Mijn huisdier drinkt meer

Geregeld krijg ik baasjes op consultatie die zich zorgen maken omdat hun huisdier al een poos meer drinkt dan normaal. Wanneer moet je je zorgen maken? Ik heb het dan niet over je hond die meer drinkt als het warm is of na een flinke inspanning, of een kat die enkel brokken eet. En ook bij zogende teven of kattinnen is het normaal dat ze vaker nood hebben aan meer drinken. Daarnaast vergroten sommige medicijnen, zoals cortisone en diuretica, het dorstgevoel.

Over het algemeen drinkt een hond gemiddeld 50 tot 70 ml per kg lichaamsgewicht. Bij een kat is dat tussen 40 en 60 ml per kg, want katachtigen zijn van nature kleine drinkers.

Wanneer je huisdier abnormaal meer gaat drinken en ook meer urine produceert, zal je wellicht ook merken dat het niet meer zindelijk weet te blijven tussen de wandelingen in. Of dat je de kattenbak veel vaker dan voorheen moet verschonen. Daarnaast kunnen, samen met meer drinken, ook andere symptomen optreden, zoals gewichtsverlies, meer of minder eetlust, vermoeidheid, spijsverteringsproblemen, evenwichtsstoornissen,... Maar perk de hoeveelheid water, in afwachting van een bezoek aan de dierenarts, zeker niet in. Dat kan gevaarlijk zijn!

Na een kort gesprek en een algemeen onderzoek van je huisdier, zal je dierenarts wellicht een bloedonderzoek of zelfs een urineonderzoek voorstellen. En indien nodig volgt er nog een echografie en/of een gerichter bloedonderzoek. Want er zijn tal van aandoeningen die dit dorstgevoel kunnen veroorzaken. De meest voorkomende zijn diabetes, chronisch nierfalen (wat vaker voorkomt bij oudere dieren), leverfalen, het syndroom van Cushing (een verstoring van de bijnieren), hypercalciëmie (te veel calcium in het bloed), bepaalde infecties (baarmoeder, blaas) en sommige vormen van kanker. Ga bij twijfel dus steeds op consultatie bij je dierenarts!