Kunnen mijn kinderen mij uit mijn huis zetten?

Als langstlevende echtgenote (geen huwelijkscontract) krijg ik het vruchtgebruik op de nalatenschap van mijn man, die vooral bestaat uit de helft van onze spaarrekening en de helft van onze gezinswoning. Kunnen onze kinderen de omzetting vragen van het vruchtgebruik en me zelfs uit mijn huis zetten? Heeft het nieuwe erfrecht daar iets aan veranderd?

De opdeling van de volle eigendom in vruchtgebruik en blote eigendom is niet altijd een comfortabele situatie. Denk maar aan een spaarrekening die momenteel zo goed als niets opbrengt. De wetgever heeft een praktische oplossing gezocht voor dit probleem: de omzetting van het vruchtgebruik. Het omzettingsrecht is eigenlijk het recht van de langstlevende echtgenoot of de kinderen om te vragen dat het vruchtgebruik wordt omgezet in volle eigendom (of in een levenslange rente). Bij een omzetting in volle eigendom worden de langstlevende echtgenoot en de kinderen als het ware ‘uitbetaald’ in volle eigendom in verhouding tot hun deel. Ze krijgen bijvoorbeeld elk een stuk van de spaarrekening in volle eigendom. Maar de langstlevende echtgenoot heeft wel altijd een vetorecht tegen de omzetting van het vruchtgebruik van de gezinswoning en de daarin aanwezige inboedel. Je bent dus altijd zeker dat je in jouw woning kan blijven wonen. Voor stiefkinderen geldt er een speciale regeling waarbij ze de omzetting niet moeten vragen, maar kunnen eisen. Maar zelfs dan kan dit niet worden geëist voor de gezinswoning met inboedel. Ook in dat geval kan de langstlevende dus in de gezinswoning blijven wonen.

Bij een omzetting waarderen de blote eigenaars en de langstlevende partner samen het vruchtgebruik. Als de partijen geen akoord bereiken, dan moet de rechter de waarde van het vruchtgebruik bepalen aan de hand van omzettingstabellen die jaarlijks worden gepubliceerd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content