Leven zonder elektriciteit. Dood per kilometer. En ander lokaal nieuws

Het houdt maar niet op. De aardbeving in Haïti. De ramp in de rue Léopold in Luik. Het treinongeval in Buizingen. En dan de storm van het laatste weekend van februari. Die zondag geeft in mijn dorpje om drie uur ’s middags de elektriciteit de geest. Geen verwarming, geen warm water, geen televisie, geen radio, niet eens het nodige om een kop thee te zetten. Niets. Om halfzeven is het donker. En op het platteland is donker... donker! Dus ook geen tijdschriften meer en geen boeken.

We zetten kaarsen op de salontafel (altijd een voorraadje kaarsen die lang branden in huis hebben!). We eten chips, olijven, overschotjes van tortilla met wijn (altijd eten in huis hebben dat zonder oven kan). We hadden speciaal voor dit soort toestanden een pracht van een zaklantaarn gekocht die je kunt opwinden, want batterijen zijn altijd leeg als je ze nodig hebt. Maar bij de derde draai breekt het hendeltje af (altijd meer dan één zaklantaarn in huis hebben). Na verloop van tijd staken de batterijen van de computers en zelfs die van mijn iPod de strijd (nooit vergeten batterijen tijdig op te laden). De enige moderne technologie die standhoudt, is de Blackberry van mijn man. Je kunt hem als radio gebruiken en dus krijgen we toch wat nieuws. Een dode in Jodoigne – dat is niet eens zo ver van ons. 47 (*) doden in Frankrijk. De Vendée staat onder water. We horen ook dat er in Chili een aardbeving met doden geweest is. 700. We zetten de radio maar uit, om de batterij te sparen.

Bij kaarslicht, met een lelijke maar warme plaid over de schouders, piekeren we over Jodoigne en de Vendée. Journalisten noemen dat ‘de dood per kilometer’: een dode dichtbij huis doet je meer dan 700 ver weg. De wind blijft maar razen en loeien. Met de Blackberry zoeken we nieuws op het internet: het is niet normaal dat een panne zo lang duurt. Wat is er gebeurd? Geen informatie te vinden. Te plaatselijk, waarschijnlijk. Maar op dat ogenblik is het dàt wat ons bezighoudt: wat er in ons dorp gebeurt, niet het reilen en zeilen van de wereld (niet vergeten te onthouden dat de wereld misschien ons dorp is, maar het dorp zeker onze wereld).

Zeventien over acht. De lampen floepen aan, de radio laat weer van zich horen, alarmsirenes draaien dol: het leven eist bruusk zijn rechten op. Het zal gauw weer warm zijn (altijd onthouden dat na regen zonneschijn komt).

Anne Vanderdonckt, hoofdredacteur

Anne Vanderdonckt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content