Leven tussen de olifanten

Van een backpackersparadijs evolueerde het Afrikaanse Botswana naar een erg exclusieve bestemming. Ecologisch verantwoord en soms met een extraatje, zoals in Abu Camp, waar je tussen de olifanten leeft.

De overheid gaf de natuur voorrang op het massatoerisme en wou tegelijk het land uit de armoede halen en dat is behoorlijk gelukt. In Abu Camp, waar we logeren, en in de andere kampen in de Okavango Delta, een van de mooiste regio’s van Botswana, kan je naar hartenlust dikhuiden observeren.

“Net op tijd voor een wandeling met onze olifanten”, lacht Wellington, mijn gids in de Okavango Delta. Botswana heeft de grootste inlandse delta ter wereld, een waterlabyrint dat zich langzaam overlevert aan de dorstige Kalahari-woestijn. Niet voor niks werd dit dierenparadijs vorig jaar Unesco Werelderfgoed. Op weg naar Abu Camp, een van de meest unieke en luxueuze safarilodges in zuidelijk Afrika, zie ik al behoorlijk veel wild, maar het is vooral het landschap dat me intrigeert.

Ik sla met plezier de traditionele high tea over en klim meteen op de rug van Sirheni, een 29-jarige olifant die in het Krugerpark in Zuid-Afrika gewond raakte door stropers. Hoewel er intussen ook andere lodges olifantenritjes aanbieden, worden in Abu Camp verwaarloosde olifanten, slachtoffers van stropers en wezen klaargestoomd voor een nieuw leven in de natuur. Oude olifanten genieten van een zorgeloze oude dag en maken tochtjes met toeristen.

Terug naar de natuur

Randall Moore, een Amerikaan met een passie voor olifanten, begon Abu Camp in de jaren ’90. Wilderness Safaris nam het over. Zij laten er de dikhuiden rondlopen en eten in de vrije natuur. Slapen doen de olifanten in het kamp tot ze zich kunnen beredderen. Op een paar gnoes, impala’s en vogels na, zien we weinig dieren in actie, maar de olifanten zelf zorgen voor voldoende entertainment. Warona, de kleuter van de kudde, rolt in het zand, neemt een bad, eet zich een ongeluk onderweg en is enorm speels. TT, de vaste begeleider van mijn olifant, vertelt over het dubbele gevoel als een olifant wordt vrijgelaten, omdat er toch een bijzondere band ontstaat. Hij en Sirheni zijn beste maatjes. “De olifanten die in het wild werden uitgezet, komen af en toe nog eens langs als er iets belangrijks gebeurt in hun leven, zoals een babyolifant die geboren wordt. Vergeten doen ze ons niet”, lacht hij.

Sterrenbed

In Abu Camp sta je op en ga je slapen met de olifanten en dat mag je vrij letterlijk nemen. Ik krijg voor één nacht het star bed toegewezen. Romantisch buiten slapen onder een volle sterrenhemel op een toren naast de slaapplaats van de olifanten. Al wat me van de jungle scheidt, is een muskietennet. Na een exquis diner en een slaapmutsje bij het kampvuur in deze ravissante lodge word ik bij volle maan door een wachter naar mijn openluchtbed gebracht. Enkele olifanten zijn nog een boom aan het leegeten, 20 uur per dag voeden ze zich. Het ritmische gekauw werkt rustgevend. De maan is zo helder dat ik me afvraag waarom het licht is blijven branden. Pas tegen de ochtend kan ik de Afrikaanse sterrenhemel in al haar pracht bewonderen.

Als de zon langzaam opkomt, zie ik Paseka en Loratu – de twee tieners van de kudde – mekaar voortdurend uitdagen tot hun slurven verstrengelen. Het is leuk om ze te observeren. De begeleiders maken hun oogappels klaar voor de wandeling, dit keer ga ik te voet mee. Afrikaanse olifanten zijn moeilijker te temmen dan Aziatische, toch mag ik ze aanraken, eten geven, naast hen wandelen en voel ik me bijzonder ontspannen in hun buurt.

