© belga

Niet overal applaus

Het pensioenakkoord wordt niet overal op applaus onthaald. Dat is het minste wat je kan zeggen. De voornaamste punten van kritiek van vakbonden, werkgevers en economen hebben we voorgelegd aan de minister van Pensioenen.

De vakbonden betreuren de strengere toegang tot het minimumpensioen. En over belangrijke punten, zoals zware beroepen, werd niets beslist.

Minister Karine Lalieux (PS): Pensioenmaatregelen nemen, is een lange weg afleggen. Het gaat over een enorm dossier, dat alle burgers raakt. De pensioenhervorming beperkt zich niet tot de toegangsvoorwaarden voor het minimumpensioen, de herwaardering van periodes deeltijds werk en de invoering van de pensioenbonus (n.v.d.r. de drie belangrijkste punten van de hervorming). Ze is al gestart bij het begin van de legislatuur: met de verhoging van het minimumpensioen hebben we het inkomen van 840.000 burgers verhoogd en tegen 2024 zal het over ongeveer één miljoen burgers gaan. De nieuwe maatregelen, beslist eind juli, zijn het resultaat van een compromis tussen de federale meerderheidspartijen. Ze worden toegevoegd aan wat al eerder werd beslist, met name die progressieve verhoging van het minimumpensioen. Dat zal in 2024 netto 1.630 euro bedragen voor een volledige loopbaan van 45 jaar. En dan zijn er ook de afschaffing van de correctiecoëfficiënt voor zelfstandigen – een maatregel waarmee het pensioen van zelfstandigen wordt afgestemd op dat van loontrekkenden -, de verhoging van het berekeningsplafond voor het pensioen, en de hervorming van de overgangsuitkering (n.v.d.r. die wordt tijdelijk toegekend aan wie zijn/haar partner verliest, maar zelf te jong is om een overlevingspensioen te krijgen).

De voorwaarde dat je effectief 20 jaar moet hebben gewerkt, wordt geleidelijk ingevoerd vanaf 2024.

Vanaf 2024 moet je 20 jaar effectieve arbeid aantonen om een mini- mumpensioen te krijgen. Moederschapsverlof wordt gelijkgesteld, maar ziekte wordt enkel meegerekend als die 5 jaar duurde.

Lalieux: Dat klopt, maar sommige partijen hebben zich hard opgesteld. De rechten van vrouwen en invalide personen moesten worden verdedigd, ook al is het onvolledig. Wat die 20 jaar effectieve arbeid betreft: het gaat niet over 20 jaar voltijds werk, maar over 5.000 dagen effectief werk over de hele loopbaan. Een volledige loopbaan telt 14.040 dagen. Die voorwaarde wordt geleidelijk ingevoerd vanaf 2024, zodat werknemers zicht hebben op de toekomst en er rekening mee kunnen houden. Wie 60 is op 1 januari 2024 zal niet aan die strengere voorwaarde moeten voldoen. En wie dan 55 is, en aan de oude (huidige) voorwaarden voldoet, zal ook die 20 jaar effectief werk niet moeten aantonen.

De vakbonden klagen dat het akkoord niets zegt over een betere toegang tot vervroegd pensioen.

Lalieux: Ik heb het voorstel verdedigd om een vervroegd pensioen toe te laten als je 60 jaar bent en 42 jaar gewerkt hebt. Maar sommige partijen vroegen in ruil daarvoor dat de leeftijd voor het vervroegd pensioen zou opschuiven – in sommige gevallen met vier jaar – maar er werd daarover geen akkoord bereikt. Het voorstel werd echter niet opgegeven: de sociale partners gaan het bestuderen.

Voor de zelfstandigenorganisaties zijn de correcties die de regering besliste te weinig om het vertrouwen te herstellen.

Lalieux: Ik wil toch even herinneren aan de situatie van de meewerkende echtgeno(o)t(e), hoofdzakelijk vrouwen die hun man in de zaak hebben geholpen. Vandaag hebben zij geen recht op een minimumpensioen, dat zal vanaf 2024 wel zo zijn. Hetzelfde voor mensen in de kinderopvang. Het gaat telkens om vrouwen die zich inzetten voor anderen, maar daar een prijs voor betalen als ze met pensioen gaan. Die onrechtvaardigheid is nu weggewerkt.

Veel economen en specialisten vinden dat de hervorming veel te licht weegt. Er verandert niets om de pensioenen betaalbaar te houden, en evenmin iets aan de slechte werking van de arbeidsmarkt. Als we zo doorgaan wordt ons pensioenstelsel onhoudbaar.

Lalieux: De maatregelen die we met dit akkoord hebben genomen, moeten in de eerste plaats mensen stimuleren om langer aan het werk te blijven, om ongelijkheden tussen mannen en vrouwen weg te werken, en om gewerkte jaren te valoriseren voor de berekening van het minimumpensioen. Ik ben me bewust van de kosten die de vergrijzing meebrengt, maar die maken deel uit van een geheel. We moeten de duurzaamheid van heel onze sociale zekerheid, waar de pensioenen deel van uitmaken, garanderen. Daarvoor zijn gezonde openbare financiën nodig, net als een rechtvaardiger belastingsysteem, controle op het begrotingstraject en een verhoging van de tewerkstelling. De pensioenbonus is echt een stimulans om mensen aan het werk te houden nadat ze vervroegd met pensioen kunnen. De bonus zorgt er zowel voor dat mensen hun pensioen wat kunnen optrekken en dat er meer 55-plussers op de arbeidsmarkt actief blijven. Op dat vlak moet België nog een inhaalbeweging maken tegenover andere Europese landen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content