Kinderen hebt u voor altijd !

Ouders moeten in de behoeften van hun kinderen voorzien, ongeacht hun leeftijd. In sommige situaties kan die verplichting echter wegvallen. En ook het omgekeerde is mogelijk: dan moeten kinderen hun ouders helpen.

De Belgische wet verplicht de ouders bij te dragen aan de huisvesting, het levensonderhoud, de opvoeding en het onderwijs van hun kinderen. Artikel 203 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt bovendien dat de plicht om bij te dragen aan het onderwijs van de kinderen ook na hun meerderjarigheid blijft bestaan. In principe kunnen de ouders dus niet stoppen met de studies van zoonlief te betalen wanneer deze 18 is geworden. Deze verplichtingen gelden zowel voor de moeder als voor de vader, ook wanneer die gescheiden zijn. Daarmee is de geest van de wetgeving over de plichten van de ouders tegenover hun kinderen kort samengevat. De wet wordt echter vaak soepel toegepast, rekening houdend met de uitzonderlijke situaties die in sommige gezinnen bestaan.

Onze dochter is op kot, zijn we verplicht haar studies te betalen?

Het kind kan eisen dat de ouders de studies blijven betalen, ook als het meerderjarig is en niet langer onder het ouderlijke dak woont. Als de ouders weigeren, kan de jongere naar de vrederechter stappen en vragen dat zij worden veroordeeld tot het betalen van alimentatie. De rechter zal het kind echter niet altijd gelijk geven. Eerst zal hij nagaan of de intellectuele capaciteiten van het kind volstaan voor de geplande studies. Bovendien vertrekt men van het principe dat het kind slechts recht heeft op één opleiding die toegang geeft tot de arbeidsmarkt. Je kan moeilijk van de ouders eisen dat ze voor een tweede diploma betalen. Het kind moet bovendien voldoende inspanningen leveren om in zijn studies te slagen. Als het die studies blijkt te verwaarlozen (veel uitgaan, niet studeren, de cursussen niet bijwonen...) zijn de ouders niet langer verplicht om te betalen.

Let op: de verplichting van de ouders houdt niet automatisch op als het kind zakt voor zijn examens!

In de twee volgende situaties hoeven de ouders niet te betalen voor hun kind:

l de rechtspraak aanvaardt dat een kind zijn recht op alimentatie kan verliezen als het zijn plicht tot respect voor de ouders ernstig heeft verzuimd. Voorbeeld: als de jongere zonder goede reden zelfstandig gaat wonen, zijn ouders niet om raad vraagt en hen niet op de hoogte houdt van de vorderingen van zijn studies.

l de ouders kunnen eisen dat het kind terugkeert naar de ouderlijke woning, zodat ze het in natura kunnen onderhouden. De rechter moet dan beslissen of het kind mag worden gedwongen die eis te aanvaarden. Als dat zo is, kan de jongere geen aanspraak maken op alimentatie.

Wat als onze zoon niet meer thuis woont en niet studeert?

Ook wanneer een kind niet studeert moeten de ouders in zijn behoeften voorzien. Een belangrijke uitspraak van het Hof van Cassatie uit 1980 zegt “dat de ouders verplicht zijn hun kinderen bij te staan tot ze in staat zijn zelf in hun behoeften te voorzien”. Dat noemt men de alimentatieplicht of de bijstandsplicht van de ouders. In principe is deze plicht niet beperkt in de tijd. Ze geldt voor een jongere die niet studeert, maar ook voor een afgestudeerde die niet meteen werk vindt. De ouders kunnen wél stoppen met betalen als het kind kwaadwillig is.

Hoe wordt de alimentatie berekend?

De vrederechter berekent de eventuele alimentatie die aan het kind moet worden betaald op basis van verscheidene elementen:

l de financiële mogelijkheden van elk van de ouders, in verhouding met hun middelen (als ze van tafel en bed of in rechte gescheiden zijn)

l de mogelijkheden van het kind om geld te verdienen (of het kan werken om een deel van de studies te betalen)

l de behoeften van het kind. Ze kunnen verschillen volgens de leeftijd en het soort studies.

