Makkelijker scheiden met onderlinge toestemming

Bij een scheiding met onderlinge toestemming moet je voortaan minder vaak of helemaal niet meer voor de rechter verschijnen. En de rechtbank moet een familiedossier bijhouden.

Sinds 1 september 2014 zijn de familierechtbanken aan de slag. Ze behandelen geschillen omtrent het gezin, dus ook echtscheidingen. Nu alles gecentraliseerd is, moet wie scheidt niet langer bij verschillende rechtbanken aankloppen (vredegerecht, jeugdrechtbank, eerste aanleg). In de wet die de familierechtbanken opricht, werd ook de echtscheidingsprocedure met onderlinge toestemming vereenvoudigd.

Sneller scheiden

Scheiden met onderlinge toestemming vergt nog steeds een buitengerechtelijke en een gerechtelijke fase.

Buiten de rechtbank om moeten echtgenoten nog steeds een regelingsakte (echtscheidingsovereenkomst) opmaken waarin ze afspraken maken over de minderjarige kinderen, de verdeling van goederen en schulden, wie waar gaat wonen, de alimentatie die ze al dan niet aan elkaar betalen, enz.

Ze kunnen die overeenkomst zelf opstellen of aankloppen bij een advocaat of notaris. Die laatste moet verplicht worden ingeschakeld als er een onroerend goed moet worden verdeeld. Op dat vlak verandert er niets.

In de rechtbank is de procedure wel ingrijpend gewijzigd.

Het dossier moet via een verzoekschrift voor de familierechtbank worden gebracht en voorzien zijn van een aantal verplichte bijlagen: de regelingsakte, een uittreksel uit de huwelijksakte,.... Zowel een advocaat als een notaris kan zo’n verzoekschrift opstellen. De meeste zaken die voor de familierechtbank komen, kunnen voortaan trouwens met een verzoekschrift worden ingeleid. Dat is goedkoper dan een dagvaarding, omdat de kosten voor de gerechtsdeurwaarder wegvallen.

Tot nog toe moesten echtgenoten één keer samen voor de rechtbank verschijnen als ze bij de indiening van het verzoekschrift al zes maanden feitelijk gescheiden leefden. In alle andere gevallen moesten ze zelfs twee keer langskomen: een eerste keer binnen de maand na neerlegging van het verzoekschrift, een tweede keer in de loop van de vierde maand die volgde op de datum van het proces-verbaal van de eerste verschijning.

De nieuwe wet schaft dit alles af. Echtgenoten die nog geen zes maanden feitelijk gescheiden zijn moeten voortaan nog één keer persoonlijk verschijnen binnen de maand na de neerlegging van het verzoekschrift. Leven ze al meer dan zes maanden feitelijk gescheiden, dan moeten ze zelfs niet meer persoonlijk verschijnen en volstaat een schriftelijke procedure.

De rechter heeft vragen

Stelt de rechter zich vragen stelt bij de regeling over de kinderen, dan kan hij of het parket de scheidende partners oproepen om verduidelijkingen te geven. De rechter kan zelfs weigeren akkoord te gaan met bepaalde modaliteiten van de echtscheiding. De partners moeten dan een nieuwe overeenkomst opstellen. De rechter oordeelt altijd in het belang van de kinderen.

Eén familiedossier

Wat? De rechtbank houdt voortaan een familiedossier bij. Daarin komen alle geschillen die ontstaan tussen partijen die gemeenschappelijke kinderen hebben, ook de geschillen over het grootoudercontact. Of beide partners gehuwd zijn, wettelijk of feitelijk samenwonen is daarbij van geen belang.

Ook geschillen tussen echtgenoten en tussen wettelijk samenwonenden zonder kinderen komen in het dossier terecht. De familierechtbank is evenwel niet bevoegd voor geschillen tussen feitelijke samenwoners die geen kinderen hebben.

Waarom? Via het familiedossier heeft de rechter een overzicht van eerdere geschillen tussen familieleden. Dat heeft twee voordelen: er kunnen meer coherente beslissingen worden genomen en het spaart tijd en kosten omdat de hele voorgeschiedenis niet meer moet worden uitgelegd en men zich kan beperken tot wat relevant is. Wordt een zaak van de ene naar de andere familierechtbank overgedragen, dan verhuist het volledige familiedossier mee.

Inzage. Wie dat wil, kan zijn familiedossier inzien (of dat vragen aan zijn advocaat). Over wie nog niet betrokken is in een procedure, is er ook geen dossier.

Jan Roodhooft, advocaat

Wie nog geen zes maanden gescheiden leeft, is voortaan drie maanden eerder uit elkaar en de anderen besparen zich een trip naar de rechtbank.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content