Kan ik gestorte sociale bijdragen recupereren?
Ik ben op 65 met pensioen gegaan. Met toestemming van mijn pensioenkas heb ik nog verschillende jaren deeltijds gewerkt voor het ministerie van Economische Zaken. Op die bijverdienste heb ik sociale bijdragen betaald, maar mijn pensioen werd niet verhoogd. Kan ik die bijdragen terugvorderen?
...
Ik ben op 65 met pensioen gegaan. Met toestemming van mijn pensioenkas heb ik nog verschillende jaren deeltijds gewerkt voor het ministerie van Economische Zaken. Op die bijverdienste heb ik sociale bijdragen betaald, maar mijn pensioen werd niet verhoogd. Kan ik die bijdragen terugvorderen? Het principe is inderdaad dat, eens je een pensioen ontvangt, dat pensioenbedrag niet meer kan wijzigen, ook niet als je nog een bijverdienste hebt. Op die bijverdienste betaal je inderdaad sociale bijdragen, maar die worden als solidariteitsbijdragen beschouwd, niet als echte bijdragen die extra sociale rechten opleveren. Het bedrag van de bijdragen ligt dan ook lager dan dat van normale sociale bijdragen. Je kan de bijdragen die je betaalde op je bijverdienste dan ook niet terugvorderen. Het maakt geen verschil of je de bijverdienste uitvoerde als zelfstandige of als loontrekkende. Vandaag zijn er mogelijkheden voor gepensio- neerden om bij te verdienen zonder RSZ-bijdragen, in een flexi-job. Op het flexiloon betaal je geen sociale bijdragen en geen belastingen. Dit kan in bepaalde sectoren: de horeca en de detailhandel (café, restaurant, bakkerij,...). In de sector waarin jij gewerkt hebt na je pensioen kan je geen flexi-job doen. Onze zoon woont al 12 jaar terug bij ons, sinds zijn echtgenote overleden is. Helaas gaat het niet goed met hem. Hij doet domme dingen en heeft een alcoholprobleem. Hij is al twee keer zijn rijbewijs kwijtgespeeld. We zijn heel bang dat hij een dodelijk ongeval veroorzaakt. Wat riskeren wij zelf, nu hij onder ons dak woont? Jullie zijn niet verantwoordelijk voor de persoonlijke schulden die jullie zoon maakt. Hij is meerderjarig en staat zelf in voor zijn schulden. Het is wel een probleem dat zijn schuldeisers beslag kunnen leggen op de meubels van het huis waar hij gedomicilieerd is. Aankoopbewijzen of facturen vormen een (begin van) bewijs. Als jullie die niet meer hebben, raden we jullie aan om een overeenkomst met jullie zoon te maken waarin staat dat de meubels die zich in jullie huis bevinden, jullie meubels zijn. Je laat deze overeenkomst registreren bij het registratiekantoor zodat ze een vaste datum krijgt. Maar bij discussie zal het uiteindelijk de beslagrechter zijn die, op basis van een aantal gegevens, beslist of een meubelstuk al dan niet jullie eigendom is. Wat jullie vermogen betreft, raden we jullie aan om jullie huwelijkscontract aan te passen - voor zover jullie dat al niet gedaan hebben - en bij overlijden de volle eigendom van alle goederen naar de andere partner te laten gaan. Als de situatie echt uit de hand loopt, kunnen jullie bij de vrederechter de uitzetting van jullie zoon vragen. Maar hopelijk komt het niet zover. Mijn dochter woont wettelijk samen en wil uit elkaar gaan. Er moet een huis verdeeld worden en een regeling getroffen voor mijn kleindochter. Hoe kunnen zij te werk gaan? Als wettelijke samenwoners uiteen willen gaan, moeten zij niet uit de echt scheiden. Ze moeten wel formeel een einde stellen aan het wettelijk samenwonen. Dat kan door een gezamenlijke of eenzijdige verklaring bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar zij wonen. Hebben je dochter en haar ex-partner samen bezittingen (roerend goed), dan moeten ze daar een oplossing voor vinden. Raken ze het eens, dan kunnen ze die afspraak op papier zetten. Zijn je dochter en haar ex-partner samen eigenaar zijn van een onroerend goed, dan moet hiervoor een notaris worden ingeschakeld. Raken zij het onderling niet eens, dan kan een van hen naar de rechtbank stappen om een notaris te laten aanstellen, die de goederen uiteen moet halen via een gerechtelijke vereffening en verdeling. Die verloopt zoals bij een echtscheiding via de rechtbank. Jouw dochter en haar gewezen partner moeten ook een regeling voor hun dochter uitwerken. Zij kunnen een overeenkomst maken. Lukt dat, dan moeten ze die op papier zetten, waarbij aan de rechtbank wordt gevraagd de overeenkomst te homologeren. Lukt een regeling treffen niet, dan kan een procedure worden gestart bij de familierechtbank. Wij willen een bank-gift doen aan onze dochter en in het be-wijsdocument een beding van terugkeer inbouwen. Maar blijft dat van toepassing, ook als we dat zelf niet meer willen? Bij de meeste schenkingen wordt vandaag een beding van terugkeer ingebouwd. Overlijdt de begiftigde vóór de schenker, dan keert wat werd geschonken (of in de plaats kwam) in principe belastingvrij terug naar de schenker. Zo'n beding kan worden opgenomen in een notariële akte of in het bewijsdocument van een bank- of handgift. In principe blijft het beding van kracht tot de schenker overlijdt. Als je dochter voor jou overlijdt, komt wat je hebt geschonken dan opnieuw in jouw vermogen terecht en moet je dat goed opnieuw schenken aan je kleinkinderen om te vermijden dat er later erfbelasting op verschuldigd is. Daarom wordt dit beding steeds vaker optioneel gemaakt. Je hebt bij het vooroverlijden van je dochter dan de keuze om al dan niet gebruik te maken van het beding. Doorgaans moet je binnen de vier maanden je keuze bekendmaken bij notariële akte, in de aangifte van nalatenschap of in een ter registratie aangeboden document. Maar je kan ook verzaken aan het beding van terugkeer, zelfs na het overlijden van je kind. Dat doe je best via een notariële akte. De vroegere schenking gaat dan bij het overlijden van je kind via het (wettelijke) erfrecht naar je kleinkinderen. Als jouw kind gehuwd is, gaat het vruchtgebruik eventueel naar haar partner.