“Dat komt omdat we ze nooit straffen”, zegt Wellington. “We werken enkel met beloningen.” De tocht is fantastisch, roofdieren durven niet in de buurt komen van onze kolossen, maar giraffen en zebra’s kunnen we heel dicht benaderen. Ik volg Wellingtons raad op en probeer Warona, die als kleuter toch al zo’n 250 kilo weegt, niet te veel uit te dagen. “Als je wegrent, komt ze je achterna”, lacht hij, “en guess who will win?”

Vumbura Plains Camp

Iets noordelijker in de Okavango Delta heten een paar olifanten me welkom in Vumbura Plains. Vumbura is een erg leuk kamp, modern, open en met een bijzonder mooi uitzicht. Twee giraffen grazen een boom leeg net voor mijn luxetent. “Olifanten en wilde katten zie je hier bij de vleet”, zegt OB, mijn gids. De Amerikanen waarmee ik de jeep deel, zagen vanochtend leeuwen met welpjes, een cheeta, wat veeleer uitzonderlijk is, en zelfs een stel luipaarden met een baby. Hyena’s hebben intussen de plaats ingenomen van de troep leeuwen die gisteren een koedoe doodden. “De schoonmaakploeg”, lacht OB. Hoe lelijk ik een hyena ook vind, het zijn intrigerende beesten en ze hebben enorm speelse puppy’s. Intussen doet een olifant zich tegoed aan de vruchten van een marulaboom, waarvan mijn favoriete Afrikaanse drankje amarula wordt gemaakt. Als de dag er bijna opzit, vinden we toch nog een leeuwenpaar. OB nadert zo dicht dat ik mijn camera bijna in hun mond kan steken. “Ze zijn moe gevreten”, lacht hij, “don’t worry“.

Kings Pool

In het Linyanti Wildlife Reserve in het noordoosten van de Okavango Delta ligt een van de mooiste kampen op de grens met het wildpark Chobe. Vanuit mijn immense hemelbed kijk ik uit op minstens 15 dikhuiden die zich aan de Linyanti-rivier laven. In Chobe leven ontzettend veel olifanten. Ik kan mijn observatietocht dus rustig voortzetten. Ook vanuit de Queen Silvia, waarmee ik een sundowner-tochtje op de rivier maak, zie ik olifanten het water oversteken of me nieuwsgierig aanstaren vanop de oever. Hoe meer het regenseizoen nadert, hoe meer dikhuiden je hier ziet. Het houten dubbeldekbootje is genoemd naar de Zweedse koningin, nadat koning Carl Gustaf met haar in het kamp logeerde, dat prompt tot Kings Pool werd omgedoopt. “You’re the princess now“, zegt de kapitein lachend terwijl hij voor mij, z’n enige passagier, een heerlijke gin tonic maakt. Sundowners zijn niet weg te denken op safari’s en gin tonic, wars van alle trends, is altijd populair geweest in Afrika vanwege de kinine die de malariaparasieten doodt.

Nachtelijk bezoek

Wanneer we op onze ochtendsafari langs de rivier rijden, schrik ik enorm als er vlak voor de jeep plots twee nijlpaarden uit het water springen die er als een trein vandoor gaan. Een goede reden om onze ochtendthee iets verder weg van de oever te drinken. Ik zie zowat het hele Afrikaanse dierenrijk passeren met als apotheose een grote troep leeuwinnen, blik op oneindig, klaar voor de jacht.

Diezelfde avond krijg ik bezoek op mijn terras. Ik hoor een gevaarlijk gegrom dus doe ik onmiddellijk het licht uit. Het is een luipaard dat de hele nacht door het kamp sluipt. ’s Ochtends komt de manager naar mijn tent gerend. Er is vlakbij een kill gebeurd: twee luipaarden. De jeep wordt klaargezet. De laatste momenten in de bush krijgen nog een staartje als een enorme dikhuid de uitgang van mijn tent blokkeert, alsof hij een slot wil breien aan mijn olifantenavontuur.

TEKST EN FOTO’S MYRIAM THYS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content