Maatje

Tijdens mijn vakantie in het wondermooie Turkije liep ik door een straatje van de historische stad Amasya. Achter een raam, in een piepklein winkeltje, een maatje 36 schat ik, zag ik plots een schoenlapper aan het werk. Maar toen ik wat beter keek, bleek hij geen schoenen aan het lappen te zijn, maar ze met de hand aan het maken. Een ambacht dat bij ons totaal is verdwenen. De schoenmaker deed me teken om binnen te komen. Op zijn werktafel stonden twee simpele, glanzende zwarte exemplaren en aan een paar bruine was hij net begonnen.

Mijn vraag welke maat het was, begreep hij niet. Er werd meteen een buurmeisje bijgeroepen dat Engels sprak. “Die schoenen hébben geen maat, meneer, hij meet je voet en houdt rekening met alle individuele rondingen en... knobbels!” Ik keek gefascineerd toe en hij werkte rustig verder, af en toe lachend. Na enkele minuten vroeg hij of ik ze eens wou passen. Zijn geoefend oog had natuurlijk gemerkt dat ze ongeveer mijn maat moesten zijn. En inderdaad, de schoenen pasten bijna perfect. Misschien een ietsje te groot maar het ging. Trouwens, te groot of niet, ik wilde die schoenen hebben. Een ander, wat kleiner paar had hij niet in huis. “Natuurlijk niet”, vertelde het buurmeisje. “Hij maakt ze op bestelling, voorraad heeft hij nooit. Deze zijn klaar om geleverd te worden en dat nieuwe paar moet over drie dagen af zijn.”

Dood-, doodjammer, want ik had ze zo graag gehad. Kostprijs 750 miljoen? Dat was niet het probleem. Stel je voor: de sensatie van ambachtelijke schoenen, gekocht van de maker zelf! Intussen was het buurmeisje thee gaan halen want de gastvrijheid is onschatbaar groot in Turkije. Overal krijg je thee. Zelfgemaakte, uit Rise.

Toen de schoenmaker de ontgoocheling op mijn gezicht las, was hij verloren. Kijk, als ik de schoenen echt wilde, dan mocht ik ze hebben. Hij zou meteen een nieuw paar opzetten voor zijn klant en wat harder doorwerken. Nog een glaasje thee om alles te bezegelen en als een kind ging ik met mijn nieuwe schoenen naar buiten.

Op weg naar het hotel heb ik me van pure gelukzaligheid laten scheren: inzepen met een kwast, echte zeep, heet scheerwater en een mes dat eerst nog even op een scheerriem werd aangezet. Daarna stak de barbier de vlam aan een stokje en sloeg er zacht mee op mijn oren om de haartjes weg te branden. Die geur deed me meteen denken aan mijn kindertijd toen tante Maria een varken slachtte. Als apotheose een flink bijtende aftershave, nog wat talkpoeder en een nekmassage.

Nooit zo glad geschoren geweest. Nooit zulke fijne schoenen gehad. n

Fred Brouwers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content