In de Griekse mythologie waren de muzen de godinnen van de kunst en het symbool van inspiratie. Tal van kunstenaars hebben een vrouwelijke muze. Maar vrouwen zijn ook op een andere manier inspirerend.
PENSEELSTREKEN
Estelle - Mrs Degas - was niet de echtgenote van Edgar Degas, maar zij was wel de vrouw van wie hij hield. Dit Creoolse nichtje van de schilder komt samen met haar dochtertje, moeder en zus in Parijs aan. Degas biedt hen onderdak nadat ze uit New Orleans zijn gevlucht voor de burgeroorlog. Tien jaar later bezoekt Edgar de Amerikaanse tak van de familie, die intussen herenigd is in Louisiana. Daar maakt hij talrijke portretten van Estelle, die blind...
Estelle - Mrs Degas - was niet de echtgenote van Edgar Degas, maar zij was wel de vrouw van wie hij hield. Dit Creoolse nichtje van de schilder komt samen met haar dochtertje, moeder en zus in Parijs aan. Degas biedt hen onderdak nadat ze uit New Orleans zijn gevlucht voor de burgeroorlog. Tien jaar later bezoekt Edgar de Amerikaanse tak van de familie, die intussen herenigd is in Louisiana. Daar maakt hij talrijke portretten van Estelle, die blind is geworden, maar haarfijn aanvoelt wat er leeft in haar huis en in de mensen die het bewonen. Zo mooi de penseelstreken van de schilder, zo fijn de zinnen van de schrijver. Arthur Japin op zijn best. Tijdens research voor zijn recentste literaire worp stootte Jeroen Olyslaegers, samen met zijn bloedbroeder Stef Franck, op een anonieme gravure van De Wildevrouw. Het werd de titel van zijn boek en de spil van het verhaal. Dat wordt verteld door Beer, herbergier en drievoudig weduwnaar met kind. In 1577 blikt hij vanuit Amsterdam terug op zijn leven in de stad die hij 10 jaar voordien ontvluchtte: zijn Antwerpen. In Amsterdam herkent hij de onrust die in zijn geboortestad het einde van zoveel had ingeluid. 'Maar een terugblik brengt niet noodzakelijk inzicht,' zegt Beer, 'soms weet ge nog steeds niet te plaatsen wat ge hebt meegemaakt'. Een bijzondere rol is weggelegd voor Margreet, de vroedvrouw, die Beer steunt, maar soms ook fijntjes op zijn plaats zet. De verhalen die de Italiaanse schrijfster Bianca Pitzorno aan elkaar weeft in haar boek 'De stof in haar handen' zijn fictief. 'Maar elk voorval is geënt op een werkelijk gebeurd feit, dat ik aan de weet ben gekomen door de verhalen van mijn oma, een leeftijdgenoot van de protagonist', zo schrijft ze aan het begin van haar boek. Het zijn verhalen over de naaistertjes op Sardinië begin 20ste eeuw, die niet vergeten mogen worden. De ik-persoon is zeven, en woont bij haar oma. Die is analfabete en vindt het beter om haar kleindochter een vak te leren dan haar naar school te laten gaan. Want dan zal ze onafhankelijk zijn. Haar naaimachine is haar weg naar de vrijheid.