Intresten omhoog? Geen paniek!

Het is één van de markantste herinneringen uit mijn carrière. Op 31 januari 1994 wijst Alan Greenspan, de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank (Fed), erop dat de intrestvoeten abnormaal laag zijn en dat die toestand niet eeuwig kan duren. Het is maandagavond, ik begin zoals gewoonlijk aan mijn editoriaal. En het onderwerp ligt meteen voor de hand. Wetend dat iemand als Greenspan voorzichtig moet zijn in wat hij zegt, is het ballonnetje dat hij oplaat verre van onschuldig. Het is een ware bom. Want eigenlijk zegt hij: “Let op mensen, de intresten gaan stijgen!” De boodschap lijkt me duidelijk, maar waarom reageren de markten dan niet? De Amerikaanse beurs sluit lichtjes hoger af, alsof er niets gebeurd is. Heb ik het fout begrepen? Het kan toch niet dat ík de waarschuwing heb opgepikt en Wall Street niet? Dat is dan jammer, mijn editoriaal zal over de uitspraak van Alan Greenspan gaan, met een lichte waarschuwing.

Op donderdag 3 februari verschijnt Cash. Op 4 februari bevestigt Greenspan zijn stelling en verhoogt de Fed licht één van haar intrestvoeten. Reactie van de beurs: min 4%, de sterkste daling in twee jaar! Tot begin 1995 wordt de ene intrestvoet na de andere opgetrokken, met wrede minwaarden op obligaties tot gevolg. 1994 gaat dan ook de recente geschiedenis in als het jaar van de obligatiecrash. Dat jaar is daarom de gedroomde referentie als een commentator op een mogelijke obligatiecrash wil wijzen: de intrestvoeten zijn te veel gezakt, ze kunnen niet anders dan stijgen en dat zal de waarde van de obligaties in vrije val brengen. Moeten we ons daar zorgen over maken?

Het gevaar is reëel, maar belangt eerder institutionele beleggers dan particulieren aan. De eersten zullen op hun obligaties in portefeuille grote boekhoudkundige verliezen moeten slikken, waardoor de waarde van hun aandeel op de beurs zou kunnen kelderen. Maar echt verlies lijden ze pas als ze moeten verkopen. Dat geldt ook voor spaarders. Dat de waarde van een obligate van 100% naar 95% zakt, is hooguit mentaal vervelend als je ze tot de einddatum op zak houdt en ze dan voor 100% terugbetaald krijgt. En een spaarrekening kan per definitie geen minwaarde boeken. Houders van een spaarrekening zien een hogere intrestvoet zelfs met de glimlach tegemoet!

En de aandelen? Net als obligaties, zullen hun koersen zich bij een stijgende intrest terugplooien. Behalve dan dat dergelijke beweging de voorbode is van een betere conjunctuur en dus van meer welvarende bedrijven, wat de beurs enkel ten goede komt. In 1994 is de conjunctuur in een jaar tijd amper geëvolueerd. Dus ja, opverende intrestvoeten zullen ophef maken en de markten schade berokkenen, maar globaal gezien zullen gewone spaarders daar niet veel last van hebben.

Als de intresten te veel dalen, kunnen ze alleen maar stijgen, met een vrije val van obligaties tot gevolg.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content