“Kan ik 8 pleegkinderen als erfgenamen aanduiden?”

(*) De EER = de Europese Economische Ruimte. Dit zijn de 15 landen van de Europese Unie + Liechtenstein, Noorwegen en IJsland. n

“Eind augustus 1968 kreeg ik van de jeugdrechter 7 kinderen toegewezen uit éénzelfde gezin. Ze waren sociaal verwaarloosd, hun ouders werden ontzet uit de ouderlijke macht. Het oudste meisje was 11. Een jaar later kwam er nog een kleintje van 15 maanden bij. Ikzelf ben ongehuwd en heb geen eigen kinderen. De 8 kinderen zijn allemaal bij mij gebleven tot aan hun huwelijk en hebben geen contact meer gehad met hun ouders. Ik ben nu 70 en we komen nog geregeld samen. Kan ik hen in een testament als mijn eigen kinderen beschouwen? Heb ik van de overheid een bevestiging van hun verblijf bij mij nodig?”

Zogenaamde zorgkinderen (de wettelijke term voor kinderen die u niet geadopteerd hebt, maar die wel door u ‘verzorgd’ werden) zijn geen wettelijke erfgenamen. Zoals u zelf zegt, moet u hen in uw testament als uw erfgenamen aanduiden. Eenmaal u dat gedaan hebt, zullen ze voor de successierechten (de belasting die ze op hun erfenis betalen) beschouwd worden als uw eigen kinderen. Zij zullen dus een voordeliger tarief betalen. Dit op voorwaarde dat zij vóór hun 21ste levensjaar gedurende ten minste 3 jaar bij u hun domicilie hebben gehad. U moet daar geen bewijzen van verzamelen, de kinderen kunnen zelf een attest krijgen bij de bevolkingsdienst van hun gemeente op het ogenblik dat zij uw erfgenaam worden. De wetsbepaling in kwestie heeft zich verstopt in het Vlaamse begrotingsdecreet van 20 december 2002, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 december 2002. Voor uw pleegkinderen (of zorgkinderen) zal dat geen probleem stellen. Het Brussels gewest heeft dezelfde regeling als het Vlaams gewest, in het Waal gewest is er (voorlopig?) geen sprake van een voordeliger tarief voor zorgkinderen.

“Hoe geef ik mijn appartement voordelig aan een neef?”

“Ik ben 86 en heb geen erfgenamen in rechte lijn, enkel neven en nichten. Ik heb een appartement in Brussel dat geschat werd op a 125.000. Mag ik die eigendom aan een neef schenken? Ikzelf zou het vruchtgebruik houden. Hoeveel bedragen de schenkingsrechten? Schenken is toch voordeliger dan successierechten betalen?”

Aangezien u geen reservataire erfgenamen meer hebt (erfgenamen die wettelijk recht hebben op een bepaald deel van uw erfenis), staat niets u in de weg om uw appartement te schenken aan een neef. Schenken met behoud van vruchtgebruik is perfect mogelijk. De waarde van het vruchtgebruik zal û op basis van uw leeftijd – vastgelegd worden op 8 % van de totale verkoopwaarde, dus op euro 10.000. Uw neef zal schenkingsrechten betalen (in feite registratierechten) op het verschil, dus op euro 115.000. Net zoals de successierechten, verschillen de tarieven van de schenkingsrechten in de drie gewesten (Vlaanderen, Wallonië en Brussel). In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn ze dezelfde voor de successierechten als voor de schenkingsrechten. Maar omdat u het vruchtgebruik behoudt en de waarde van het vruchtgebruik afgetrokken wordt van de totale waarde van het appartement, zal een schenking voor uw neef iets voordeliger zijn. Tussen tantes en neven gelden in Brussel volgende tarieven:

Bedrag van de schenking/nalatenschap (in euro) Percentage

0 tot euro 50.000 35 %

50.000 tot euro 100.000 50 %

100.000 tot euro 175.000 60 %

boven euro 175.000 70 %

“Mag onze mindervalide dochter een testament maken?”

“Mijn man en ik zijn aangeduid als gerechtelijk raadsman van onze dochter. Ze is voor meer dan 80 % gehandicapt (+ 12 punten volgens het ministerie van Sociale Voorzorg). Mag onze dochter een testament opstellen? Zo ja, moet het een notarieel testament zijn? Of moeten/mogen wij dat doen?”

U bent samen met uw man aangesteld als gerechtelijk raadsman voor uw dochter (art. 513-515 Burgerlijk Wetboek). Uw dochter mag een testament opmaken, als zij daarvan de inhoud begrijpt. Het lijkt mij wenselijk dat zij haar testament bij de notaris laat opstellen, in aanwezigheid van getuigen. U kunt het best op voorhand een attest vragen aan haar arts dat zij in staat is het belang en de gevolgen van het opstellen van zo’n testament in te schatten. Beschikt u niet over zo’n attest, dan kan de notaris de toestemming van de vrederechter vragen om uw dochter te helpen bij het opstellen van haar testament. De vrederechter beslist op basis van haar (medisch) dossier. Beslist hij dat uw dochter niet in staat is om zelf een testament op te maken, dan mag ze dat ook niet met de hulp van een notaris. Dat u aangeduid bent als haar gerechtelijk raadsman, geeft u niet het recht dat in haar plaats te doen. Als de vrederechter uw dochter niet in staat acht om een testament te maken, mag niemand haar daarbij helpen of het in haar plaats doen. Haar erfgenamen erven dan volgens de gewone regels van het burgerlijk wetboek.

