Leven met iemand die depressief is

Leven met een depressiepatiënt kan voor familieleden en vrienden erg stresserend zijn. De pijn om iemand van wie je houdt te zien lijden, lokt gevoelens van machteloosheid en verdriet uit. En toch speelt de steun en het engagement van de naaste omgeving een cruciale rol. Hoe pakken we dat aan? En hoe blijven wij zelf overeind?

Een depressie herkennen is absoluut niet eenvoudig”, stelt psycholoog Lieven Migerode van de afdeling Angst en depressie van de Universitaire ziekenhuizen te Leuven op de vooravond van de Internationale dag van de Geestelijke gezondheidszorg (10 oktober). “Er zijn twee hoofdkenmerken: een somberheid die aanhoudt en dat de persoon in kwestie geen zin meer heeft om dingen te doen. Maar er zijn minder duidelijke symptomen: slecht slapen, verdikken, vermageren,... In ieder geval bestaat de eerste manier waarop de naaste omgeving kan helpen erin, iemand die problemen heeft aan te moedigen om hulp te zoeken door bijvoorbeeld de huisarts te raadplegen. Sommige mensen zitten veel te lang in hun eentje te prutsen in de hoop dat het wel vanzelf zal overgaan.”

Een diagnose, geen etiket

Wat indien de persoon in kwestie in alle talen ontkent dat hij depressief is? Lieven Migerode: “Iemand die depressief is, zal misschien ontkennen dat hij een depressie heeft, maar niet dat hij een probleem heeft. Maar niemand krijgt graag een etiket opgeplakt, om welke reden dan ook.

Ik ervaar echter ook vaak het omgekeerde: dat mensen zich echt ellendig voelen, dat ze ervaren dat ze hun werk niet meer aankunnen en écht niet weten wat er mis is met hen. Zij zijn haast opgelucht als de diagnose gesteld wordt. Als hen goed wordt uitgelegd waar het om gaat, dan weten ze dat ze nu eindelijk het recht hebben om ziek te zijn, dat ze geen slappeling zijn en dat hun probleem kan aangepakt worden. Want er bestaan doeltreffende behandelingen. Depressie zou echt uit de taboesfeer moet raken Als je weet dat één persoon op de vier er in zijn leven mee te maken krijgt, dan is de kans dat u zo iemand kent in uw nabije omgeving erg groot. Dan is het toch onbegrijpelijk dat we daar niet openlijk met elkaar over kunnen praten!”

Laat u niet afschepen

Eens de stap naar professionele hulp gezet, is voor de omgeving de kous nog lang niet af. Wat is dan de taak van de partner en de naaste familie?

Lieven Migerode: “Als de depressieve persoon professionele hulp krijgt, dan zou ik de familie de raad geven zich vooral niet te laten afschepen. Ze moet intensief bij de behandeling betrokken worden. Of de patiënt wordt opgenomen of ambulant behandeld, maakt geen verschil. Familieleden mogen zich niet laten afschepen.

Natuurlijk is de manier waarop de familie bij de behandeling betrokken wordt een delicate zaak. Soms zullen zij zich meteen de vraag gaan stellen of zij op een of andere manier schuld hebben aan de depressie. En dat is niet de bedoeling. Dat de hulpverlener met de naaste familie praat is nochtans heel belangrijk omdat bij een depressie het verband tussen familiale relaties en het ziektebeeld vrij duidelijk aangetoond is. Binnen een koppel werkt een goede partnerrelatie beschermend tegen depressie. Bij problemen in de relatie is de kans op een depressie 3 tot 25 keer groter.

Hetzelfde geldt voor kinderen: kinderen van een depressieve ouder hebben een grotere kans om ook depressief te worden. Door hen bij de behandeling te betrekken, trachten we hen te beschermen tegen deze psychologische erfelijkheid. Kinderen moeten ook buiten het gezin met iemand kunnen praten, en zonder remmingen. Ze mogen zich niet schuldig voelen, niet denken dat één van hun ouders somber is omdat zij een keertje stout zijn geweest. Daarom nodigen wij de kinderen hier ook uit, leggen we hen uit dat wij de verdrietdokters zijn die hun mama of papa van zijn of haar verdriet proberen af te helpen.”

