geven we nu vanaf het begin een hoger gedoseerde behan- deling. We hebben goede hoop dat we na een behandeling van zes maanden tot een jaar een groot aantal zieken op een bijna normaal activiteitenniveau kunnen houden.”

Mogen we ook hopen op een volledige genezing? “Neen, voorlopig kunnen we enkel hopen op remissie, wat al niet slecht is in vergelijking met vroeger. Eén patiënt op de twee gaat nu al in remissie. Dit wil zeggen dat de ziekte zich niet verder ontwikkelt én dat de patiënt bijna geen pijn of ontstekingen meer heeft. Maar ook in remissie zetten we de behandeling voort, zij het dan soms in een lagere dosis.”

De uitdagingen voor de toekomst zijn duidelijk: de neveneffecten van de behandeling verminderen, sneller ontdekken welk geneesmiddel het efficiëntst is voor een bepaalde patiënt, en een vroegtijdige en langdurige remissie zonder geneesmiddelen mogelijk maken. “Maar zover zijn we nog niet. Het immuunsysteem is een ingewikkeld gegeven en het is niet evident om het te moeten uitschakelen terwijl het eigenlijk zo belangrijk is om te overleven.” n

Gwenaëlle Ansieau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content