Paul Bosmans begon als notaris te werken in het begin van de jaren zestig en stopte ermee eind jaren negentig, toen zijn zoon het roer overnam. In zijn net geen veertigjarige carrière heeft hij tal van openbare verkopen meegemaakt. In veilingzalen maar ook in cafeetjes.
...

Paul Bosmans begon als notaris te werken in het begin van de jaren zestig en stopte ermee eind jaren negentig, toen zijn zoon het roer overnam. In zijn net geen veertigjarige carrière heeft hij tal van openbare verkopen meegemaakt. In veilingzalen maar ook in cafeetjes. Eerst en vooral moeten we wijzen op de grote verschillen tussen de streken. De gebruiken verschillen zelfs per kanton. In Leuven verloopt de openbare verkoop anders dan in Diest of Mechelen. Zo waren er al streken waar de openbare verkoop al in één enkele zitdag verliep. In die streken zal de nieuwe wet niet veel nieuws brengen. Dat geldt ook voor de fol-klore van het premiejagen, zoals we dat hier in het Leuvense kennen. Het verdierenpikken is een typisch Antwerps fenomeen. Dat hij als niet-koper na de eerste zitdag een aanzienlijke som opstrijkt. Stel dat de verkoper wil verkopen voor euro 200.000. De premiejager doet op de eerste zitdag een bod van euro150.000. Wordt hij op de tweede zitdag overboden (wat de bedoeling is), dan krijgt hij nu in Leuven 0,5% van zijn eigen bod, dus euro750. Dat is goed verdiend op een namiddag! Uiteraard is dit niet zonder risico. Stel dat je de openbare verkoop gebeurt in opdracht van een familie met 17 neven en nichten die een huis hebben geërfd van een tante. Zij hebben het geld van de verkoop dan wellicht nodig om hun hoge successierechten te kunnen betalen. Dus is het best mogelijk dat zij toch dat bod aanvaarden. In dat geval moet de premiejager euro150.000 ophoesten. Bij mij alleen al, laat ons zeggen 2 à 3 keer per jaar. Maar vaak handelt een premiejager niet alleen, soms met wel 8 personen. Voor ons, notarissen, is de bedoeling van de eerste zitdag dat er een prijs wordt gezet. Dat is belangrijk voor de potentiële kopers. Ik vergelijk het altijd met het kopen van een juweel. Wie een mooi juweel in het uitstalraam ziet liggen dat niet geprijsd is, gaat niet graag naar binnen om naar de prijs te vragen om dan met rode oortjes terug buiten te komen als het te duur blijkt... Zo is het ook met een onroerend goed. Na een eerste zitdag heeft de potentiële koper een houvast. En voor de verkoper biedt de eerste zitdag een verkenningsronde. Hij kan zien of er belangstelling is voor zijn goed." In het nieuwe systeem zal de notaris een instelprijs kunnen bepalen, zodat potentiële kopers onmiddellijk vanaf een redelijke prijs kunnen bieden. Ze zal dus meer efficiëntie brengen. Zo zal de notaris maar één keer naar de verkoopzaal moeten. En verder is het vooral de bedoeling om te uniformiseren want de gebruiken verschillen nu enorm van streek tot streek. Maar er zal altijd nog een beetje folklore blijven, hoor. Bijvoorbeeld het gebruik van de kaars. In Leuven doen we geen derde hamerslag, maar steken we een kleine kaars aan van ongeveer 1 centimeter hoog. Zodra er rook verschijnt, is het bieden gedaan. Vele jaren geleden verkocht ik een woning, niet ver van Leuven. Er zat een deftige jongedame in de zaal met een groene loden. Ze bleef maar bieden en uiteindelijk werd het goed aan haar toegewezen. Er was een betaaltermijn van 2 weken bepaald maar de betaling bleef uit. Toen ik haar opzocht, bleek ze in een woonwagen te wonen en geen rooie duit te bezitten. Naar eigen zeggen verwachtte ze een erfenis, maar het was snel duidelijk dat dit meer fantasie dan werkelijkheid was. Gevolg: de woning werd opnieuw openbaar verkocht. Hier is het de regel dat bij een herverkoop de vorige bieder (de dame) instaat voor het verschil als de herverkoop minder opbrengt. Ook dat verschil betalen bleek echter niet te lukken voor haar. 20 jaar later verkocht mijn zoon - die mij intussen als notaris had opgevolgd - een aantal landbouwgronden. Een oudere dame bood een weliswaar hoge, maar niet onredelijke prijs en de gronden werden aan haar toegewezen. Ze bleek echter niet te kunnen betalen. U mag tweemaal raden wie dat dametje was! Jazeker. Ik heb ooit een herenhuis verkocht. Het ging om een beslag op onroerend goed en in geen geval mag de beslagene dan bieden omdat hij de prijs kunstmatig zou kunnen opdrijven. Ons laatste bod was 11 miljoen frank (275.000 euro) maar ineens bood een dame 14 miljoen. Dat was een heel grote sprong. Meestal werd er opgeboden per 100.000 frank. Het bleek een vriendin van de beslagene te zijn. Samen met andere vrienden had ze afgesproken het huis te kopen en zo hun vriend uit de problemen te helpen. Maar van die afspraak had ze niets op papier laten zetten! Wie zegt dat die vrienden zich aan hun belofte gingen houden? Om de vrouw te beschermen heb ik dat bod niet aanvaard."