Maar wie helpt de helper?

Onmisbaar zijn ze, de vele mantelzorgers die belangeloos een stukje zorg verlenen aan wie daar nood aan heeft. Gelukkig zijn er ook steunmaatregelen voor de mantelzorger zelf.

Zondag 18 maart 2012 was de eerste Dag van de zorg. Een zorg die volgens Vlaams minister van o.a. Welzijn, Jo Vandeurzen, deel moet uitmaken van ons leven van elke dag. Mensen die zorg nodig hebben mogen niet het gevoel hebben in afzondering te leven. Daar-om zijn mantelzorgers zo belangrijk in onze samenleving. Zij zorgen ervoor dat wie zorg nodig heeft langer thuis kan blijven. Zij vormen vaak een brug tussen de wereld van de zorgbehoevende en die daarbuiten. Niet voor niets is volgens het Kenniscentrum Mantelzorg het economische sleutelwoord voor mantelzorgbeleid BTW: Bijzonder Toegevoegde Waarde.

Maar het verlenen van mantelzorg kan ook zwaar zijn. Het is dan ook goed te weten welke hulp de mantelzorger zélf kan inroepen. Op het praktische vlak maar ook op het juridische (tegemoetkoming, verlof,...). We maken een overzicht van de mogelijke ‘hulp voor de helper’ aan de hand van de getuigenis van Lea Sels, al 20 jaar mantelzorger.

Toen Lea, jaren missiezuster in Burundi en de Filippijnen, in 1991 terug naar België kwam, ging ze werken in een rusthuis van het OCMW. Een jaar later ging ze haar beide ouders helpen. Vandaag zorgt Lea nog altijd voor haar volledig afhankelijke moeder, haar vader is intussen overleden.

De cijfers in dit artikel verwijzen naar de uitleg op p. 62- 63.

Een langzame evolutie

Van de dochter die regelmatig een handje toestak, is Lea geëvolueerd naar de permanente en inwonende hulp van haar ouders. Lea: “In het begin kwam ik om de 14 dagen en dan bleef ik van donderdag tot zondag. Ik deed allerlei onderhoudswerkjes, de was, maakte maaltijden voor een hele week die ik invroor. Zo konden mijn ouders verder. Mijn vader werkte toen nog in de moestuin en zorgde voor mijn moeder. Gaandeweg werd mijn moeder almaar minder valide en had mijn vader het moeilijker om haar te verzorgen.” In 1996 besloot Lea bij haar ouders te gaan inwonen.

Externe hulp

De ouders van Lea verloren beetje bij beetje hun zelfstandigheid. “In het begin kon mijn vader nog lopen, later moest ik een beetje steun bieden. Hij heeft alles zo lang mogelijk zelf gedaan. Dat was anders bij mijn moeder. Daarom heb ik, toen ik fulltime voor mijn ouders ging zorgen, verpleeghulp gevraagd. Zij helpen mij ’s morgens en ’s avonds mijn moeder in en uit bed te halen, te wassen en te verzorgen. Zelf heb ik lang een beroep gedaan op verpleegkundigen van het Wit-Gele Kruis. Nu werk ik met een zelfstandige thuisverpleger maar ook andere pistes zijn mogelijk. (1) Er is een medisch attest nodig om hun hulp te verantwoorden, maar daar zorgen ze zelf voor.”

“Verder doe ik ook al een hele tijd een beroep op familiale helpers. Aanvankelijk sprongen mijn twee zussen bij maar mijn oudste zus is overleden en de jongste heeft bij een val een polsprobleem opgelopen. Om na te gaan hoeveel en welke hulp ik nodig heb, stuurde Familiehulp een maatschappelijk werker. Samen hebben we een lijst opgesteld met taken. Ik kon zelf beslissen over de frequentie van de hulp. De kostprijs wordt berekend in functie van het inkomen van de zorgafhankelijke persoon.

