Met beide voeten op de grond

Allerslimste mens ter wereld, uitverkochte zalen in Vlaanderen en Wallonië: niet slecht voor een jongen uit de Achterstraat in Meldert. En toch loopt Bert Kruismans niet naast zijn schoenen. “Mijn vrouw en familie houden me met mijn voeten op de grond.”

Zie nu wie hier binnenkomt!” De man aan het tafeltje stoot zijn disgenoot aan wanneer Bert Kruismans De Met in Groot-Bijgaarden binnenstapt. En ook de andere klanten kijken hem na terwijl we naar boven verkassen voor het interview. We zouden wel erg ver moeten rijden om een plek te vinden waar ze de komiek met de Dali-snor niet herkennen. Niet alleen is hij dankzij zijn voorstellingen in het zuiden van het land een WC – een Wallon Connu -, als ervaringsdeskundige die in allebei de landsdelen werkt, wordt hij door buitenlandse media om verhelderend commentaar gevraagd. “Ik heb zelfs al een interview voor de Japanse televisie gegeven!”

U bent stilaan de enige bekende mens aan het worden die we nog gemeenschappelijk hebben.

Ik ben in ieder geval de enige humorist die zowel in Vlaanderen als in Wallonië werkt. Vlamingen en Walen kennen mekaar niet meer. En dat gebrek aan kennis kan schaamteloos misbruikt worden door mensen die daar belang bij hebben. Dat stoort mij, het doet denken aan Joegoslavische toestanden, of aan Noord-Ierland in de jaren 70 en 80. De mythes worden onderhouden. Neem nu het verhaal dat Vlaamse soldaten in de Eerste Wereldoorlog door hun Franstalige oversten de dood in gestuurd werden. Mensen worden ontzettend kwaad op mij als ik zeg dat dat onzin is en toch is dat wetenschappelijk onderzocht en nonsens bevonden. Zelfs Vlaams-nationalisten aan het front hebben daar nooit over geklaagd. Het is een verhaal dat na de oorlog in omloop geraakt is. En dan nog niet omdat het echt gebeurd was, maar omdat het in een roman voorkwam! Toch blijven mensen bij hoog en bij laag beweren dat hun grootvader dat nog meegemaakt heeft.

Was het niet eng, die eerste optredens in het Frans? Het is tenslotte niet uw moedertaal.

Het was niet alleen de taal, ik kende niets van de actuele Franse cultuur, ook niet de verschillen in humor. Ik heb me daarin moeten gooien, ben vaak naar artiesten gaan kijken en zo. Zeker in het begin was dat moeilijk, omdat ik in het Nederlands technische onvolkomenheden wel kon opvangen met improvisatie, maar dat was in het Frans niet zo simpel. Ik zit nog altijd te sterven. Telkens weer, vlak voor ik op moet met iets nieuws, in Wallonië of in Nederland. Dan denk ik: waarom doe ik dit mezelf toch aan, het ging toch goed in Vlaanderen? Maar ik wil dit echt doen. Jacques Brel heeft eens gezegd dat we al op ons zestiende zouden kunnen sterven, omdat we dan in ons hoofd al alles hebben opgebouwd wat we willen bereiken in ons leven. Bij veel mensen stopt het daar ook. Het moeilijkste stuk van een wereldreis is niet de grote afstanden overbruggen, maar die kleine: van Vilvoorde naar Zaventem om effectief het vliegtuig te nemen. Neem iemand die van plan is om een boek te schrijven, maar in afwachting daarvan bretellen verkoopt. De kans is groot dat die na vijf jaar nog bretellen verkoopt, want er is vast iets tussengekomen. En tien jaar later zijn er weer andere hindernissen opgedoken.

U laat geen hindernissen op uw weg komen.

