Luxemburg Hoofdstad in zakformaat

Luxemburg is mooier dan ooit en vast van plan ook deze zomer te behagen. Tal van nieuwigheden staan garant voor een boeiende citytrip vlakbij huis.

De stad Luxemburg – internationaal financieel centrum en Europees knooppunt – zet haar verjongingskuur voort. Ook deze zomer zullen tal van happenings tot een eind in het najaar de stad extra schwung geven. Met als kers op de taart het Gala van de Tour de France, bedoeld om de broers Schleck aan te moedigen. Want natuurlijk gaan deze Luxemburgers schitteren in de Ronde van Frankrijk.

Van fort tot stad

De stad Luxemburg ontstond op een vesting die een indrukwekkende vallei domineert. Toen de Ardense graaf Siegfried in 963 de steile Bock-rots veroverde, kwam hier een burcht. Sindsdien werd dit strategische bolwerk voortdurend versterkt en uitgebreid met bunkers en bastions. In de 19de eeuw noemde men het zelfs het Gibraltar van het noorden. Niet zo verwonderlijk, want de op expansie beluste buren – of het nu ging om de Bourgondiërs, de Spanjaarden of de Fransen – keken altijd verlekkerd naar deze stad. Daarom bezit ze een labyrint van ondergrondse kazematten, vandaag een van de populairste bezienswaardigheden.

Stad met vele gezichten

Luxemburg telt ruim 100 000 inwoners. De meeste (67 %!) zijn expats die werken voor internationale instellingen. De stad heeft twee bovensteden, gescheiden door een heuse canyon, waarin drie stadswijken liggen: Grund, Clausen en Pfaffenthal.

In de bovenstad vindt u aan de ene kant de stationswijk met de toren van de Caisse d’épargne, een modern belfort van kapitalisme. Aan de andere kant ligt het centrum met de oude stad. Beide delen worden met elkaar verbonden door de sensationele Adolfsbrug, die een riant uitzicht biedt over het dal.

In de oude stad komt u van bij de zeventiende-eeuwse Notre-Dame-kathedraal als vanzelf terecht bij het parlement en het prachtige groothertogelijke paleis met zijn gevel in Spaanse renaissancestijl uit 1572 (’s zomers toegankelijk voor bezoekers). Iets verderop nodigen de terrasjes op de place Guillaume II en de place d’Armes uit. De stad kan ook prat gaan op heel wat boeiende musea zoals het Nationaal Museum voor Kunst en Geschiedenis en het MUDAM, voor hedendaagse kunst. Ze liggen niet ver uit elkaar en zijn dus vlot bereikbaar. Daarom is wandelen de ideale manier om Luxemburg te verkennen. Doorheen de stad zijn veertien wandelroutes uitgestippeld. De klassieke Wenzel-wandeling vertelt 1000 jaar geschiedenis in 100 minuten: ze loopt langs de Corniche, ook wel het mooiste balkon van Europa genoemd, en slingert vervolgens naar de wijk Grund, waar zich de imposante abdij van Neumünster bevindt, nu een cultureel centrum. Het Vauban-pad gidst u door de twee andere wijken van de benedenstad: Clausen en Pfaffenthal.

Een heuse wedergeboorte

Tot voor kort was de wijk Grund vergeten en vervallen. Vandaag bulkt ze van de bars, restaurants, terrasjes en fleurige straatjes. Grund is dé place to be voor wie lekker wil eten of een avondje wil stappen. Restaurants met een Michelin-ster zijn de kers op de taart. Hoog daarboven, op het Kirchberg-plateau, jaagt de stad onverstoord haar ambities van Europees centrum na, met het Europese Hof van Justitie, de Europese investeringsbank en de Europese Rekenkamer. Maar laat die moderne tempels van Europa voor wat ze zijn. Snuif liever de sfeer op in de oude stad, waar de tijd even kalm voortkabbelt als de piepkleine Luxemburgse riviertjes, de Alzette en de Pétrusse.

Tekst en foto’s: Eric Valenne