Niet te geloven, ik word 50, 60, 70 !

De ene geeft een groot feest, de andere wil diep in het woestijnzand kruipen. Niemand blijft onverschillig wanneer hij of zij de kaap van vijftig nadert of passeert. Maar ook zestig en zeventig zijn belangrijke scharniermomenten in ons leven. Zo maken we er zinvolle mijlpalen van.

Met ons verstand wéten we natuurlijk dat er niets wezenlijks aan ons verandert wanneer er om middernacht ineens een 5, een 6 of een 7 voor onze leeftijd verschijnt. Maar onze emoties reageren anders. Vaak slaat levensangst of zelfs paniek toe. “Ben ik echt al zo oud, ik voel me nog geen zestig!”, “Vanaf nu kan het alleen nog bergaf gaan...”

We kunnen die gevoelens verdringen met een groot feest of een meer intieme viering. Zeker de kaap van vijftig lijkt uitgegroeid tot een nieuwe overgangsrite (lees daarover ons Thema van de Maand op pag. 26). Dat is best leuk, maar er is meer nodig om de levensangst te bezweren.

Eerst achteruit-, daarna vooruitkijken

“Aanvaarding is de allereerste stap en dat geldt voor elke leeftijdskaap. Vijftig worden is echter het levensmoment bij uitstek om in jezelf te kijken: eerst achteruit en dan vooruit”, zegt Hilda Platel die voor het vormingsinstituut PRH (Persoonlijkheid en Relaties) een originele vijfdaagse cursus heeft uitgewerkt: Oud niet out û out niet oud (*). “Veel mensen durven niet achteruitkijken omdat ze een negatief zelfbeeld hebben. Ze zijn er niet in geslaagd alle plannen en jeugddromen te realiseren en voelen zich beschaamd. Daar is echt geen enkele reden toe. Wie een eerlijke evaluatie maakt, zal zien dat het beeld van je eigen verleden altijd genuanceerd is: je staat dan misschien niet aan de top van een groot bedrijf en je huwelijk is op de klippen gelopen, maar je hebt wel een redelijk bevredigende baan, een eigen huis en vele herinneringen aan mooie momenten. Boor jezelf dus nooit de grond in, maar kijk naar de realisaties waarop je trots kunt zijn. Je hebt hoe dan ook iets opgebouwd.”

Ten minste zo belangrijk is het dat we vooruitkijken. Vanaf ons vijftigste begint het einde van onze professionele loopbaan op te doemen. Als we dan niet in een zwart gat willen vallen, moeten we nu de basis leggen en ons sociaal netwerk verbreden. “Maak op je vijftigste verjaardag het vaste voornemen om nieuwe bezigheden te zoeken”, is het advies van Hilda Platel. “Die activiteiten liggen liefst niet in het verlengde van je werk maar hebben onderhuids wel altijd in je gesluimerd. Begin ook nieuwe sociale contacten buiten je werksfeer te leggen. Eens je werk wegvalt, zullen meestal ook de collega’s wegvallen.”

50 jaar: de tweede adolescentie

Vijftig worden is zeker een goed moment om plannen of jeugddromen te realiseren die we vroeger altijd uitstelden. “Gewoon doen!”, meent Hilda Platel. “Op je vijftigste ben je vaak nog in blakende gezondheid. Stel die grote reis of die verbouwing dus niet langer uit. Maak meteen werk van de uitvoering maar blijf realistisch. Maak er geen vlucht van voor de eigen leeftijd, houd rekening met de reële mogelijkheden.”

Vooral voor mannen is de kaap van vijftig vaak het signaal om een tweede adolescentie, een tweede puberteit door te maken. Ze zeggen dat ze volledig willen breken met de sleur en worden op een of andere manier opstandig. Ze gaan ineens hard sporten, op hun uiterlijk letten en kleding voor 18-jarigen kopen. Dat ze daarbij anderen leed bezorgen of zich soms belachelijk maken, zien ze niet. Hilda Platel: “Het is een soort van euforische staat, maar tegelijk een bijna pathetische ontkenning van de eigen leeftijd.”

60 jaar: wat zit er in mij ondergesneeuwd?

De kaap van 60 wordt meestal makkelijker genomen dan die van 50. Veel mensen voelen zich dan beter in hun vel.

“Bij vrouwen heeft het lichaam de menopauze verteerd en een nieuw evenwicht gevonden, mannen hebben meestal de stress van het werk achter zich gelaten”, zegt Hilda Platel. “Wie zestig wordt, heeft meestal de actieve beroepswereld verlaten of gaat dat nu heel snel doen. Je moet nu, meer nog dan op je vijftigste, in jezelf gaan zoeken naar alle kansen die ondergesneeuwd zijn gebleven. Wat zit er nog in mij, wat zou ik nog dolgraag doen?

De leeftijdskaap van 60 is echter ook het moment waarop de beeldvorming van oudere mensen een belangrijke rol begint te spelen. De samenleving zal, zelfs vandaag nog, proberen ons in het vroegere beeld te duwen van het omaatje-met-een-dot dat in de veranda zit te breien. Gewoon negeren luidt de boodschap. We moeten onze eigen realiteit en onze eigen agenda volgen en ons in geen enkele rol laten duwen. Aan de andere kant moeten we wél leren luisteren naar de signalen van ons lichaam en neen durven zeggen wanneer dat wenselijk is.

70 jaar: de jongeren steunen met wijsheid en ervaring

Hilda Platel is zelf 69, ze wordt 70 in de maand juni. Hoe kijkt ze zelf tegen die kaap aan? “Ik ga langzaam beginnen met het afbouwen van mijn werkzaamheden, dat is beslist. Ik voel me weliswaar nog jong, maar rationeel weet ik dat mijn gezondheid en mobiliteit niet meer vooruit zullen gaan. Mijn innerlijke vitaliteit zal echter niet verminderen en ik wil zeker niet in de slachtofferrol kruipen (‘Kijk eens wat die anderen nog kunnen en ik niet meer!‘). Wie 70 wordt, moet vooral aanvaarden dat hij of zij niet meer altijd in het midden van de actie hoeft te staan. We kunnen ook een beschouwende plaats aan de zijlijn kiezen en van daaruit de familie en de vrienden ondersteunen met onze wijsheid en ervaring. Ik zie dat persoonlijk als een prachtige plaats, dit uiteraard op voorwaarde dat je je eigen realiteit volledig hebt aanvaard.” n

(*) De volgende cursus ‘Oud niet out – out niet oud’ heeft plaats van 16 tot 20 oktober. Info en inschrijvingen: % 03 226 53 25 en www.prh.be

Ludo Hugaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content