Knap en praktisch

De Europese markt van de 4×4’s is in tien jaar tijd van 300 000 naar 1 110 000 voertuigen gegroeid. Citroën wil duidelijk ook een deel van die koek, vandaar de C-Crosser.

C itroën had twee mogelijkheden om zijn knappe 4×4 te ontwikkelen: alles zelf doen of een partner vinden. Het heeft de tweede optie gekozen. Waarom? Heel eenvoudig omdat het goedkoper was en Citroën bovendien de kans gaf om zijn voordeel te doen met de knowhow van Mitsubishi, dat goed aangeschreven staat als constructeur van alleterreinwagens.

French touch!

Met een partner samenwerken is nog iets anders dan zijn product klakkeloos kopiëren! Mitsubishi en de groep PSA (Peugeot-Citroën) hebben de taken keurig onder elkaar verdeeld. De Fransen hebben bijvoorbeeld de remmen, de besturing en de ophanging voor hun rekening genomen. En de esthetiek, dat spreekt voor zich. Op het cosmetische vlak was het voor Citroën belangrijk om geen arrogante terreinwagen op de markt te brengen maar een SUV met een burgerlijke look, in lijn met het familiegevoel van het merk. De Mitsubishi Outlander zorgt voor de rest.

En aan de binnenkant? De echte fans van het merk zullen zich verweesd voelen, want niets wijst erop dat je in een Citroën zit. Het interieur is immers identiek aan dat van de Outlander: sober en modern maar met te veel glimmend, en niet altijd mooi plastic. Ruimte is er in overvloed, vooral in de versie met vijf stoelen en met de middenbank helemaal naar achter. De twee stoelen van rang drie (in de versie met 7 zitplaatsen) zijn geschikt voor korte ritten en klappen weg onder de vloer als ze niet worden gebruikt.

Lekker soepel

Op het vlak van de dynamiek presteert de C-Crosser (euro 33.500/VTR en euro 37.500/Exclusive) meer dan behoorlijk voor een auto met een leeg gewicht van 1747 kg, een lengte van 4,64 en een dakhoogte van 1,71 meter. De Frans-Japanse SUV heeft een degelijke, veilige wegligging, ook al had het slingeren van de bak naar ons gevoel wat beter opgevangen kunnen worden met een iets stroevere vering. Niets dan lof voor de remmen, ook als er sportief wordt gereden.

Maar zoals veel SUV’s is de C-Crosser op z’n best en comfortabelst als er rustig mee wordt gereden. Zijn 4-cilinder 2.2l HDi van 160 pk is heel soepel en het gemengde verbruik blijft redelijk: 7,3 l./100km. Met een koppel van 380NM bij 2000 t/min toont de motor met roetfilter de nodige pit en heeft hij veel reserve. De 6-versnellingsbak schakelt echter nogal zwaar, wat we van Citroën niet gewoon zijn.

Van 2 naar 4 aangedreven wielen

En de transmissie? Ze komt van de Mitsubishi Outlander en kan op drie manieren werken, bediend met een knop onderaan de middenconsole: voorwielaandrijving, aandrijving op de vier wielen en Lock. De voorwielaandrijving is aanbevolen om brandstof te besparen maar ruimt plaats voor de 4×4 wanneer de vooras tractie verliest, vooral op een glad wegdek. De Lockfunctie wordt slechts af en toe gebruikt, op heel erg glad terrein.

Samenvattend slaagt deze Citroën-SUV met glans voor zijn eerste test! Dat kan ook moeilijk anders, als je de Mitsubishi Outlander als basis hebt. De C-Crosser is aantrekkelijk, onder meer dankzij een dieselmotor om warm voor te lopen, en de enkele storende details zoals het ontbreken van een afstelling in de diepte voor de stuurkolom en een verwijderbare ruit in de achterklep (die in twee delen opent om de laaddrempel te verlagen), wegen niet op tegen de vele voordelen. Deze auto zal de puristen van het merk niet zinnen, maar dat zal Citroën een zorg zijn. Hij heeft alles in zich om veel nieuwe klanten aan te trekken. n

Arnaud Dellicour

Partner Content