Kerngezond met pro- en prebiotica?

Probiotica, prebiotica... We lezen en horen dat ze goed voor ons zijn en we zien ze almaar vaker opduiken op de verpakkingen van bepaalde levensmiddelen. Maar wat weten we er eigenlijk van? Hebben ze echt een effect op onze gezondheid? En hoe ver staat de research?

Wat hebben een flesje gefermenteerde melk en een bord zuurkool met elkaar gemeen? Ze bevatten allebei probiotica. En die zouden prima zijn voor onze gezondheid. Sinds een jaar of tien heeft de levensmiddelenindustrie dan ook een heel gamma producten uitgekiend die verrijkt zijn met probiotica.

Meteen in huis halen, dan maar? Dat is een ander paar mouwen! Vast staat dat de wetenschappelijke research zich geïnteresseerd buigt over de probiotica. Ook over prebiotica trouwens, die nóg recenter hun opwachting hebben gemaakt op de voedingsmarkt. Het klopt dat er heel wat veelbelovende hypotheses worden geopperd m.b.t. een heilzaam effectbij de meest uiteenlopende ziektebeelden – en dit zowel in het kader van de preventie als van de behandeling – : allergieën, obesitas, kanker,... Maar de research staat nog in de kinderschoenen. In dit stadium zijn er nog erg weinig studies beschikbaar die een degelijk effect bij mensen hebben bewezen.

Interessant trio

In feite hebben we het hier niet over een duo, maar over een trio: probiotica, prebiotica en microbiota. Daar draait de hele discussie om.

Probiotica zijn levende micro-organismen (bacteriën of gisten). Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) kunnen ze een positieve impact hebben op onze gezondheid, als we er maar genoeg van opnemen (een paar miljoen tot een paar miljard per dag). Uiteraard moeten ze dan niet alleen leven, ze moeten ook in staat zijn om hun tocht door ons spijsverteringskanaal zonder kleerscheuren te overleven en dus bestand zijn tegen maagzuur en gal. Van probiotica in yoghurt weten we bijvoorbeeld dat ze niet allemaal levend hun bestemming bereiken.

De meest gebruikte probiotica zijn melkzuurbacteriën (Lactobacillus, Bifidobacterium). We vinden ze vooral in gefermenteerde zuivelproducten maar ook in andere gefermenteerde levensmiddelen zoals zuurkool, zuurdesembrood, worst en salami, zwarte olijven, wijn... De fabrikanten kunnen ze ook toevoegen aan levensmiddelen (drinkyoghurt bijvoorbeeld). En ze zijn in de apotheek te koop in de vorm van voedingssupplementen.

Prebiotica zijn oplosbare, niet verteerbare vezels. De twee meest courante zijn inuline, die we aantreffen in cichoreiwortels, en fructo-oligo-sachariden (FOS), te vinden in cichorei, look, ui, biet, banaan, rogge,... Wat het verband is tussen prebiotica en probiotica? “Ze zijn complementair: prebiotica vormen de voedingsbodem voor probiotica en bevorderen dus de groei van de probiotica”, aldus Khadija El Moumni, diëtiste bij het Centrum voor Informatie en Onderzoek omtrent Voedselintolerantie en Gezonde Voeding (CIRIHA). Dankzij de aanwezigheid van prebiotica kunnen de goede bacteriën in de darm zich beter ontwikkelen. En daar vaart de gastheer wel bij... Men kan prebiotica ook bereiden door hydrolyse of ze synthetisch aanmaken op basis van lactose.”

De microbiota (of darmflora) is het geheel van bacteriën die in het spijsverteringskanaal aanwezig zijn. Aangezien het gaat om zo’n 400 verschillende soorten bacteriën (hoofdzakelijk goede, enkele slechte), hoeft het niet te verbazen dat de kans klein is dat de darmflora van twee mensen identiek is. “Elke darmflora is uniek, zoals vingerafdrukken. Bij de geboorte is ons spijsverteringskanaal steriel. Maar het wordt meteen gekoloniseerd door de bacteriën uit onze omgeving.”

Vervolgens wordt de darmflora opgebouwd en daarbij spelen tal van factoren een rol: voeding, omgeving, hygiënische omstandigheden, ziektes, geneesmiddelen, enz. Al deze elementen wijzigen het evenwicht van de darmflora voortdurend. “Ook stress, overbelasting en vermoeidheid hebben een negatieve impact op de samenstelling van de darmflora: de slechte bacteriën krijgen dan de overhand en de goede nemen in aantal af. Je voelt je minder fit en bent vatbaarder voor infecties: het immuunsysteem hapert.”

Welk effect mogen we verwachten?

