© FOTO WIM KEMPENAERS

Jef Van Boven (67) “Soms zoek ik bij mijn adoptiekleinzonen naar trekjes van mijn dochter”

“Mijn oudste dochter en haar man hadden een kinderwens, maar ze konden geen kinderen krijgen. Ze hebben vrij snel beslist om te adopteren. Ik vond dat meteen een goede beslissing. Ik vroeg me wel af hoe dat praktisch zou verlopen: de procedure en de financiële kant van de zaak. En ik hoopte natuurlijk dat het goed zou komen met de kinderen. Ik heb vooral geluisterd en geprobeerd om te helpen waar ik kon. Maar dat is moeilijk omdat je zo afhankelijk bent van de adoptieorganisaties.

Mateo (10, uiterst links op de foto) was bijna twee jaar toen hij vanuit Kazachstan naar België kwam. Mijn vrouw Hilde (63) en ik zijn het gezinnetje gaan oppikken aan het station. Het is anders dan je pas bevallen dochter bezoeken, maar ik zag vooral hoe blij mijn dochter was dat ze eindelijk een kind hadden waarover ze het volle ouderschap kregen. We hadden afgesproken dat we de eerste weken en maanden niet onaangekondigd op bezoek zouden komen en dat we hem niet zouden knuffelen. Natuurlijk wil je je kleinkind eens vastpakken, maar ik begreep dat dit nodig was voor de hechting met zijn nieuwe ouders. Mateo heeft de eerste twee jaar van zijn leven doorgebracht in een weeshuis. Daar werd goed voor hem gezorgd, maar ook niet meer dan dat. Het was veel moeilijker om dit uit te leggen aan anderen die er verder vanaf stonden. Noach (8, rechtop naast opa) en Milan (1, zittend op de tafel) zijn in België geboren. Ze waren veel jonger toen ze geadopteerd werden, waardoor de hechting iets vlotter verliep en ook niet zo heel anders dan met onze biologische kleinkinderen: die zijn nog zo fragiel dat je ze niet durft vastnemen. En als je eens een dagje voor ze zorgt, krijg je ook een hele handleiding mee: wat eten, wanneer slapen,...

Ik betrap me er soms op dat ik mijn adoptiekleinzonen vergelijk met mijn dochter. Ook de uiterlijke kenmerken. Dat is natuurlijk onzin. De oudste twee zijn erg temperamentvol. Een groot verschil met hun neefje, dat een eerder voorzichtig karakter heeft. Wat in hun genen zit, kan je niet veranderen. Maar in hun gedragingen zie je duidelijk de stempel van hun ouders. Noach begint zich vragen te stellen over zijn afkomst. Hij is samen met mijn dochter het adoptiedossier gaan inkijken. Hij heeft een foto gezien van zijn geboortemoeder en kent haar naam. Dat was voldoende voor hem. Ongewild vraag je je af waarom hij dat wil weten, of hij misschien niet gelukkig is. Maar hij weet goed wie zijn ouders en broers zijn. Als je die kinderen graag ziet, is alles opgelost. Of toch heel veel.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content