Een moeilijke rol

“Als je partner depressief is, moet je beseffen dat je een heel moeilijke tijd te wachten staat, dat je gaat geconfronteerd worden met heel wat stress, angst en boosheid. En dat je dit moet aanvaarden. Als je goede raad wilt geven, wordt dat vaak verkeerd opgevat maar anderzijds mag je iemand die depressief is ook niet zomaar laten depressief zijn. Het is een delicaat balanceren tussen duwen en trekken. Tegen iemand die zijn bed niet uitraakt, mag je niet zeggen: sta nu eens gewoon op. Want voor een depressieve persoon is gewoon opstaan soms al een te zware opdracht. Maar je mag ook niet zeggen: Blijf maar gewoon liggen. Het is zoeken naar een evenwicht. En het vergt tijd.

Er bestaat helaas geen handleiding hoe je met iemand moet omgaan. Soms heb je de ene dag een oplossing voor iets gevonden en de volgende dag blijkt die plots niet meer te werken. Dat is een heel normale zaak. Daarom is contact met lotgenoten vaak erg leerzaam. Je merkt dan hoe anderen bepaalde dingen aanpakken en ook dat het bij iedereen met vallen en opstaan gaat.”

Er is leven naast de depressie

Zijn er ook valkuilen die absoluut moeten vermeden worden? “Depressie heeft binnen een relatie nogal eens de neiging om alle omgang tussen de mensen te bepalen. De partner gaat de depressieve niet meer durven tegenspreken, hij gaat hem of haar niets meer vragen want hij is depressief. Daarom is het belangrijk een duidelijk onderscheid te maken tussen wat de invloed is van de depressie op het leven en wat daarnaast het gewone leven is. In dat gewone leven is het goed af en toe eens ruzie te maken of om dingen die je in normale omstandigheden niet pikt, ook dan niet te aanvaarden. Stel dat je zoon of dochter een depressie heeft, maar ronduit onbeleefd tegen je tekeer gaat, dan mag je daar gerust tegenin gaan. Anders wordt alles op de duur depressie en bestaat het gevaar dat wanneer de depressie voorbij is, je met een totaal veranderde relatie zit waarbij je afgeleerd hebt om tegen elkaar te spreken. Je kunt je wel tijdelijk wat aanpassen, de dingen iets voorzichtiger aanpakken, misschien wat minder zeuren over de problemen op je werk, maar altijd zwijgen is niet goed. Dan ontstaat er een situatie waarin je niet meer gewoon bent tegen elkaar te praten. Als je partner dan stilaan beter wordt, merkt hij of zij deze veranderingen, wat het risico inhoudt dat hij hervalt.”

Niet geïsoleerd raken

Tot nu toe hadden we het over wat er binnen het gezin gebeurt. Maar bij een depressie speelt zich ook vaak iets af aan de buitenkant van het gezin. “Een gezin waarbinnen iemand worstelt met een depressie, dreigt vaak geïsoleerd te raken van de buitenwereld. Veel mensen lijken bang van alles wat minder goed gaat. Dat kan iemand zijn die een depressie heeft, maar ook iemand die ernstig ziek is, die kanker heeft,... Ze blijven er liever van weg waardoor steeds meer stress op de partner terechtkomt. Die neiging om je te isoleren moet je zeker proberen tegen te gaan. Je moet als partner of naaste zeker op tijd en stond aan jezelf denken, je eigen ontspanning nemen, je sociale contacten onderhouden. Er wordt immers heel veel volharding van je verwacht en volhouden gaat heel wat beter als je zelf sterk staat.”

Nieuwe groei naar zelfstandigheid

“Naarmate de behandeling vordert, moet je de persoon in een depressie aanzetten stilaan zelf opnieuw bepaalde dingen te gaan doen. Als je te veel meeleeft en niets meer van de zieke verwacht, dan houd je de persoon in zijn ziekzijn gevangen. Dat is niet goed. De zelfstandigheid moet geleidelijk aan groeien, stapje voor stapje, activiteit na activiteit. Maar ook dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan. Indien je meteen te hoog grijpt, door bijvoorbeeld onmiddellijk opnieuw voltijds te gaan werken, dan mag je haast zeker een terugval verwachten. Daarom is begeleiding door derden belangrijk. Die hebben vaak een betere kijk op die dingen.” n

Leen Baekelandt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content