Er is nochtans niks logisch’ aan mijn parcours. Ik heb rechten gestudeerd en ben dan aan wijsbegeerte begonnen, maar na mijn zesde jaar universiteit hield ik het voor bekeken. Dan ben ik als presentator begonnen bij Studio Brussel. Toen ik mijn eigen teksten wilde schrijven, werd dat een beetje argwanend bekeken: je bent toch presentator? Toen ik dan naar televisie verkaste, was dat ook raar, want ik was toch een radioman. En zo gaat dat maar door. Mensen steken je graag in hokjes. Misschien ga ik ooit wel eens iets doen als jurist. En dan zullen ze zeggen: jamaar, jij bent toch een performer? Ik sluit gewoon niets uit. (grinnikt) Ik volg zangles, ben bezig met een muziekgroep, misschien ga ik wel eens een dichtbundel schrijven. Of een roman.

Zat het er als kind al in dat u ooit op een podium zou staan?

Toch wel. Mijn vader is zanger geweest en deed sketches tussendoor en blijkbaar waren er nog in de familie die zo’n dingen deden. We hebben thuis allemaal notenleer gevolgd, een instrument geleerd en dictie gevolgd op de muziekacademie van Ternat. Zo’n dertig jaar geleden stond ik voor de eerste keer op de planken, op mijn veertiende. We werden betaald met snoep en stylo’s. Een keer waren we héél blij omdat we een Parker gekregen hadden. Maar toen we het doosje openden, zat er een wegwerpstylo in.

Is geld dan niet belangrijk voor u?

Een tijdje geleden kreeg ik het aanbod om een reclamecampagne te doen, voor een bedrag waar een journalist met tien jaar ervaring een halfjaar moet voor werken. Ik moest er maar twee dagen voor uittrekken en mocht zelf een tekstschrijver kiezen. Echt luxe. Van dat geld kun je een auto kopen, maar mijn vrouw zei dat dat product niets voor mij was. Ze had gelijk. Ik heb het dus niet gedaan. Dan zal geld wel niet zo belangrijk zijn, zeker.

Is het moeilijk om bescheiden te blijven?

Ik heb lang genoeg achter de schermen gewerkt om dat te relativeren. En als het nodig is houdt mijn familie me wel met mijn voeten op de grond.

Is uw familie dan niet trots?

Ze zijn blij met mijn succes. Kijk, ik woon in Meldert, tussen mijn familie. Ikzelf ben al de zesde generatie die op die grond woont, de helft van de straat is familie van mij. Dat was zoals in de Helaasheid der Dingen van Dimitri Verhulst, maar dan zonder de agressie. Aalst keek neer op Meldert en Meldert op het gehucht waar wij woonden. Dus als ik succes heb, dan is dat een overwinning op al degenen die op ons neerkeken.

Dit is het jaar dat u 45 wordt...

Dat is zo raar. De Bende van Nijvel, de val van de Muur, Aldo Moro,.. het lijkt echt alsof dat gisteren was. Zelfs de oorlog. Ik hoor mijn grootmoeder nog vertellen hoe ze zag dat er voor wat patatten en tien eieren kinderen doodgeschoten werden. Als ik dat tegen mijn zoons vertel, dan kijken ze alsof ik het over de prehistorie heb. De tijd vliegt. Ik heb het gevoel dat ik tweehonderd jaar nodig heb om te doen wat ik allemaal wil doen.

U werkt nochtans hard genoeg.

Wij werken hard, mijn vrouw en ik, want zij regelt alles voor mij. Het is niet eenvoudig voor het gezin. Ik mis de helft van alle familiefeesten omdat ik moet werken, de kinderen moeten stil zijn omdat papa slaapt en ’s avonds moet optreden.

En uw vrouw en kinderen staan nooit in ‘de boekskes’.

Mijn collega’s doen wat ze willen, maar ik vind niet dat dit kan: eerst ermee lachen en er dan uitgebreid gaan instaan. Al wat ik wil, is dat mensen luisteren naar de vragen die ik graag wil stellen. De juiste antwoorden hoeven dan niet eens.

Info over voorstellingen op www.kruismans.com

Ariane De Borger – foto’s: Frank Bahnmüller

De tijd vliegt. Ik heb het gevoel dat ik tweehonderd jaar nodig heb om te doen wat ik allemaal wil doen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content