Mijn moeder heeft een overlevingspensioen en krijgt een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden. (2)

Een hele uitdaging

Iemand verzorgen die almaar meer afhankelijk wordt, is een hele uitdaging. “De huisarts van mijn ouders had mij gewaarschuwd dat hun algemene gezondheidstoestand niet zo best meer was en dat ze wel eens snel konden overlijden. Maar de combinatie van aangepaste voeding en het wegvallen van alle praktische beslommeringen heeft zeker hun leven verlengd. Door mijn opleiding weet ik goed welke vitamines, mineralen en proteïnen ze nodig hebben.”

“Toen in bij het OCMW werkte heb ik technieken aangeleerd om een persoon te verplaatsen zonder er zelf een gebroken rug aan over te houden.” (3)

Tijd voor uzelf

Iemand verzorgen die afhankelijk is geworden, is geen nine-to-five job. Je moet er 24 uur op 24 zijn. Het is dan ook heel belangrijk dat je ook eens tijd voor jezelf neemt. “Dat doe ik elke woensdagnamiddag. (4) Ik schakel dan iemand in die op mijn moeder komt passen. Dat verloopt via een systeem bij het ziekenfonds dat vergelijkbaar is met familiehulp: je betaalt een bedrag voor deze dienst, afhankelijk van het inkomen van de zorgbehoevende persoon.”

Isolement en solidariteit

“Als je ervoor kiest om fulltime iemand te verzorgen, loop je het risico zelf geïsoleerd te raken. Een feest in het dorp? Daar kan ik onmogelijk naartoe. Gelukkig krijg ik veel bezoek en heb ik een netwerk van hulp-aan-huis. Daar heb ik ook aan moeten wennen: je deelt een stuk intimiteit met mensen die geen familie zijn. Maar geleidelijk aan raak je eraan gewend en groeit er ook een band. Daarom vind ik het heel belangrijk dat er niet voortdurend personeelswissels zijn. Dat is niet alleen belangrijk voor mezelf, maar ook voor mijn moeder. Ik ben ervan overtuigd dat verzorging op zich niet voldoende is. Het is ook de aandacht en de tederheid waarmee de zorgbehoevende persoon omringd wordt die voor levenskwaliteit zorgen en, ik ben er zeker van, ook voor een langere levensduur.”

(1) Verpleeghulp/ Familiehulp

De dienst maatschappelijk werk van uw ziekenfonds helpt u met het zoeken naar een oplossing en geeft u zicht op de financiële tussenkomsten en de mogelijkheden van diensten voor thuisverzorging en thuisverpleging. U kunt daarvoor ook terecht bij de sociale dienst van het OCMW. Er zijn ook diensten voor zelfstandige thuisverpleging (zie: Praktisch)

(2) Financiële hulp

De zorgbehoevende persoon kan in aanmerking komen voor een heel aantal financiële voordelen: belastingvermindering (personenbelasting en onroerende voorheffing), een hoger aantal dienstencheques, een sociaal telefoon- en energietarief, een verhoogde tegemoetkoming voor gezondheidskosten, een tegemoetko- ming voor hulp aan bejaarden,... Als de zorgbehoevende inwoont bij de persoon die mantelzorg verleent, dan kan de mantelzorger mee genieten van een aantal voordelen. Voor de mantelzorger zelf is er echter minder financiële hulp voorzien. Maar daar wordt aan gewerkt...

Federaal

Minder belastingen

Als u een (groot)ouder, broer of zus bij u laat inwonen die zelf beperkte inkomsten heeft, dan kan die persoon fiscaal ten laste zijn. U krijgt dan een verhoging van de belastingvrije som. Meer info: FOD Financiën, % 02 572 57 57.

Wetsvoorstel onkostenvergoeding zorgvrijwilligers

Een belangrijke groep van vrijwilligers zijn de zorgvrijwilligers die boodschappen doen voor een buur op leeftijd, een oogje in het zeil houden wanneer de mantelzorger van een dementerende persoon afwezig is,... Voor deze diensten kunnen zorgvrijwilligers een forfaitaire onkostenvergoeding krijgen. Maar vaak kunnen ze na een tijdje geen vrijwilligerszorg meer bieden omdat ze het jaarplafond van de onkostenvergoeding hebben bereikt (euro 1.257,51 per jaar). Gaat de vrijwilliger boven dit plafond (of boven het dagplafond van euro 31,44), dan moet hij RSZ en belastingen betalen op het volledige bedrag van de vergoeding.

