Luik per fiets, een ontdekking!

Op 3 juli geeft Luik het startschot voor de Ronde van Frankrijk 2004. Een gedroomde aanleiding om de Vurige Stede op een andere manier te (her)ontdekken. Plus Magazine stippelde een fietstocht uit langs de voornaamste beziens- waardigheden, met ruime pauzes om dubbel te genieten.

Fietsen door Luik, zijn ze daar bij Plus Magazine helemáál gek geworden? Een beetje gek zijn we altijd geweest, helemaal gek (nog) niet, mogen we hopen. Wel is het waar dat Luik uit het verleden het imago van een fietsonvriendelijke stad met zich meedraagt. “Maar er begint een en ander te veranderen”, stelt Patrick Dessart van de vereniging Pro Vélo vast. “In de stadswijken Outremeuse en Longdoz zijn overal groene fietsen op het wegdek geschilderd om de automobilisten op de aanwezigheid van fietsers te wijzen. In een aantal eenrichtingsstraten mogen tweewielers tegen de rijrichting in rijden en op de rechteroever van de Maas is een luxueus pad aangelegd, zodat je nu bijna 4 km dwars door de stad kunt fietsen tussen het Parc de Boverie en de Pont de l’Atlas. Maar er moet nog veel gebeuren: meer fietspaden, een afgebakende rijstrook voor bussen en fietsers op de bruggen en vooral een mentaliteitsverandering bij de Luikenaars.”

Toch is de fiets vrij comfortabel om deze stad te verkennen, horen we van Jean Falisse, een gids die groepen op twee wielen rondleidt. “Luik is een langgerekte stad langs de Maas. Te voet ben je na drie wijken al moe. Met de fiets kun je op een halve dag een globaal beeld krijgen en veel zien zonder je te zeer te vermoeien. Op voorwaarde natuurlijk dat je niet de steile hellingen rond de stad op wilt rijden. Voor wie een beetje voorzichtig blijft, is het verkeer hier niet onveiliger dan elders.”

We gaan de uitdaging aan. Samen met Patrick Dessart en Jean Falisse rijd ik de tocht na die ze voor Plus Magazine hebben uitgestippeld. Ons parcours is een goede 5 km lang en blijft vlak, op één helling na. Als u uw eigen fiets meebrengt, kunt u de auto achterlaten in de parkeergarage onder de Place Saint-Lambert. De lift van de garage is breed genoeg voor fietsen.

U kunt ook met de trein komen en, zoals wij, fietsen huren bij het Maison des Cyclistes (zie kaderstuk Praktische info). Het zijn hoge Batavus-stadsfietsen waarop je heerlijk over de auto’s heen kunt kijken.

Vertrekken aan de wieg van de stad

Ons vertrekpunt is Luiks bekendste plein, de Place Saint-Lambert, waar de stad ooit geboren is. Hier haalt u het best eerst een stadsplattegrond af bij het Maison du Tourisme. Een kwarteeuw lang was het uitgestrekte plein een desolate bouwput. De Luikenaars hebben moeten wennen aan de futuristische heraanleg, maar vandaag is het er weer gezellig druk. Een groot deel van de ruimte is verkeersvrij. Jongelui klitten samen op de trappen en rond de waterpartijen en kijken naar de halsbrekende toeren van de plankschaatsers. Let op de stalen zuilen: ze lijken op vlechtwerk van gewapend beton en geven de plaats aan waar vroeger de Sint-Lambertuskathedraal stond. Aan één zijde wordt het plein gedomineerd door het imposante gerechtsgebouw, vroeger was dit het paleis van de prins-bisschoppen. Neem zeker de moeite om er even binnen te fietsen: u mag rijden tot op de eerste binnenplaats.

Door de drukke Rue Léopold fietsen we naar de Maas. Vanop de Pont des Arches hebt u een eerste zicht op de stad langs de waterkant. Over de rivier fietsen we de wijk Outremeuse binnen. Hier werd Simenon geboren, hier vond hij de inspiratie voor menige roman. Ook Tchantchès, de marionet-straatbengel, is er prominent aanwezig. Neem aan de Place Saint-Pholien rechts de Chausseé-des-Prés. Op het einde van de straat komt u op een pleintje met het standbeeld van Tchantchès. Neem dan de Rue Surlet (het Tchantchès Museum vindt u aan nr. 56). Zo’n 300 m verder slaat u linksaf om wat verder de Rue Roture te bereiken. Deze pittoreske straat baadt in een Simenonsfeertje. Ze vormt het hart van de ‘vrije gemeente Outremeuse’, die overigens een echte president heeft. De oude panden zijn ingepalmd door tientallen restaurants, bars en leuke winkeltjes. Let onder meer op de gevel (nr. 32) met de vele trompe-l’oeils.

We fietsen vrolijk door de Rue de Récollets (nummer 34, het geboortehuis van de componist Grétry, is nu een museum) en dan door de Rue Georges Simenon tot op de Place du Congrès. Hier draaien we driekwart om in de Rue de la Province te komen. Blijf rechtuit rijden en u komt vanzelf weer aan de Maas. Die steken we over (Pont Saint-Léonard).

