Ludo goderis tekent cartoons

Ludo Goderis (49) kaapte dit jaar de Gouden Hoed weg van het Internationaal Cartoonfestival in Knokke. Niet mis voor iemand die cartoons tekenen combineert met een veeleisende en voltijdse baan. Met zijn dagelijkse cartoons voor De Standaard moest hij jaren geleden wél stoppen. “Met wat passen en meten kon ik dat toen nog combineren met mijn werk als verpleger, maar sinds ik een kaderfunctie bij een psychiatrisch ziekenhuis heb, is het onbegonnen werk om elke dag rond een uur of vier, vijf zo’n cartoon ingeleverd te krijgen.”

Pas vijftien was Ludo toen hij voor het eerst deelnam aan een cartoonwedstrijd. “Die eerste keer was het nog geen bingo, maar toen ik dan de tentoonstelling bekeek, zag ik al snel hoe het beter kon.”

Een paar jaar later kreeg hij zijn eerste eervolle vermelding en op zijn zevenentwintigste volgde een eerste prijs. Inmiddels staat hij met de prestigieuze Gouden Hoed al voor de vijf-enzeventigste keer op het ereschavotje. Wat is het geheim van een goede cartoon? “In de tekening moet voldoende humor zitten om het dramatische van een gebeurtenis te overstijgen. Soms is het voldoende om een bepaald gegeven op zijn kop te zetten. Vaak moet je gewoon het omgekeerde weergeven, het tegengestelde, gewoon de realiteit vanuit een andere invalshoek bekijken. Humor is een sterk wapen en kan helpen om dramatische zaken een plaats te geven en te verwerken. Choqueren kan, maar mensen kwetsen mag niet de bedoeling zijn. Een goede cartoon veroorzaakt meestal een dubbele reactie: even geschrokken de hand voor de mond, maar dan breeduit glimlachen...”

Internationaal Cartoonfestival Knokke-Heist van 27/6 tot 12/9. Info: www.cartoonfestival.be

Carla de boeck fluit internationaal

Tijdens het Wereldkampioenschap Voetbal in Zuid-Afrika is er alvast één vrouw die meer op de scheidsrechters dan op de spelers zal letten. Carla De Boeck (44) is een van onze zeldzame vrouwelijke internationale scheidsrechters. In het buitenland fluit ze dameswedstrijden, in België vooral mannenmatchen. “De meeste spelers kennen me intussen wel”, zegt Carla, “maar in het begin schrokken ze wel als ik arriveerde. Dat had dan vooral te maken met praktische besognes. Hoe doen we dat nu met de kleedkamer, waar ook nog twee – mannelijke – lijnrechters in moeten, dat soort dingen. En ze bléven maar aan de deur kloppen voor ze de kleedkamer binnenstapten. Ik krijg soms de opmerking dat de spelers rustiger zijn als ik fluit, maar ik denk niet dat dit te maken heeft met het feit dat ik een vrouw ben. Als de scheidsrechter rustig overkomt, zijn de spelers gewoon ook rustiger.”

Carla De Boeck rolde niet toevallig het voetbalwereldje in: haar ouders hadden een voetbalcafé in Londerzeel-Sint-Jozef. “Het idee om scheidsrechter te worden, kwam van mijn moeder. Ik was toen zeventien.”

Nog tot het jaar dat ze 45 wordt, mag Carla op internationaal niveau meedraaien. “We worden jaarlijks getest en dat is echt afzien. Zes à acht weken ervoor steek ik dan een tandje bij en begin ik te trainen op kracht. Maar dat is goed geweest voor mij. Het verlegen kind van vroeger, is assertiever en socialer geworden.”

“Choqueren kan, maar mensen kwetsen mag niet de bedoeling zijn.”

“In het begin schrokken ze: hoe moeten we dat regelen met de kleedkamer?”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content