Sonja Becq, Dirk Claes en Cindy Franssen dienden een wetsvoorstel in om het onkostenforfait te verdubbelen.

Vlaams

De Vlaamse zorgverzekering

Zorgbehoevende personen met 35 punten op de BEL-schaal (Beoordeling Eerste Lijn) hebben via de Vlaamse Zorgverzekering recht op een gedeeltelijke terugbetaling van hun niet-medische kosten. Een deel van de vergoeding kunnen ze gebruiken om hun mantelzorgers te vergoeden, al is de Vlaamse zorgverzekering daar niet echt voor bedoeld, zegt Dolf De Ridder van het Kenniscentrum Mantelzorg. Om als zwaar zorgbehoevend te worden beschouwd en dus recht te hebben op een tegemoetkoming, moet de zorgbehoevende die beroep doet op mantel- en thuiszorg, lijden aan een langdurig en ernstig verminderd zelfzorgvermogen. Dit moet hij bewijzen via een attest opgesteld door een ‘indicatiesteller’ (bijvoorbeeld een OCMW of een dienst voor gezinszorg). U vindt de lijst met indicatiestellers op www.vlaamsezorgverzekering.be. De uitkering bedraagt euro 130 per maand, zowel voor wie een beroep doet op residentiële zorg als op mantel- en thuiszorg.

In Vlaanderen is de bijdrage voor de zorgverzekering verplicht voor iedereen vanaf het jaar dat hij/zij 26 wordt. In Brussel is er een vrijwillige aansluiting mogelijk vanaf de leeftijd van 26 jaar.

Provinciaal

De provincies Antwerpen, Oost-Vlaanderen en Limburg kennen een provinciale mantelzorgpremie toe. De voorwaarden zijn wel telkens verschillend. De premie is niet cumuleerbaar met de Vlaamse zorgverzekering, maar is bedoeld voor de mantelzorger die iemand verzorgt die niet in aanmerking komt voor de Vlaamse zorgverzekering (wegens geen 35 punten op de BEL-schaal). Meer informatie vindt u:

voor Antwerpen: www.provant.be > subsidies > welzijn > individuele toelage voor thuisverzorging van ouderen.

voor Oost-Vlaanderen: www.oost-vlaanderen.be > welzijn en gezondheid > individuele premies.

voor Limburg: www.limburg.be > senioren > dienst ouderen > mantelzorg

Gemeentelijk

Verschillende gemeenten beschikken over een gemeentelijke mantelzorgpremie, maar in nog heel wat gemeenten bestaat die premie niet. Neem dus contact op met uw gemeente. Het bedrag kan variëren van euro 50 per jaar tot euro 25 (of meer) per maand. Let op! Elke gemeente heeft haar eigen regels. Soms is de premie enkel bedoeld voor mantelzorgers van 65-plussers, of bijvoorbeeld alleen voor bloedverwanten,....

(3) Technische hulp

U kunt een opleiding volgen om rugsparende technieken aan te leren. U kunt ook heel wat materiaal lenen. Informeer bij uw ziekenfonds.

(4) Psycho- logische hulp

Als u als mantelzorger zelf even op adem wilt komen, kunt u de zorgbehoevende persoon tijdelijk laten opvangen in een centrum voor kortverblijf of een dagverzorgingscentrum. Sommige ziekenfondsen organiseren vakantieverblijven voor zorgafhankelijke personen en hun mantelzorgers. Bepaalde gemeenten kennen een vakantietoelage toe aan langdurig zieken. Informeer bij uw gemeentebestuur. Informeer ook bij uw ziekenfonds. Zij beschikken over een dienst thuisoppas zodat u er zelf eens tussenuit kunt.

Annemie Goddefroy en Jocelyne Minet

Kent u de mantelzorgtelefoon? Op % 078 15 50 20 vindt u een luisterend oor en kunt u uw verhaal kwijt. Op weekdagen tussen 14 en 18 u. Kostprijs: zonaal gesprek.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content