© FRANK BAHNMÜLLER

Mya Verleye trekt natuurfoto’s

“Ik hield eigenlijk niet zo van foto’s nemen. Tot de cardioloog me enkele jaren geleden zei dat mijn conditie minder goed was dan gemiddeld voor mijn leeftijd. Dat hoorde ik niet graag, dus ben ik beginnen fietsen. Tijdens mijn tochten was ik zo onder de indruk van de mooie landschappen dat ik ze wou fotograferen en delen.” Nu gaat er geen dag voorbij of Mya Verleye (58) trekt eropuit om natuurfoto’s te nemen. Haar beelden verschijnen regelmatig als achtergrond bij het weerbericht op één of in de krant. “Op een weerfoto moet veel lucht staan. Wolken die onweer aankondigen, zijn de mooiste. De meeste weerfotografen staan vroeg op om een mooie zonsopgang te kunnen vastleggen. Dat doe ik niet. Ik fotografeer wat ik tegenkom. Ik neem wel heel bewust een weerfoto. Maar je moet geluk hebben. Soms word je weken niet geselecteerd, terwijl je hele mooie foto’s instuurt. Het is prettig als je foto op televisie of in de krant verschijnt. Dat geeft me het gevoel dat ik iets goed kan, dat ik iets hebt bereikt.”

Mya volgde nooit een fotografiecursus en leerde alles op eigen houtje. En ze tuurt niet enkel naar de hemel, maar ligt soms urenlang op haar buik in het gras om de perfecte insectenfoto te nemen. “Ik zat als kind al graag in de natuur. Door foto’s te nemen heb ik nog meer oog gekregen voor de details. Veel mensen vinden insecten vies, maar als je ze van dichtbij bekijkt, zie je pas hoe mooi ze zijn. Ook dat wil ik tonen aan de mensen.”

“Fotograferen heeft mijn hele leven veranderd. Ik ben veel vrolijker geworden. Ik ben nogal een piekeraar, maar wandelen in de natuur geeft me een gevoel van vrijheid. Een mooie foto nemen vergt ook zo veel concentratie dat ik soms de tijd uit het oog verlies. Het verzet mijn zinnen. Ik sta op een heel andere manier in het leven en neem elke dag zoals hij komt. Soms beland je per toeval ergens en zie je een kans die je niet mag laten liggen. Daarom neem ik altijd en overal mijn fototoestel mee.”

Mya Verleye trekt natuurfoto's
© WIM KEMPENAERS

Ludo Benoy lokt vogels naar de haven

Vlak bij de containerterminals van de Antwerpse haven, geprangd tussen de treinsporen van rangeerstation Antwerpen-Noord, liggen twee natuurgebieden waar vogelliefhebbers hun hart kunnen ophalen. Voor Ludo Benoy (70) is het een tweede thuis waar hij al meer dan 45 jaar bomen kapt, beheerwerken uitvoert, riet laat groeien en vogels telt – 282 soorten, om precies te zijn. “Ik was nog maar net ingewijd in het vogelspotten, toen ik kennismaakte met de natuurgebieden De Kuifeend en De Grote Kreek. Grote havens trekken veel watervogels aan. Ze volgen de kustlijn op zoek naar een warme plek om te overwinteren”, legt Ludo uit.

Er was niet veel nodig om de vogelliefhebber te overtuigen conservator te worden van het pas opgerichte natuurgebied. “Eigenlijk is dit een stuk polder opgespoten met Scheldezand, waardoor waterplassen zijn ontstaan die volledig afgesloten zijn van ander water. De prima waterkwaliteit maakt het hier interessant voor zeldzame vogelsoorten en heeft ervoor gezorgd dat het gebied aan de Europese vogelrichtlijn voldoet. Onze taak is om zo veel mogelijk open water en riet te creëren, zodat watervogels zich thuis voelen en broeden.” Dat houdt in dat je wilgen moet kappen, maar soms zijn grote ingrepen nodig om een ideale mix van water en drassig gebied te creëren. “Als beheerder moet ik grondverzetplannen opstellen en graafwerken controleren. Soms moet je een natuurgebied overhoop halen om er iets beters van te maken. De natuur herpakt zich snel.”

Toen Ludo nog werkte, kwam hij hier drie keer per week, nu vind je hem hier dagelijks. “Ik volg de werken op of tel vogels. Vroeger noteerde ik de vogels die ik zag in een schrift. Nu is er een handige app waarmee je de exacte plaats kan aangeven waar je een vogel spot. Laatste nieuwkomer is de Noordse nachtegaal. Maar ik wil vooral de biodiversiteit verbeteren van dier en plant. Blijkbaar wordt ons werk geapprecieerd. Soms komen ze van andere grote havens kijken hoe wij dit stuk natuur beheren.”

Mya Verleye trekt natuurfoto's
© FRANK BAHNMÜLLER

Nelly Haelterman verzamelt nieuwjaarsbrieven

Een oer-Vlaamse traditie documenteert Nelly Haelterman (69) met haar verzameling nieuwjaarsbrieven. Elfduizend heeft ze er intussen gearchiveerd op de vroegere kinderkamers. De oudste dateert van 1746. “Toen ik op oude nieuwjaarsbrieven van mijn kinderen stootte, besefte ik dat ik de brieven die ik zelf heb geschreven en met knikkende knieën voorgelezen, niet meer had. Ik lanceerde een oproep op de radio om brieven te krijgen uit mijn kindertijd.” Toen een luisteraar haar brieven uit de jaren 1930 gaf, maakte haar hart een sprongetje. “Die man gaf me ook verzameltips. Zo ben ik begonnen.”

Nelly bezit intussen minstens één brief per jaar, vanaf 1891. De oudste zijn geschreven door jongvolwassenen uit de bourgeoisie, in het Frans. “Ze zijn kalligrafisch gestileerd, maar de inhoud is vaak heel persoonlijk en religieus. Het zijn persoonlijke wensen waarin ook de tijdsgeest doorschemert. Zo vroegen kinderen tijdens WOII de Heer vaak om vrede en dat hij hun vader zou sparen.” De prenten op de brieven bulken van de symboliek en gaan ook mee met hun tijd. “De jugendstil- en art-decomotieven uit de jaren ’20 vind ik prachtig”, zegt Nelly. “De jaren ’70 zijn creatieve jaren waarin kinderen hun eigen brief knutselden. De inhoud wordt steeds minder persoonlijk. Toen ik jong was, was de nieuwjaarsbrief een opstel. Ik vermoed dat men er vandaag minder tijd voor uittrekt en de hele klas hetzelfde tekstje laat schrijven.” Toch hoopt Nelly dat de traditie niet verloren gaat. “Vlaanderen is zowat de enige regio waar kinderen op 1 januari nog een nieuwjaarsbrief voorlezen. Mijn verzameling is een stukje erfgoed.”

Nieuwjaarsbrieven zijn altijd welkom: nelly.haelterman@telenet.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content