Moeten betalen om een supermarkt binnen en buiten te stappen, zou jij het pikken? Natuurlijk niet. Maak dan nu de vergelijking: bij beleggingsfondsen betaal je wél in- en uitstapkosten. De instapkosten alleen al liggen bij de meeste traditionele banken tussen 1% en 3%. En nu de interestvoeten een even triest schouwspel bieden als een ijsbeer in de Sahara, wegen die kosten zwaar door op het rendement.
...
Laat je niet op kosten jagen
In tijden van lage interestvoeten kijken veel spaarders richting beleggingsfondsen, die meer opbrengen. Maar let op voor de kosten, want die kunnen flink aan de winst knagen.

Moeten betalen om een supermarkt binnen en buiten te stappen, zou jij het pikken? Natuurlijk niet. Maak dan nu de vergelijking: bij beleggingsfondsen betaal je wél in- en uitstapkosten. De instapkosten alleen al liggen bij de meeste traditionele banken tussen 1% en 3%. En nu de interestvoeten een even triest schouwspel bieden als een ijsbeer in de Sahara, wegen die kosten zwaar door op het rendement."Je kan stellen dat er twee soorten banken bestaan", zegt Nicolas Claeys, coördinator bij Test-Aankoop Invest. "De eersten verkopen enkel hun eigen fondsen en niet die van derden. Op die manier ontzeggen ze hun klanten de toegang tot een ruimer aanbod aan fondsen. Ze rekenen ook kosten aan voor hun eigen producten. De tweede groep - vaak onlinebanken - biedt daarentegen verschillende soorten fondsen aan en factureert geen kosten."De formule lijkt eenvoudig: minder kosten = meer rendement. De keuze is dus snel gemaakt: rep je naar die bank die de beste tarieven biedt. Maar dat is wat kort door de bocht. Want onlinebanken rekenen dan wel geen kosten aan, ze zijn ook veel zuiniger met advies. "En we weten dat veel klanten nog altijd advies willen", vervolgt Nicolas Claeys. "Maar dat weerhoudt ons er niet van druk te blijven uitoefenen op sommige buitensporige kosten. Neem nu de beheerskosten. Stel, je hebt 10.000 euro geïnvesteerd in een beleggingsfonds. Dan kost enkel het beheer ervan algauw 150 euro per jaar, terwijl je bankier de volgende tien jaar meestal geen actie meer onderneemt. Reken zelf maar uit hoeveel je dat kost. Geen probleem als het fonds goed presteert, maar als dat niet het geval is, kunnen die kosten serieus wegen op je rendement." Wat doe je dan? Hoe kan je advies krijgen en toch minder kosten betalen? "Banken duwen je richting de klassieke indexfondsen, want die leveren hen het meest op", antwoordt Nicolas Claeys. "Maar voor de interessante indextrackers maken ze weinig reclame, stellen we vast. Wat is een tracker? Dat is een fonds dat een algemene beursindex zoals de Bel20 nabootst. Amerikaanse trackers bieden een mooie return. Hun kosten bedragen slechts 0,07% tegenover 1,5% voor klassieke bankfondsen. Daar moet ik geen tekeningetje bij maken!"Business Database, dat beleggingsadvies geeft, berekende dat een klein verschil in kosten, voor een groot verschil in rendement kan zorgen. "Met 1,29% beheerskosten op 10.000 euro betaal je op tien jaar tijd 1.833 euro. Bij een percentage van 0,12% betaal je slechts 154 euro kosten over dezelfde periode!"Bij beleggingen moet je altijd rekening houden met het verschil tussen het bruto- en het nettorendement. Het brutorendement is de return, zonder aftrek van de kosten. Bijvoorbeeld, twee procent. Bij het nettorendement zijn de kosten al afgetrokken. Het nettorendement bepaalt dus je uiteindelijke opbrengst. Neem nu een beleggingsplan bij een grote bank over 8 jaar, met een globaal brutorendement van 2%. Na aftrek van de kosten en taksen, zal het werkelijke jaarlijkse nettorendement maar om en bij de 1,30% bedragen. Vraag je bankier of makelaar dus altijd naar het rendement min de kosten. Sinds de Europese MiFiD-richtlij-nen voor beleggers van kracht zijn, is je bankier trouwens verplicht je die informatie vooraf te verstrekken.
Wil je dit artikel verder lezen?
Kies voor Plusmagazine