© WIM KEMPENAERS

Myriam Sips is bellemadam

Beste mensen, aandacht alstublieft. Wat is er dees week te doen?” Bijna elke zaterdag trekt Myriam Sips (65) naar de wekelijkse markt met haar bel. Als bellemadam kondigt ze de evenementen aan die op stapel staan en vrolijkt ze Mechelaars en toeristen op. “Vijf jaar geleden stopte mijn voorganger als belleman. Mij leek dat, als geboren en getogen Mechelse, de mooiste (onbezoldigde) functie die er is. Tijdens de openbare selectieproef regende het pijpenstelen, maar iedereen lachte.” En dus werd ze tot nieuwe – en tot nog toe enige – bellemadam verkozen. “Als eerste vrouwelijke stadsomroeper in Vlaanderen heb ik mijn functie wel zelf moeten invullen. Ik moest op zoek naar gepaste kledij, want die bestond niet. Elke belleman of bellemadam heeft zijn eigen stijl. Dat is belangrijk. Uiteraard vind je op het internet de agenda van de stad terug, maar de persoonlijke touch die je er als omroeper aan geeft, vinden mensen tof.”

Met een diploma dictie, voordracht en toneel op zak en al 50 jaar ervaring in het amateurtheater, leek Myriam voorbestemd om bellemadam te worden. “Ik heb een zeker talent, maar je moet daar ook iets mee doen. Voor mij is het een manier om mij in te zetten voor anderen. Om mensen te verbinden. Daarom vind ik het ook belangrijk om veel talen te spreken. Als ik als bellemadam rondloop in de stad, word ik vaak aangesproken door toeristen. Ik ben geen stadsgids, maar kan hen wel de weg wijzen.”

Nog vijf jaar ziet Myriam zich deze functie uitoefenen. Daarna maakt ze plaats voor jonger volk. “In het begin ging ik bijna overal naartoe. Ik kwam zelfs terug uit vakantie om een braderie te openen. Dat doe ik niet meer. Ik kies mijn evenementen nu zorgvuldig uit en pas mijn stijl aan. Voor de Beiaardfeesten draag ik altijd een gedichtje op – in standaard Nederlands, dat kan ik ook”, lacht Myriam. “Ik doe de mensen dan wel lachen, mijn functie van bellemadam neem ik heel serieus. Je moet dit met hart en ziel doen. Want voor dat beke tijd dat we hier op de wereld zijn, moeten we toch zien dat we malkander geire zien.”

Myriam Sips is bellemadam
© FRANK BAHNMÜLLER

Johan Lescrauwaet kweekt kerstbomen

Kerstboomplantages, je verwacht ze vooral in de Ardennen. Maar ook Vlaanderen heeft kerstboomkwekerijen. JohanLescrauwaet (58) plantte zijn eerste kerstbomen 30 jaar geleden aan. Zijn vier hectaren groot kerstboomveld levert jaarlijks 3.000 bomen op, voornamelijk Nordman-sparren. “We baten met de familie al jaren een bloemen- en plantenzaak uit. Ik vond de kwaliteit van de kerstbomen jaar na jaar achteruitgaan en dus begon ik zelf kerstbomen te kweken. Naaldbomen gedijen goed in de West-Vlaamse zandgrond. We waren de eersten die de kerstbomen in pot plantten. Op die manier blijven de wortels compacter en verliezen de bomen in huis veel minder snel hun naalden.”

Een kerstboomplantage vraagt wel onderhoud. Elke winter wordt er gesnoeid en het gras moet onkruidvrij blijven, een werkje voor de troep ganzen die tussen de naaldbomen waggelen. Van half november tot begin december moeten de 3.000 kerstbomen uit de grond worden gehaald en naar de verkooppunten gebracht. “Tot twee jaar geleden leverden we de kerstboom voor Bozar in Brussel. Dan moest ik op zoek naar de ideale boom voor de inkomhal: een korte dikke. Dat was puur voor het prestige.”

Wie een kerstboom van anderhalve meter hoog in huis haalt, is in het bezit van een 10 tot 15 jaar oude spar. De vierjarige boompjes die Johan vandaag in de grond stopt, hangen ten vroegste in 2025 vol kerstballen. “Ik heb vorig jaar voor het laatst nieuwe bomen aangeplant. Mijn kinderen hebben geen interesse om ermee door te gaan, dus moet ik tijdig afbouwen. Ik ben nu op zoek naar plantensoorten die op kortere termijn kunnen worden gekweekt.” Naast de kerstbomen prijken sinds kort jonge druivenranken en gifgroen mos dat tuinarchitecten gebruiken in plaats van gras. Later komen er misschien nog bosbessen bij. “Het koopgedrag van de mensen verandert voortdurend. Als kweker moet je daarop inspelen. Ik hou wel van de uitdaging om iets nieuws te kweken. Je betaalt altijd wat leergeld, maar het is geestig om dan na enkele jaren te kunnen zeggen: nu is het perfect.”

Myriam Sips is bellemadam
© FRANK BAHNMÜLLER

Jan Kieckens is fan van marionetten en Shakespeare

De toneelstukken van Shakespeare zijn ideaal voor poppentheater”. Dat ontdekte Jan Kieckens (77) toevallig toen hij tien jaar geleden met pensioen ging. “Ik was gefascineerd door het personage van Richard III, zoals dat werd gecreëerd door Shakespeare. In een lange monoloog stelt de koning zichzelf voor als lelijk, gebocheld en slecht. Ik zag hem voor mij en besloot een pop te maken”, vertelt de gepensioneerde schrijnwerker. Jan vertaalde de monoloog ook naar zijn moedertaal, het Oilsjters. Het plaatselijke poppentheater vroeg hem een try-out te doen voor hun publiek. “Zij vonden het niet helemaal passen bij hun theater, maar ik vond de combinatie van Shakespeare, marionetten en dialect magisch. Toneel uit de tijd van Shakespeare heeft iets van poppentheater. Het was volkstheater. Zelfs in de grootste drama’s zit een stukje komedie.”

Samen met gelijkgestemden richtte hij De Bende van Richaar op, dat intussen vier theaterproducties op zijn conto heeft staan. Jan vertaalt, maakt de poppen, regisseert de stem- en poppenacteurs. “Er kruipt veel werk in. Zo’n stuk van Shakespeare telt als snel 20 personages en met één pop ben je gemakkelijk twee weken bezig. De regie krijgt vorm tijdens het vertalen. De inspiratie voor de poppen vind ik overal. Zit ik op café en zie ik iemand met een speciale kop, dan maak ik een schets, of ik bewaar prenten uit magazines en kunstboeken.” Ook vrienden zijn niet veilig. Zo werd zanger en vriend Jan De Wilde vereeuwigd in het personage van de louche aalmoezenier in Romeo en Julia.

“Decor gebruiken we amper. Dat was ook in Shakespeares tijd zo: hij vertelt alles met de tekst. De acteurs die de poppen hanteren staan gewoon op scène, maar dat vergeet je snel. Na de voorstelling mag het publiek achter de scène komen kijken naar de poppen. Iedereen schrikt ervan hoe klein die eigenlijk zijn. Hun fantasie had hen opgeblazen tot echte personages. Een levende acteur kan emoties uitbeelden met zijn mimiek. Poppen moeten het hebben van kleine bewegingen, van timing. Als je dat goed doet, gaat de pop leven in het hoofd van het publiek. Dat is magie.”

WWW.DEBENDEVANRICHAAR.BE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content