“Is de vergadering van mede-eigenaars geldig?”

“Bij de algemene vergadering van mede-eigenaars waren 55 % van de eigenaars aanwezig of vertegenwoordigd. Eén mede-eigenaar wou de aandacht vragen voor een vergissing in de afrekening. Hij had een nota gemaakt om de problemen aan te kaarten. De voorzitter van de vergadering, die de syndicus goed kent, heeft hem het zwijgen opgelegd. Daarop is de man weggegaan en heeft gevraagd zijn aanwezigheid te schrappen, wat opgetekend werd in het verslag. Door zijn vertrek waren er maar 48 % van de mede-eigenaars aanwezig. Is deze vergadering geldig? En wat met de beslissingen die genomen werden toen hij de vergadering verlaten had?”

U vindt het antwoord op uw vraag in het Burgerlijk Wetboek. Artikel 577-6par3 van dit wetboek bepaalt dat een algemene vergadering enkel geldig beraadslaagt als er meer dan de helft van de mede-eigenaars aanwezig of vertegenwoordigd is en voor zover ze ten minste de helft van de aandelen in de gemeenschappelijke delen bezitten. Als dit quorum niet bereikt is -en dat was in het aangehaalde voorbeeld duidelijk het geval – moet een nieuwe vergadering vastgelegd worden, ten minste 15 dagen na de vorige. Op deze tweede vergadering heeft het geen belang meer hoeveel mede-eigenaars aanwezig zijn. De beslissingen die genomen werden tijdens de eerste vergadering zijn niet geldig. Er moet opnieuw over gestemd worden tijdens de tweede vergadering.

“Kunnen successierechten verjaren?”

“Mijn echtgenoot is drie jaar geleden overleden. Hij had twee zonen uit een vorig huwelijk. Hij had een testament gemaakt waarin hij mij het vruchtgebruik van zijn huis naliet en de naakte eigendom van de roerende goederen. Ik heb nu een meningsverschil met één van zijn zonen, die ‘zijn deel’ opeist. Maar bij de registratiedienst wisten ze mij te vertellen dat beide zonen de nalatenschap nog niet aanvaard hebben. Ik heb mijn deel van de successierechten al betaald, zij hebben blijkbaar nog niets betaald. Kunnen zij de zaak laten ‘aanslepen’? Met andere woorden: kunnen successierechten verjaren?”

De fiscus moet de betaling van successierechten eisen binnen de 2 jaar na de aangifte van de nalatenschap, zoniet verjaart de vordering (art. 137 van het wetboek van Successierechten). Als er geen aangifte gedaan werd, dan verjaren de successierechten 10 jaar na de termijn om aangifte te doen (in België is dat maximaal 5 maanden na het overlijden). Let op, geen aangifte doen is strafbaar! Als de fiscus dit vaststelt, zijn de boetes niet mals: tweemaal de successierechten voor onroerende goederen en driemaal de successierechten voor de roerende goederen die deel uitmaken van de nalatenschap.

Mij lijkt het onwaarschijnlijk dat de fiscus de zonen van uw overleden echtgenoot een cadeautje zou doen. Het zou ook kunnen dat u zelf alle successierechten hebt betaald, terwijl u eigenlijk enkel de successierechten op het vruchtgebruik moest betalen . Vraag de fiscale administratie of dat het geval is! Stel dat dit zo zou zijn, dan raad ik u aan contact op te nemen met de notaris die de vereffening van de nalatenschap heeft gedaan. Hij kan u ongetwijfeld verderhelpen.

“Moet mijn vrouw haar schenking ‘inbrengen’?”

“Mijn vrouw komt uit een gezin met vier kinderen. Bij de verdeling van de nalatenschap van haar vader, trok de notaris wel van het deel waarop mijn vrouw recht heeft een schenking van a 7500 af, die zij eerder kreeg. Volgens mij is dit niet logisch, vermits de schenking deel uitmaakt van de ’te verdelen pot’. Wat denkt u daarvan?”

Helaas voor u mag de schenking die uw vrouw ontvangen heeft wel degelijk afgetrokken worden van haar deel omdat zij dat bedrag al vooraf gekregen heeft. Het Burgerlijk Wetboek is hierover duidelijk: “Inbreng geschiedt in natura ofwel door mindere ontvangst” (art. 858).

Het enige geval waarin zij de schenking niet moet inbrengen in de nalatenschap, is als zij ze ‘buiten deel’ zou hebben gekregen. Dit betekent dat haar ouders de schenking zouden gedaan hebben van het gedeelte dat niet tot het voorbehouden deel van hun nalatenschap behoort. Elk kind heeft immers recht op een bepaald deel (de reserve of het voorbehouden deel genoemd) van de nalatenschap van zijn ouders. Daar mag niet aan geraakt worden. Enkel als uw vrouw kan aantonen dat de schenking niet van haar erfdeel gebeurd is, moet zij het bedrag niet inbrengen en wordt alleen de rest verdeeld over de 4 kinderen. De schenker (haar ouders) moet wel duidelijk hebben gemaakt, liefst op papier, dat het hier een schenking ‘buiten deel’ betreft. De inbreng van geld (zoals in het geval van uw vrouw) gebeurt door mindere ontvangst. Zij zal dus niet eerst een som moeten ‘afgeven’ aan haar broers of zussen. Men neemt de waarde op de dag van de schenking.

