“Neen is voor mij geen antwoord”

Ze is al 30 jaar gynaecologe, leidt de vrouwenkliniek van het UZ Gent, werd door collega’s uitgeroepen tot meest verdienstelijke gynaecologe ter wereld, is senator en vanaf half oktober directeur Reproductieve Gezondheid en Onderzoek bij de WHO in Genève.

Van rustig achterover leunen tot ze haar nieuwe taak opneemt is geen sprake. Wanneer wij Marleen Temmerman (59) opzoeken in de Senaat houdt ze de tijd scherp in de gaten. Tussendoor beantwoordt ze telefoons en moet ze even weg voor een stemming. Na het gesprek holt ze alweer naar een afspraak met Europees president Van Rompuy.

Plus Magazine: Waarom kandi-deerde u voor een functie bij de WHO? U hebt al twee boeiende, veeleisende jobs.

Marleen Temmerman: Ik was niet echt op zoek naar ander werk. Maar sommige mensen wezen mij op de vacature die helemaal bij mijn profiel past. Ik besefte dat als ik echt iets wilde doen voor de gezondheid en rechten van de vrouw ik wereldwijd veel meer kan realiseren. Ik had nooit verwacht dat ik uit 256 kandidaten zou worden gekozen. Ik laat wel veel in de steek hier. Vooral de 35 jaar zorg voor patiënten zal ik erg missen.

U wilt van gezinsplanning een prioriteit maken. Waarom?

Gezinsplanning werd lange tijd verwaarloosd omdat het voor ons westerlingen evident is dat een vrouw zelf kiest hoeveel kinderen ze wil en wanneer. Maar wereldwijd is dat lang niet het geval. Gelukkig beseft men opnieuw hoe belangrijk dit thema is. Wel botsen we op sterke tegenstand, onder meer van het Vaticaan dat goed georganiseerd is in de strijd tegen gezinsplanning. Geboortebeperking is nochtans essentieel voor de gezondheid van vrouwen en kinderen, om moedersterfte terug te dringen en om te vermijden dat meisjes sterven aan de gevolgen van een illegale abortus. Ook economisch gaat het beter in landen met kleine gezinnen. Kinderen krijgen er doorgaans meer kansen. En er is het niet te onderschatten ecologische aspect: we zijn nu met 7 miljard en gaan naar 9 miljard als we niets doen.

Hoe wilt u dat concreet aanpakken?

Naar schatting 240 miljoen vrouwen willen hun aantal kinderen beperken maar raken niet aan voorbehoeds-middelen. Die willen wij helpen: tegen 2020 moeten alle vrouwen die contraceptie wensen die ook kunnen krijgen. Daarvoor is op de Family Planning Summit in Londen zopas 4,6 miljard dollar vrijgemaakt.

Na vijf jaar in de Senaat legt u uw mandaat nu voortijdig neer. Kon u realiseren wat u wilde?

Ja en nee. Mijn ambities zijn altijd zeer groot en ik heb een aantal dossiers niet kunnen afmaken. Mijn opvolgster ( n.v.d.r. Leona Detiège) neemt ze over. Ik ben al bij al tevreden over mijn politieke periode. Ik heb veel geleerd en heb niet het gevoel dat ik mijn tijd verloren heb. Maar politiek is een traag proces. Ik ben dat niet gewoon, ik wil altijd vlug resultaten zien. Het is in de politiek zoals in veel leidinggevende posities: gelijk hebben is één ding, gelijk krijgen nog wat anders.

Zou het kunnen dat uw hart toch niet echt bij de politiek lag?

Ik zou geen beroepspoliticus kunnen zijn. Ik ben blij dat ik de politiek kon combineren met mijn werk als gynaecologe en de praktijk kon overbrengen naar het beleid. Dat heeft de politiek ook nodig. Maar mijn hart ligt in de eerste plaats bij mijn roeping als arts.

Men raadde u destijds af om gynaecologe te worden omdat het beroep te lastig was voor vrouwen. U hebt doorgezet. Zou u zichzelf een feministe noemen?

Mijn beroepskeuze heeft te maken met het feit dat ik een doorzetter ben. ‘Neen’ is voor mij geen antwoord. Ik wilde arts worden uit sociale bewogenheid. Los daarvan ben ik zeker een feministe. Een feministe komt op voor gelijke kansen van mannen en vrouwen. Al wordt de term vaak verkeerd gebruikt. Ik vind gynaecologie trouwens een vak dat ook door vrouwen moet worden uitgeoefend.

Uw keuze was ook voor uw familie niet evident.

Geneeskunde lag inderdaad niet voor de hand. Ik was de eerste die naar de universiteit ging. Mijn ouders waren hardwerkende Vlamingen. Mijn vader was postbode, later postontvanger en deed er allerhande jobs bij om ons de kans te geven te studeren. Toen ik geneeskunde wou studeren zei hij: “Maar meiske, dat is zeven jaar, zou je niet beter in het onderwijs gaan”.

Collega’s noemen u mix van empathie en efficiëntie. Kunt u zich vinden in die beschrijving?

Dat is inderdaad een goede beschrijving. Efficiëntie draag ik hoog in het vaandel. Ik kan er niet tegen als dingen aanmodderen. Maar ik vul dat begrip breed in: If you want to go fast, go alone. If you want to go far, go together. Daarom is empathie ook nodig. Mensen warm krijgen voor een project is even belangrijk als efficiëntie. Dat is een van de dingen die ik geleerd heb tijdens mijn periode in Afrika. Dat continent heeft mij een andere kijk op het leven gegeven.

Was het niet moeilijk aanpassen toen u na zes jaar Afrika opnieuw in België aan de slag ging?

Nee, want ook hier is nog veel werk aan de winkel. Ook hier heerst nog armoede en sociale ongelijkheid.

Zijn vrouwen er in de 30 jaar dat u gynaecologe bent op vooruit gegaan inzake zwangerschap en bevallen?

Natuurlijk. De afgelopen decennia gingen we vooral in tegen de medicalisering van bevallingen. We willen zo weinig mogelijk inleiden of knippen. Een thuisbevalling in het ziekenhuis, met de technologie voor als het fout loopt. Maar er zijn ook dingen minder goed. Zo krijgen vrouwen op almaar latere leeftijd kinderen.

Hoe lang hoopt u bij de WHO te kunnen blijven?

Het is te vroeg om daar iets over te zeggen. Het hangt ervan af hoe leuk ik het vind. Bij de Verenigde Naties ga je normaal met 62 op pensioen. Voor mij zou dat over drie jaar zijn, maar voor directiefuncties kan het mandaat worden verlengd.

U moet wel naar Genève verhuizen.

Die verhuizing is van secundair belang. Het werk dat ik daar ga verrichten, daar gaat het om. Het is vast een interessante stad, zeker door de aanwezigheid van de internationale instellingen. Al heb ik mij ook laten vertellen dat het er erg duur is. Mijn echtgenoot gaat mee. Mijn zoon is 24, die heeft intussen zijn eigen leven.

Is dit uw laatste job?

Aan pensioen denk ik nog niet. Ik heb nog projecten op stapel staan. Na mijn mandaat bij de WHO wil ik opnieuw naar Kenia om in Mombasa een medical school op te richten.

Ann Heylens

“Voor ons is het normaal dat een vrouw zelf kiest hoeveel kinderen ze wil en wanneer. Wereldwijd is dat niet zo evident.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content