“Hoe krijg ik mijn lening terug?”

“Ik ben 83 jaar en ik heb het WIGW-statuut. Drie jaar geleden vroeg een vriend die net weduwnaar geworden was, mij een lening van a 1250. Hij zou mij terugbetalen zodra de successie afgelopen was. Eén jaar later heb ik hem laten oproepen bij de juridische dienst van het OCMW. Daar heeft hij in aanwezigheid van getuigen beloofd dat hij mij de som zou terugbetalen in maandelijkse schijven van a 75. Maar opnieuw bleef het stil van zijn kant. De bemiddelingsdienst van het OCMW heeft hem dan opnieuw opgeroepen, zonder resultaat. Bij een verzoeningspoging voor de vrederechter is hij niet opgedaagd. Ik kan de lening zwart op wit bewijzen. Zelf heb ik het geld dringend nodig want ik zou willen verhuizen naar een rusthuis. Wat kan ik doen?”

Ik vrees dat er nu niets anders meer opzit dan een ‘echte’ procedure te starten. Nog een bemiddelingspoging lijkt weinig zinvol. Met behulp van een advocaat kunt u de vrederechter om een vonnis vragen dat uw vriend verplicht de geleende som terug te betalen, plus de interesten en de gerechtskosten. Als u dit vonnis in handen hebt, kunt u hem dwingen tot betaling, desnoods onder dreiging van beslaglegging. Ik raad u aan een beroep te doen op een advocaat. U hebt recht op een pro-Deoadvocaat als uw inkomsten lager zijn dan euro 666 per maand (alleenstaande). Tussen euro 666 en euro 857 moet u een deel van de kosten betalen. Een pro Deo krijgt u via het Justitiehuis van uw gerechtelijk arrondissement (lees in dit verband ook ons dossier: ‘Hoe duur is Vrouwe Justitia?’, p. 68-73).

“Krijg ik een pensioen als mijn ex-echtgenoot overzees gewerkt heeft?”

“Ik ben 36 jaar getrouwd geweest. Mijn ex-echtgenoot heeft het grootste deel van zijn loopbaan overzees gewerkt. Hij was aangesloten bij de DOSZ (Dienst Overzeese Sociale Zekerheid). Het is niet gemakkelijk om informatie te vinden over deze dienst. Andere instellingen zoals de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) en de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid van Zelfstandigen (RSVZ) hebben vaak een stand op een of ander salon (zoals Zenith), maar de DOSZ is daar nooit bij. Mijn vraag is: hebben mensen zoals ik, ex-echtgenotes van een man die overzees heeft gewerkt, recht op een pensioen op basis van de tewerkstelling van hun ex-man? En zo ja, hoe wordt dat pensioen dan berekend?”

De Dienst Overzeese Sociale Zekerheid houdt zich bezig met de uitvoering van twee wetten. De eerste betreft een speciale regeling voor de sociale zekerheid van gewezen koloniale werknemers (wet van 16 juni 1960). De tweede (wet van 17 juli 1963) betreft een facultatief regime van sociale zekerheid voor iedereen die niet in de EER (*) werkt (en ook niet in Zwitserland).

Als gescheiden echtgenote van een overzees werknemer, hebt u recht op een pensioen op basis van de tewerkstelling van uw ex-man maar daar zijn uiteraard een aantal voorwaarden aan verbonden:

u mag niet hertrouwd zijn

u moet Belg zijn of onder-daan van een land van de EER en bovendien in één van deze landen verblijven

u moet minimaal 55 jaar oud zijn.

Het pensioen voor de ex-echtgenote wordt berekend op basis van de bijdragen die de ex-echtgenoot gestort heeft, vanaf de dag van het huwelijk tot de dag van overschrijving van het echtscheidingsvonnis. In principe bedraagt het 56,25 % van het pensioen dat de ex-echtgenoot zou gehad hebben op 55 jaar. Ex-echtgenotes hebben recht op dit pensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar. Hebt u recht op een eigen pensioen, dan wordt dit van het Overzeese pensioen afgetrokken.

De DOSZ beschikt over een dienst die zich bezighoudt met de pensioenen voor (ex-)echtgenotes. U kunt daar informatie opvragen over uw dossier en uw pensioen laten berekenen. De contactpersoon is Chantal Flémalle, tel. 02 642 06 68.

U kunt ook een algemene informatiebrochure opvragen als u dat wenst bij de DOSZ, Louisalaan 194, 1050 Brussel, tel. 02 642 05 11.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content