“Mag ik bijverdienen als gepensioneerd invalide?”

“Ik was ambtenaar en ben al 10 jaar met pensioen wegens ziekte. Omdat ik veel tijd heb, zorg ik één of twee dagen per week voor mijn kleinkind en doe ik vrijwilligerswerk op het secretariaat van de voetbalclub. Dat gaat me goed af. Soms verlang ik ernaar ergens betaald te gaan werken, zoals andere gepensioneerden dat soms doen. Kan dat met mijn statuut?”

U hebt geen rustpensioen, maar wel een ziekte-uitkering. De term invaliditeitspensioen is inderdaad verwarrend. Het gaat niet echt om een pensioen, maar wel om een uitkering wegens ziekte. Wie van een ziekte-uitkering leeft, mag niet (betaald) werken. Alleen gepensioneerden (en in uitzonderlijke gevallen ook bruggepensioneerden) mogen binnen bepaalde grenzen bijverdienen. Zolang u het werk als vrijwilliger – en dus onbetaald – doet, is er vanzelfsprekend geen probleem.

De enige manier om betaald werk te mogen verrichten, is via de controle-arts van de arbeidsgeneeskundige dienst. U zou de arts kunnen vragen of u het werk halftijds mag hervatten. Halftijds werk kunt u wél cumuleren met een ziekte-uitkering.

“Ik zou mijn kamer én mijn pensioen willen houden”

“Ik ben al 52 jaar bevriend met een koppel dat een kamer voor mij vrijhield in hun huis op de buiten. Ze hebben geen kinderen. Ik hielp hen zoveel ik kon. Vorig jaar is mijn vriend overleden, na een lijdensweg van 5 jaar. Omdat hij wegens zijn ziekte niet meer kon rijden en mijn vriendin geen rijbewijs had, bezocht ik hen 3 keer per week om boodschappen te doen. Ik zou nu bij mijn vriendin willen gaan wonen. Ik zou ‘mijn’ kamer houden en er ook een bureau betrekken. Blijven we allebei ons pensioen ontvangen? En wat moeten we doen om er zeker van te zijn dat ik in het huis kan blijven wonen als mijn vriendin zou overlijden? Ik heb al mijn eigen meubels van de hand moeten doen.”

Het samenwonen heeft geen invloed op uw pensioen, zelfs al zou u ‘wettelijk’ samenwonen (dit wil zeggen: een officiele verklaring van samenwoning afleggen bij uw gemeente). Alleen een huwelijk zou iets aan het pensioen veranderen.

Wat uw andere vraag betreft: uw vriendin kan een testament opstellen waarin ze u haar goederen nalaat, naar keuze in volle eigendom of in vruchtgebruik. Vermits ze geen kinderen heeft, kan ze u zelfs haar volledige bezit nalaten. Als u in het Waals Gewest woont, kiest u het best voor wettelijk samenwonen. Feitelijk samenwonenden moeten er namelijk veel hogere successierechten betalen, terwijl wettelijk samenwonenden worden gelijkgesteld met gehuwden. Zij betalen dus een lager tarief. Als u in Vlaanderen woont, heeft het geen belang of u wettelijk of feitelijk samenwoont want hier wordt op dit vlak geen onderscheid gemaakt tussen wettelijk en feitelijk samenwonenden. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geldt dezelfde regeling als in Wallonië: alleen wettelijk samenwonenden worden gelijkgesteld met gehuwden. n

Adoptie en de gevolgen voor de erfenis

“In het artikel over naamsverandering ‘Help, ik wil een andere naam’, verschenen in Plus Magazine nr. 196, lees ik dat een naamsverandering geen gevolgen heeft voor het erfrecht. Maar geldt dit ook als de naamsverandering het gevolg is van een adoptie? En wat is het verschil tussen een gewone en een volle adoptie?”

Uw zoontje werd in 1982 op 14-jarige leeftijd door de nieuwe echtgenoot van uw ex-vrouw ‘gewettigd door adoptie’. Dat wil zeggen dat deze man uw kind als zijn wettig kind erkend heeft. Uw zoon verloor daardoor uw familienaam en kreeg die van zijn adoptievader. Zodoende werd hij zijn wettig kind. Dit gebeurde bovendien met uw akkoord, vermits de wet bepaalt dat beide biologische ouders hun toestemming moeten geven als iemand hun kind van minder dan 18 jaar wil adopteren.

Tot 1987 sprak men van ‘gewone adoptie’ en ‘wettiging door adoptie’, wat nu ‘volle adoptie’ wordt genoemd. Ingevolge de wettiging door adoptie worden alle banden met de oorspronkelijke ouder doorgesneden. Uw zoon zal dus niet meer van u erven en u niet meer van hem.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content