De rechter houdt bovendien rekening met het totale gezinsinkomen: beroepsinkomsten, vervangingsinkomen, inkomsten uit vastgoed of beleggingen... Als de financiële middelen van de ouders niet volstaan, aanvaardt de vrederechter in sommige gevallen dat ze hun kind in natura onderhouden (kost en inwoning, onderhoud) in plaats van financieel.

Mijn meerderjarige zoon woont bij mij en heeft schulden gemaakt. Ben ik aansprakelijk?

Neen. De ouders zijn niet aansprakelijk voor de schulden van hun meerderjarige kinderen, ook niet als die bij hen wonen. Die regel geldt als de jongere schulden maakt (ondoordachte aankopen, speelschulden...) maar ook als hij aansprakelijk wordt gesteld voor schade die hij heeft veroorzaakt, bv. als hij dronken een verkeersongeval heeft veroorzaakt waarbij gewonden zijn gevallen. De schulden die de jongere maakt, gelden dus niet voor de ouders. Maar er zijn twee uitzonderingen op die regel:

l als de ouders zich borg stellen voor hun kind en het zijn schuld niet afbetaalt

l bij wanbetaling kan de schuldeiser beslag laten leggen op de bezittingen van de jongere. Er kan dan beslag worden gelegd op de volledige inboedel van de woning van het kind. Met andere woorden, als het kind inwoont bij zijn ouders kan er ook op hun meubels beslag worden gelegd, behalve als ze (bijvoorbeeld aan de hand van facturen) kunnen bewijzen dat de meubels hun eigendom zijn. Toch kan men een dergelijke situatie vrij gemakkelijk voorkomen door het kind een afzonderlijk gedeelte van de woning te geven: twee deurbellen plaatsen, twee brievenbussen, de naam van het kind op de deur van diens kamer aanbrengen. In dat geval kan er alleen beslag worden gelegd op de meubels in het gedeelte van het kind.

Hebben kinderen plichten tegenover hun ouders?

De wet verplicht alle ouders om in de behoeften van hun kinderen te voorzien. Maar ook het omgekeerde is waar! “Als de ouders niet in hun eigen behoeften kunnen voorzien, kunnen zij hun kinderen om alimentatie vragen”, zegt Jacques Bourgaux, die als advocaat gespecialiseerd is in het familierecht. “In principe kan het kind dat niet weigeren omdat de ouders nooit voor hem zouden hebben gezorgd. De zogenaamde ‘uitzondering wegens onwaardigheid’ wordt door de Belgische wetgeving immers niet erkend. De vrederechter kan de kinderen verplichten tot een directe alimentatie aan hun ouders. Als de ouders steun krijgen van het OCMW, kan deze later op de kinderen verhaald worden. In sommige ernstige gevallen (bijvoorbeeld wanneer de ouders nooit hun eigen verplichtingen zijn nagekomen) zijn de kinderen echter niet verplicht om te helpen.”

Wat doe ik bij een geschil?

Als er ernstige problemen tussen ouders en kinderen ontstaan, zijn er drie mogelijke oplossingen:

l u kunt proberen het geschil op een volwassen manier uit te praten. Daarbij moet zowel rekening worden gehouden met het standpunt van het kind als dat van de ouders, vooral op het vlak van hun reële financiële mogelijkheden.

l zolang de communicatie niet verbroken is, is gezinsbemiddeling mogelijk. Deze procedure verloopt onder het toezicht van een gespecialiseerd advocaat en kan een compromis opleveren dat beide partijen voldoet. Die afspraak krijgt dan dezelfde waarde als een vonnis.

l zowel het kind als de twee ouders kunnen naar de vrederechter stappen. n

A Laurent Smitz

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content