“Moeten de originele autopapieren in mijn wagen liggen?”

“U schrijft in Plus Magazine van maart: leg geen fotokopieën, maar wel de originele boordpapieren in de wagen. Ik volgde een opfrissingscursus verkeer, en daar zei de lesgever: leg fotokopieën van de boordpapieren in de wagen. En laatst maakte ik een rit door de Ardennen, de politie hield me tegen en vroeg naar de boordpapieren. Toen ik de fotokopieën toonde, zei de politieagent dat hij dit geen probleem vond, maar hij gaf me de tip de fotokopieën bij de gemeente eenvormig te laten verklaren. Wat is juist?”

Als we naar de letter van de wet kijken, dan moet u inderdaad de originele autopapieren in uw wagen leggen. Strikt genomen zou u dus een boete kunnen krijgen als u enkel fotokopieën in uw bezit hebt. De parketmagistraat bepaalt dan of u een boete krijgt of niet. Uiteraard is het heel vervelend als uw originele autopapieren gestolen worden. Daarom wordt aangeraden de originele papieren niet achter te laten in uw wagen wanneer u hem ergens parkeert. De oplossing die de politie- agent suggereerde, is ook een mogelijkheid. Het parket aanvaardt dat eenvormig verklaarde fotokopieën een even grote bewijswaarde hebben als de originele documenten.

“Heb ik als voogd recht op verplaatsingsonkosten?”

“Ik werd door de vrederechter als voogdes aangesteld van mijn jongste zus, een verlengd minderjarige. Zij verblijft in een rusthuis. Maar ik heb onkosten voor het vervullen van mijn taak. Vooral de verplaatsingsonkosten van mijn woning naar het rustoord (minstens één keer per week, 130 km) lopen hoog op. Welke vergoedingen mag ik in rekening brengen? Kan ik een budget toegekend krijgen?”

De wet is recent aangepast door de Wet van 29 april 2001. In principe voert de voogd zijn verplichtingen gratis uit. De vrederechter kan u wél toestaan uitzonderlijke onkosten aan te rekenen. Zo wordt af en toe een vergoeding toegekend wanneer de voogd ver moet rijden, en er weinig andere personen de verlengd minderjarige nog opzoeken.

Verkoop van een verhuurd huis

“Onze moeder is in een rustoord opgenomen, we hebben haar huis verhuurd. Intussen is mijn moeder overleden. De huurders vroegen om het huis nog verder te mogen huren en het binnen 2 of 3 jaar te kopen. Dit werd genoteerd in het contract van 3-6-9 jaar. Wat als de huurders het niet kopen? Kunnen wij ze dan opzeggen en het huis aan anderen verkopen?”

U kunt het huis op elk moment verkopen, als de huurders het huis niet kopen binnen de afgesproken termijn. De nieuwe eigenaar kan de huurders opzeggen met een termijn van 3 maand, te rekenen van- af het verlijden van de notariële verkoopakte, wanneer hij er zelf wil komen wonen. De opzegging is dus niet uw probleem, daar moet de nieuwe eigenaar voor zorgen.

“Op hoeveel kunnen schuldeisers beslag leggen?”

“Mijn man en ik hebben problemen met onze schuldeisers. Hoeveel geld kunnen ze in beslag nemen? Mijn man is blind en heeft een uitkering als mindervalide van a 600. Hij heeft ook een rustpensioen van a 981,66.”

De uitkering als mindervalide en het rustpensioen van uw man worden niet samengeteld om de grens te bepalen waarboven schuldeisers beslag kunnen leggen op zijn inkomsten. De uitkering als mindervalide is immers niet vatbaar voor beslag. De schuldeisers kunnen wel beslag leggen op zijn pensioen, maar niet onbeperkt. Voor 2003 gelden volgende grenzen (*):

tot euro 857 niets

van euro 857 tot euro 924 20 %

van euro 924 tot euro 111140 %

boven euro 1111alles.

Voor een pensioen van a 981,66 is de berekening als volgt:

20 % van a 857 tot a 924 = 20 % van a 67 = a 13,40

40 % van a 924 tot a 981,66

= 40 % van a 57,66 = a 23,06

Het totaalbedrag waarop schuldeisers beslag kunnen leggen, bedraagt dus a 36,46

(*) Ze gelden niet voor onderhoudsgeld (volledig vatbaar voor beslag), bij faillissement of collectieve schuldenregeling.

“Kan ik waardevolle stukken aan mijn zoon schenken?”

