Metz, zo veel meer dan een tussenstop

Een reusachtige kathedraal, schilderachtige straatjes, een jachthaven en de beroemde mirabelpruim... Ontdek deze gastvrije Franse stad, die niet eens zo veraf ligt.

Metz (spreek uit mess) rij je meestal voorbij op weg naar je vakantiebestemming, zonder dat je er veel aandacht aan besteedt. Niet meer dan een naam op een bord langs de snelweg, die verwijst naar een plaats die je je misschien voorstelt als triest, koud en grijs. Helemaal fout! Deze stad langs de Moezel, op het kruispunt van grote verbindingswegen, is zeker een toeristisch ommetje waard. En leuk om te weten: Metz kan je makkelijk helemaal te voet bezoeken of met een gratis elektrische minibus.

Het meest indrukwekkende monument in het oude stadscentrum is ongetwijfeld de kathedraal Saint-Etienne (13de-16de eeuw), opgetrokken in warme gele Jaumont-steen. “Dit is de bronzen medaille van de gotische kathedralen in Frankrijk, want ze is na die van Beauvais en Amiens de grootste”, vertelt onze gids Estelle Trunkenwald, terwijl we naar de nok van het kerkschip staren, 42 m boven ons. Prachtig!

Glaswerk van Chagall

Maar er is meer. De collectie glas-in-loodramen (13de tot 21ste eeuw) in de kerk is de grootste van Europa. De 6.500 m2 glas leverde deze gotische parel dan ook een mooie bijnaam op: la Lanterne du Bon Dieu. Verschillende kunstenaars realiseerden hier felgekleurde glasvensters: Jacques Villon, Kimsooja en Marc Chagall. Die laatste illustreerde passages uit het Oude Testament, zoals Mozes die de tien geboden krijgt. Op zoek naar nog meer bijzondere glaskunst? Laat de drukte van het centrum dan even achter je voor een bezoek aan de discrete Saint-Maximinkerk, waar de pastelkleuren van een werk van Jean Cocteau het licht filteren tot in het koor en de kapel.

Loop ook binnen in de Saint-Pierre-aux-Nonnains-kerk, zonder gebrandschilderde ramen maar wel een van de oudste kerken ter wereld. In het museum van La Cour d’Or ga je nog verder terug in de geschiedenis, met onder meer restanten van gallo-romeinse baden. En hou je van moderne en hedendaagse kunst, dan moet je zeker naar het Centre Pompidou-Metz, dat in een verrassend bouwwerk huist.

Station met grandeur

Van de oudheid tot de 20ste eeuw: de architectuur in Metz was altijd al zeer gevarieerd. Zo is le Quartier Impérial (de Keizerlijke wijk), een uitzonderlijk staaltje van Duits urbanisme. Na de oorlog van 1870 werd Elzas-Lotharingen immers bij het Duitse Keizerrijk gevoegd, tot aan het einde van de Eerste Wereldoorlog. Het is heerlijk struinen langs de Avenue Foch, een laboratorium van stijlen, met villa’s in romaanse, gotische, renaissance-, barok-, art-deco en... jugendstil. Het indrukwekkende treinstation staat symbool voor de germanisering van de stad. Dit gigantische neoromaanse gebouw (300 m lang) werd al meermaals uitgeroepen tot het mooiste station van Frankrijk. Wandel door de gaanderij en ontdek de fraaie zuilen, versierd met taferelen die verband houden met het stationsleven.

Bella piazza

In een heel andere sfeer baadt de Place Saint-Louis (13de eeuw), te midden van een wijk met Italiaanse flair. Dit mooie plein, omringd door overwelfde gaanderijen en vroeger het decor van kermissen en markten, is nu bezaaid met gezellige terrasjes. Teruggaan in de tijd is nooit moeilijk in Metz, zoals bij de middeleeuwse Porte des Allemands (13de-15de eeuw). Van de twaalf stadspoorten zijn er nog twee intact. Deze heuse vesting aan de oostkant van de stad doet vandaag dienst als tentoonstellingsruimte en is te bereiken via de stadswallenroute langs de Seille, een zijtak van de Moezel. Via dit parcours ontdek je dat Metz een van de groenste steden (480 ha) van Frankrijk is.

Met de zonneboot

Een van de populairste plekken bij de inwoners van Metz is le Plan d’eau, dat in de jaren 70 werd aangelegd. Ga in de buurt van de promenade aan boord van een boot op zonne-energie om de omgeving en de geschiedenis van de stad verder te ontdekken. Je glijdt langs de vijf rivierarmen van de Moezel, een ontspannende cruise van een uur, waarbij je ook het eiland van de Nieuwe Protestantse Tempel passeert. Op slechts enkele honderden meters van de jachthaven bevind je je al volop in de natuur, met aalscholvers en blauwe reigers op de oevers, maar toch in hartje Metz.

Koningin Mirabel

Na de architectuur en de natuur is het tijd voor gastronomie. De ster en specialiteit bij uitstek van de streek is een pruim: de mirabel van Lotharingen. Elke zomer vinden in Metz de Mirabelfeesten plaats, met de verkiezing van een heuse mirabelkoningin, want bijna 80% van de productie wereldwijd komt uit de regio. Deze kleine goudgele pruim is lekker als fruit, maar wordt ook gebruikt voor siroop, confituur of in sterke drank. Ga zeker naar de overdekte markt, om de levendige sfeer op te snuiven en te tafelen in het gezellige restaurant Chez Mauricette, een instituut in Metz. Op de degustatieplank diverse delicatessen: van uitstekende rookworst (fuseau lorraine), over quiche en paté, tot een sappige mirabeltaart. La Distillerie de Mélanie maakt verschillende producten op basis van de beroemde pruim: brandewijn, bonbons, rum, bier. Ze ligt buiten Metz, als je ze wil bezoeken, maar op de overdekte markt is er ook een winkel met deze specialiteiten. En laat zeker niet na om in de restaurants in het centrum ook te proeven van heerlijke cheesecake, een ijsparfait en een café lorrain, allemaal à la mirabelle natuurlijk!