Minister van Pensioenen Karine Lalieux © BELGAIMAGE

‘Niet uitgeput op pensioen’

Ja, er zal geld zijn voor de pen-sioenen, zegt minister van Pensioenen Karine Lalieux (PS) zelfverzekerd. “Ouderen kunnen erop vertrouwen: hun pensioen blijft gewaarborgd. Wie met pensioen gaat, kan rekenen op de toekomstige sociale bijdragen van jongeren, het retributiesysteem blijft gehandhaafd. De regering opteert voor het wettelijk pensioen, de meest solidaire pijler. Die werkt herverdelend, biedt zekerheid en zorgt dat mensen ook morgen waardig kunnen leven, omdat ze tientallen jaren aan het systeem hebben bijgedragen.”

“Daarom verhogen wij in 2024 de laagste pensioenen tot 1.500 euro, een maatschappelijke keuze waarin we meer dan 1 miljard euro investeren. Uiteraard geldt: hoe langer en hoe meer je hebt bijgedragen, hoe hoger je pensioen. Maar we vergeten niet langer diegenen die niet altijd hebben kunnen bijdragen of een laag loon hadden.” Maar waar moet dat geld vandaan komen nu het onevenwicht tussen werkenden en gepensioneerden steeds groter wordt? “De federale regering komt niet meer terug op de pensioenleeftijd (66 in 2025, 67 in 2030), maar het is noodzakelijk dat we inzetten op de werkgelegenheidsgraad”, antwoordt de minister. “Hoe hoger die is, hoe meer bijdragen, en dus hoe beter de sociale zekerheid gefinancierd wordt. Tegen 2030 willen we een arbeidsparticipatie van 80% bereiken. Tussen 55 tot 67 jaar ligt die vandaag te laag.”

HALFTIJDS PENSIOEN

Volgens Lalieux hangt het welslagen van dit beleid af van de eindeloopbaan. Die moet zo worden geregeld dat “mensen langer willen werken en niet psychisch en lichamelijk uitgeput hun pensioen bereiken”. Daarmee komt ook het deeltijds pensioen in het vizier. “Het is een van de denkpistes die ik wil aankaarten.” Met het halftijds pensioen, dat al in vorige legislaturen op tafel lag, zouden werknemers ouder dan 60 deeltijds kunnen werken en tegelijk een deel van hun pensioen ontvangen.

“Zolang de politieke wil er is, zal ons pensioensysteem niet kelderen. Ons socialezekerheidsstelsel bestaat niet in alle landen. Er is in ons land genoeg geld om dit systeem financieel betaalbaar te houden zonder de belastingen op arbeid te verhogen. Daarnaast moeten we de pensioenen niet langer als een kost beschouwen, maar als een perspectief. In 2030 zullen ouderen een derde van de bevolking uitmaken. Als ze met een waardig pensioen kunnen deelnemen aan een inclusieve samenleving is ons doel bereikt. Ouderen hebben behoefte aan recreatie, consumptie, reizen, en zullen zo bijdragen tot de groei in onze samenleving.”

RAKEN AAN DE TWEEDE PIJLER?

Eind februari zorgden enkele uitspraken in de pers voor verbijstering: Minister Lalieux zou de tweede pensioenpijler willen gebruiken om de wettelijke pensioenen (eerste pijler) te financieren. De tweede pijler is het aanvullend pensioen dat werknemers via hun werkgever opbouwen (groepsverzekering) en het aanvullend pensioen van zelfstandigen en bedrijfsleiders.

De minister wil over dit onderwerp pas iets loslaten bij de voorstelling van de volgende pensioenhervorming. Maar voor haar is het duidelijk: “De verhoging van de minimumpensioenen en de pensioenhervorming zijn geen communicerende vaten. Aan de koopkracht van de middenklasse raken is uit den boze.” Wat is dan het probleem? Volgens de Hoge Raad voor Financiën loopt de Staat elk jaar 2 miljard euro inkomsten mis door het gunstige fiscale regime van de aanvullende pensioenen. Vooral de pensioenplannen voor bedrijfsleiders en sommige zelfstandigen zorgen voor problemen. Door de royale fiscale aftrek en falende controle worden ze aangewend voor fiscale optimalisatie. Dat moet anders, vindt Laleux.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content