“Mijn man is overleden. Hij had een testament opgemaakt bij de notaris. We bezaten een handelshuis en een woonhuis. Mijn dochter kreeg het handelshuis, mijn zoon het woonhuis. In het woonhuis staan waardevolle stukken die ik enkel aan mijn zoon wil schenken. Is dat mogelijk, en wat moet ik doen?”

Na het overlijden van uw man is zijn testament uitgevoerd. Het staat u nu in principe vrij om op uw beurt een testament op te stellen met daarin uw laatste wilsbeschikkingen. U hebt twee kinderen, wat betekent dat u over 1/3 van uw nalatenschap vrij mag beschikken bij testament.

De vraag is natuurlijk wat nu juist in uw nalatenschap zit en wat niet. Als u gehuwd was onder het wettelijk stelsel (dat wil zeggen: zonder contract) en u met uw echtgenoot geen gift aan de langstlevende had laten opmaken bij de notaris, hebt u na het overlijden van uw man de helft van de bezittingen in volle eigendom behouden, en hebt u over zijn helft het vruchtgebruik geërfd, de kinderen de naakte eigendom. In concreto heeft uw dochter wellicht de naakte eigendom van vaders helft van het handelshuis gekregen, uw zoon de naakte eigendom van het woonhuis. Uit uw brief begrijp ik dat het testament van uw man niet handelt over de meubelen of de huisraad, enkel over de huizen zelf.

Indien de waardevolle stukken gemeenschappelijke aankopen van u en uw man waren, dan bent u daarvan voor de helft volle eigenaar gebleven en voor de andere helft vruchtgebruikster geworden. De kinderen hebben de naakte eigendom van vaders helft in deze stukken. Dat betekent dat u daar niet helemaal vrij kunt over beschikken, vermits rekening moet gehouden worden met het aandeel van uw dochter. U kunt wel een testament opmaken waarin u schrijft dat u wénst dat deze stukken bij voorrang aan uw zoon worden toegewezen, op voorwaarde dat hij zijn zus vergoedt voor haar aandeel daarin, te schatten door een deskundige ter zake (bv. een opkoper van brocante en antiek).

“Kan mijn broer mijn moeder dwingen om huur te vragen?”

“Moeder was jarenlang weduwe, en ik heb steeds met haar samengewoond in het ouderlijke huis. Toen mijn vader overleed, kregen mijn broer en ik de helft in naakte eigendom, moeder het vrucht- gebruik. Nu is moeder 84 en verblijft ze wellicht definitief in een rustoord. Mijn broer is gehuwd, hij is 60 en woont in zijn eigen huis. Ikzelf ben on- gehuwd. Moeder en ik betaal- den om beurten de woon- lasten (gas, water, elektrici- teit, telefoon,...) en de bood- schappen. Het huis is een rijwoning van 75 jaar oud. Ik betaalde de grote herstel- lingen, ik zorgde voor het behangen, verven en andere karweien. Nu beweert mijn broer dat ik huishuur moet betalen. Moeders pensioen is te klein om de rustoordkosten te dekken, we zullen allebei moeten bijpassen. Kan hij moeder verplichten om huur te vragen?”

Zolang uw moeder leeft en ze haar vermogen zelfstandig kan beheren, doet zij met haar goederen wat zij wil. Zij heeft de volle eigendom van haar helft van het huis en het vruchtgebruik van uw vaders helft. Uw broer en uzelf zijn naakte eigenaar elk voor 1/4de (voor ieder 50 % van vaders helft).

Uw moeder heeft het recht om met het huis te doen wat ze wil: het laten leegstaan, het verhuren of het laten bewonen door u. Dat mag kosteloos gebeuren, uw broer kan hiertegen niet protesteren.

Als naakte eigenaar heeft uw broer geen recht op ‘de vruchten’ van het huis (dat heeft alleen een vruchtgebruiker zoals uw moeder, of de volle eigenaar). Hij kan u dus geen vergoeding vragen voor het bewonen van het huis. Hij kan wel proberen een dergelijke vergoeding te vragen na uw moeders overlijden, op het moment van de afrekening van ieders aandeel in haar nalatenschap. Op dat ogenblik zou hij kunnen stellen dat u bevoordeeld bent geweest doordat u gratis mocht wonen. U kunt u daartegen verweren door te stellen dat u steeds voor moeder en het onderhoud van de woning hebt gezorgd, wat overeenkwam met een eventuele woonstvergoeding. Het is echter niet gebruikelijk dat kinderen na het overlijden van hun ouders onderling een afrekening maken voor de periode dat één van hen samen met de ouders in het ouderlijke huis woonde. n

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content