Met dank aan keizer Karel

Eeuwen geleden waren het vooral kruisvaarders die de Maltese eilanden bezochten. Vandaag gaan we ernaartoe voor het zachte klimaat, de watersporten, de rijke cultuur en het adembenemende historisch erfgoed. Met dank aan de ridders en aan Karel V.

Het eiland Malta telt bouwwerken die ouder zijn de Egyptische piramides. Hier is dan ook heel wat volk over de vloer geweest: Feniciërs, Carthagers, Romeinen, Vandalen, Arabieren, Noormannen, Fransen, Britten.

Barok, barokker, barokst

Een mijlpaal in de geschiedenis van het eiland, is 1530. Toen schonk Karel V het aan de Hospitaalridders van Sint-Jan. Deze orde van monniksoldaten moest een bastion opwerpen tegen de oprukkende Arabieren. Valletta, de hoofdstad, ademt nog altijd de sfeer van toen uit. De stad is een kluwen van smalle en steile straatjes, geflankeerd door statige huizen verfraaid met houten erkers en balustrades. “Dat is typisch voor Valletta: de balkonnetjes,” vertelt onze gids. “En de kerken, natuurlijk: barokke, neogotische, middeleeuwse. Hoewel we maar met 400 000 inwoners zijn, kun je hier haast elke dag van de maand naar een andere kerk gaan.”

De Sint-Janskathedraal in Republic Street, de centrale winkelstraat, is dé attractie van de stad. Hier liggen alle grootmeesters van de Maltezer orde begraven en omdat niemand wou onderdoen voor zijn voorgangers is het interieur een feest van beelden, ornamenten en bladgoud. Barokker is onmogelijk. Ook Caravaggio’s meesterwerk De onthoofding van de heilige Johannes is hier te bewonderen.

Gezellig authentiek

Na zoveel barokke overdaad is de klim naar het hoogste punt van de stad, de tuinen van Barakka, een verademing. Van daaruit krijgen we een spectaculair zicht op de forten aan de overkant van de haven. Bij valavond, wanneer we de haven verkennen aan boord van een authentieke Maltese sloep, lijken de bastions van Ricosali, Vittoriosa en Senglea nog indrukwekkender. Eindbestemming van ons boottochtje is Vittoriosa Birgu, waar een wandeling op de fortenmuren nog romantischer is dan in Valletta zelf. Daar zorgen de vele stemmige wijnbars en restaurantjes voor.

Veel minder gezellig, maar even authentiek, is de oude hoofdstad Mdina en haar kale en rotsachtige omgeving. Hier woonde de oorspronkelijke adel. Middeleeuwse en barokke gebouwen leunen tegen elkaar aan. Deze plek straalt rust uit, net als het vissersdorpje met de geheimzinnige naam Marsaxlokk. Hoewel iedereen hier Engels en Italiaans spreekt, blijft het Maltees – een eeuwenoude taal van Arabische origine maar met een Romeins alfabet – de officiële taal.

Groen en... bruin

Het is oktober, maar de zon staat nog altijd hoog en weerkaatst fel in het water wanneer we met een watervliegtuig de afstand tussen Malta en het kleine broertje, Gozo, overbruggen. Dit eiland is veel landelijker, ruwer en groener dan Malta, met oude boerderijen en eigendommen afgeboord met nog oudere stenen muurtjes. Herders met schapen en geiten kruisen ons pad. Herders zoals Rikardu die op zijn boerderij geitenkaas maakt, maar tegelijkertijd ook een wijngaard uitbaat. En dit alles... om zijn eigen restaurant te bevoorraden! “Het ligt nu eenmaal in onze aard om verschillende beroepen te combineren...”.

Dat merken we ook op de boerenmarkt van Victoria, een oude middeleeuwse citadelstad op de top van een heuvel. Maar dit is vooral een eiland van minidorpjes met soms belachelijk grote kerken, zoals het gigantische Ta’Pinu.

Nog één laatste uitstap hebben we te goed: richting Comino, alweer een eilandje dat vooral bij duikers bekend is dankzij zijn Blue Lagoon, een beschutte baai met hemels water en een zalig zandstrand. Uiteindelijk wil ook wie geïnteresseerd is in cultuur graag naar huis met een gebronsd tintje...

Filip Godelaine

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content