Indrukwekkende trappen

Over de Maas komen we rechtuit aan ons eerste rustpunt: de groene Esplanade Saint-Léonard. Hier ziet u nog een restant van de middeleeuwse stadswallen en daarachter de steile Citadelle-heuvel.

Na een pauze nemen we de Rue Hors-Château en rijden we het historische hart van de stad binnen. Let aan uw rechterkant op de nauwe doorgangen naar de oude steegjes. Sla het laatste steegje, de Impasse des Ursulines, in en u staat meteen aan de voet van de Montagne de Bueren. Deze steile en schier eindeloze trappenrij vormt één van Luiks beroemdste bezienswaardigheden: een prachtig panorama op de stad.

Terug in de Rue Hors-Château blijven we rechtuit fietsen. Via de Rue du Palais rijden we langs de achterkant van het vroegere prins-bisschoppelijk paleis en bereiken we het spoorwegstation Gare du Palais (op uw rechterkant). Hier is het opletten geblazen, want u bent nu op een drukke uitvalsweg uit de stad. Gelukkig blijft u er niet lang. Aan de rotonde voorbij het station slaan we linksaf om de Rue Montagne Saint-Martin te bereiken. Dit is de enige helling in ons parcours. Bovenaan wacht de Basilique Saint-Martin. De vierkante toren dateert uit de 15e eeuw.

Naar het strand!

Voorbij de kerk blijven we de Rue Saint-Laurent volgen. Even voorbij het vroegere militair hospitaal slaan we rechtsaf in de Rue Wazon en wat verder weer naar links in de Rue César Franck: na de klim van daarnet gaat de rit vrij scherp naar beneden. Leuk fietsen, dat is een feit, maar u moet zeker remmen want de afdaling gaat over kasseien. Beneden nemen we eerst even links en dan meteen rechts. We komen in de Rue Louvrex: een kaarsrechte straat die ons door de negentiende-eeuwse burgerwijk van Luik voert. Op onze rechterkant passeren we de Jardin Botanique û een nieuwe aanleiding voor een aangename pauze.

We blijven rechtdoor rijden en dwarsen de Place de Bronckart, een vrij gaaf 19e-eeuws plein. Wat verder komen we aan het kruispunt met de Rue des Guillemins. Rechts leidt die naar het hoofdstation van Luik, maar wij rijden links om het sfeervolle Parc d’Avroy te bereiken. Dat park rijden we in en halfweg slaan we rechtsaf naar de mooie Esplanade Albert I.

We staan nu weer aan de Maas. We steken de rivier over en zien rechts al het Parc de la Boverie liggen: de groene long en ook een beetje het strand van Luik. Het park beslaat een uitgerekte landtong tussen de Maas en het afleidingskanaal. Op mooie dagen komen de Luikenaars hier graag wandelen, joggen, roeien, kajakken en zonnebaden. We rijden het park in en volgen de kronkelpaden. Mooie plekjes om uit te rusten vindt u hier genoeg, bijvoorbeeld aan het statige paleis dat in 1905 gebouwd is voor de wereldtentoonstelling. Nu is hier onder meer het MAMAC ondergebracht, het museum voor moderne en hedendaagse kunst. We rijden tot aan het uiterste zuidpunt van het park en komen aan een betonnen steiger die als een punt in de Maas uitsteekt: het maritieme gevoel is compleet!

Eindelijk een terras...

Het laatste deel van onze tocht is het rustigste. In het Parc de la Boverie nemen we het nieuwe Ravel-pad langs de rechteroever van de Maas. Ravel is de naam van het project van de Waalse overheid om de jaagpaden langs rivieren en kanalen en de oude treinbeddingen om te toveren tot langeafstandspaden voor fietsers en wandelaars. Blijf dit pad volgen, steeds onder de bruggen door, maar kijk wel uit voor de wandelaars die u ongetwijfeld ontmoet. Aan de overkant ziet u het waterfront van Luik voorbijtrekken: historische panden wisselen af met lelijke buildings uit de jaren vijftig en zestig.

Na een goede 2 km ziet u aan de overkant een fraai gebouw van witte en donkerrode steen en voorzien van een uitkijktoren. Het geklasseerde Musée Curtius is een loepzuiver voorbeeld van Maaslandse renaissance uit het begin van de zeventiende eeuw. Na een laatste blik op het gebouw en de voorbijvarende boten maken we rechtsomkeert. We rijden terug langs het Ravel-pad, helemaal tot aan de Pont des Arches, de oudste brug van de stad, die we in het begin van onze tocht in de andere richting hebben overgestoken.

We fietsen de brug over en komen terug in de Rue Léopold. Die fietsen we helemaal uit en zo bereiken we de Place du Marché, ons eindpunt vlak naast de Place Saint-Lambert. Dit plein is opvallend klein maar uiterst gezellig door de vele terrasjes. Eindelijk, zult u zeggen. U kunt uw tweewieler vastklinken aan de grote ringen die het stadsbestuur her en der heeft geplaatst. Terwijl u op een terrasje nageniet, hebt u alle tijd om het Perron te bekijken. Deze zuil bovenop een kunstige fontein bevindt zich tegenover het stadhuis en symboliseert datgene waarop de Luikenaars het meest trots zijn: hun vrijheid. n

A Ludo Hugaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content