Probiotica zouden een gunstig effect hebben op tal van uiteenlopende vlakken. Er zijn echter nog maar weinig studies en soms spreken die elkaar bovendien tegen, of zijn ze niet erg overtuigend... En waar al een effect vastgesteld wordt, is dat vaak weinig spectaculair. Probiotica kunnen een behandeling met medicijnen dus zeker niet vervangen. Maar ze kunnen vaak wel een aardig handje helpen. Uw apotheker kan u raad geven.

vertering: yoghurtbacteriën hebben de reputatie lactose te helpen verteren. Anderzijds zouden de probiotica Saccharomyces boulardii en Lactobacillus rhamnosus GG de darmtransit verbeteren, net als Bifidobacterium lactis.

allergische rinitis (hooikoorts): Lactobacillus casei werkt niet preventief maar kan de symptomen wel verzachten; het immuunsysteem zal minder overdreven reageren.

eczeem: volgens een Britse studie kan toediening van Lactobacillus GG tijdens de zwangerschap en in de maanden net na de geboorte helpen om atopisch eczeem bij het kind te voorkomen.

immuunsysteem: opname van Lactobacillus acidophilus en Lactobacillus casei zou zowel de darm als het hele lichaam minder vatbaar maken voor ziektes.

gastro-enteritis: Lactobacillus rhamnosus GG en Lactobacillus casei zouden nuttig zijn om gastro-enteritis te voorkomen en te behandelen.

verkoudheid: een verkoudheid zou ongeveer twee dagen minder lang duren met een mix van Lactobacillus gasseri, Bifidobacterium longum en Bifidobacterium bifidum.

diarree door antibiotica: volgens een meta-analyse zou de gist Saccharomyces boulardii in combinatie met melkzuurbacteriebereidingen de frequentie van diarree ingevolge antibiotica met circa 60 % terugdringen.

reizigersdiarree: de gist Saccharomyces boulardii zou preventief werken tegen turista.

chronische ontstekingen van het spijsverteringskanaal: sommige Lactococcus-stammen zouden heilzaam zijn om darmontstekingen te voorkomen en te behandelen.

prikkelbaredarmsyndroom (PDS): bij ratten zou Lactobacillus acidophilus pijn in de darmen aanzienlijk verzachten. Dit effect zou men kunnen aanwenden bij mensen met het prikkelbaredarmsyndroom. En in combinatie met morfine in de toekomst misschien ook bij patiënten met colonkanker. Er lopen al tests bij mensen.

En er zijn nog wel wat pistes die de vorsers interesseren: probiotica inzetten bij luchtwegeninfecties, bij infecties van de urinewegen, tegen stress, in gynaecologie en oncologie.

Toch enkele minpuntjes

Eerst en vooral is het effect van een probioticum van voorbijgaande aard: het duurt maar zolang het in het lichaam aanwezig is. Om bijvoorbeeld het immuunsysteem op de lange termijn te stimuleren, volstaat het dus niet om gedurende drie weken dagelijks een flesje gefermenteerde melk met probiotica te drinken en daarna te stoppen... En drinkyoghurts zijn een pak duurder dan klassieke.

Tot slot mag men er niet zomaar van uitgaan dat het positieve effect dat men bij sommige probiotica-stammen heeft vastgesteld, ook geldt voor andere stammen. De benaming probiotica vertelt u niet of het product bedoeld is om de spijsvertering te bevorderen dan wel om de symptomen van hooikoorts te temperen. Ook welke hoeveelheden u moet nemen opdat het effect voelbaar zou zijn, is moeilijk te zeggen. Het is namelijk niet makkelijk te achterhalen hoeveel probiotica een voedingssupplement bevat, noch welk percentage daarvan het spijsverteringskanaal levend zal bereiken. En tot slot reageren die probiotica wellicht ook niet hetzelfde op elke darmflora.

Kortom: voor de vorsers is er nog veel werk aan de winkel... Al is het maar om uit te leggen hoe probiotica precies werken. Want ook daar wordt heftig over gediscussieerd.

Weldra verplichte controle

‘Levend’ is in sommige gevallen een groot woord. “Uit recente analyses van probiotica in de vorm van voedingssupplementen bleek dat het aandeel levende probiotica lager lag dan gehoopt”, verduidelijkt Khadija El Moumni. “Dat zou moeten veranderen in 2010, met de toepassing van de Europese verordening inzake voedings- en gezondheidsclaims. Want dan moeten producten die met een dergelijke claim uitpakken, wetenschappelijk worden onderzocht.”

Die nieuwe verplichting lijkt de opmars van de probiotica op de Europese markt al ietwat te hebben afgeremd, want sinds de maatregel werd aangekondigd doen ze het iets minder goed. Momenteel zijn de meeste claims gebaseerd op studies in vitro of bij knaagdieren, studies die men daarna extrapoleert naar mensen. Tot nu toe werden bitter weinig probiotica dubbelblind getest bij mensen. En laat zo’n dubbelblind onderzoek nu net een waarborg zijn voor wetenschappelijke geloofwaardigheid...

Gwenaëlle Ansieau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content