Marc Boussy is maritiem gids

Het is luisteren met plezier wanneer Marc Boussy (65) aan het vertellen is tijdens de wandeling door zijn ‘steedje’. En wanneer het over het maritieme verleden gaat, is hij helemaal op dreef. Het zijn allemaal verhalen van vroeger, want de eens zo bloeiende Blankenbergse vloot ging tijdens de Tweede Wereldoorlog ter ziele. “Eigenlijk was de visserij begin 20ste eeuw al aan het tanen”, vertelt hij. “Tijdens de belle époque was de focus op het toerisme en het mondaine leven komen te liggen. Daar kon geld mee verdiend worden. Ook menig visser stapte erin mee.”

Marc slaat zijn map open met oude foto’s en toont de badkarren van weleer. Dames en heren in oversized badpakken laten zich in die kar tot in zee rijden. “De vissers hadden daar snel brood in gezien en in plaats van een nieuwe ‘schute’ te bouwen, bouwden ze zo’n badkar op wielen. Ze draaiden er ook hun hand niet voor om de dames tot in het water te dragen.” Dat er veel Frans werd gesproken in die tijd, vertelt hij er nog bij en dat de badkarhouders de ‘baigneurs’ werden genoemd. En de redders werden de ‘soofteurs’ genoemd, van het Franse sauveteurs.

En ook dat het Blankenberge was die de eerste redders in dienst nam aan onze kust. “Er waren hier in 1835 twee Bruggelingen verdronken en zo diende zich de nood aan om redders in te zetten tijdens het badseizoen”. Marc toont een foto met vier mannen bij een reddingsboot. Ze dragen elk een soort vestje zonder mouwen in kurk. “Ook voor deze job waren de vissers geknipt. Het probleem was wel dat zij niet konden zwemmen! In die tijd kon geen enkele visser dat. Een paar metertjes op zijn hondjes, maar verder geraakten ze niet. Het kurken lijfje hield hen drijvend wanneer ze bij een reddingsoperatie zelf in de problemen kwamen. Een bijkomende beveiliging was het touw dat ze rond hun lenden knoopten. Wanneer ze kopje onder gingen, werden ze snel aan land getrokken.”

Het smaakt naar meer, zeker wanneer Marc begint te vertellen over het vissersleven van zijn ‘pee’ en over zijn overgrootvader die nog op een ‘schute’ vaarde, een platbodem die bij vloed op het Blankenbergse strand werd getrokken.