“In zijn teksten zie ik Lennaert Nijgh zoals hij echt was”

Zijn songs uit de jaren zestig tekenden onze jeugd. Maar ook zijn nieuwe cd ‘Het eiland in de verte’ is een meesterwerkje. Eind maart start Boudewijn de Groot een tournee onder de veelzeggende titel ‘Eeuwige jeugd’: als aanloop naar zijn 60ste verjaardag en als afscheid van Lennaert Nijgh, de man die veertig jaar lang teksten voor hem schreef.

De Belgische concerten van de ‘Eeuwige Jeugd’-tournee zijn uitverkocht. Bij het ter perse gaan was niet bekend of er bijkomende optredens volgen.

Het moet april 1966 geweest zijn. Ik zat in mijn laatste collegejaar en ging naar een kleinkunstavond in een Gentse meisjesschool. De stampvolle zaal luisterde naar Miek & Roel en Miel Cools. En toen kwam Boudewijn de Groot op het podium. Er hing meteen elektriciteit in de lucht. Dit was anders. Geen kampvuurliedjes maar volwassen nummers met ongelooflijk vloeiende teksten die haarscherp verwoordden wat we voelden. Toen hij Welterusten Mijnheer de President gezongen had, wist ik het zeker: ik zou rebel worden.

Dat ene optreden herinnert de zanger-componist zich niet meer, de periode wel. “De tijd was rijp, het hing gewoon in de lucht. Ineens was er een groep jongens en meisjes die met gitaren Nederlandstalige liedjes zongen. Een mysterieus samenspel van vraag en aanbod. Ik was zeker niet alleen. Misschien was ik wat wilder dan Miel Cools, maar minder wild dan Armand. Toen Voor de overlevenden uitkwam, had ik wel het gevoel dat we iets bijzonders gemaakt hadden. Al heb ik me toen ook vaak afgevraagd: wat horen de mensen toch in die liedjes dat hen zo aangrijpt? Want, vergis je niet, er was toen veel kritiek op mijn werk. Volgens mijn generatie hoorde ik beatmuziek te brengen en in het Engels te zingen.”

“Ik kom hier nimmermeer”

Aan de twee-eenheid die Boudewijn de Groot veertig jaar lang vormde met tekstschrijver Lennaert Nijgh, kwam een einde toen Lennaert eind 2002 overleed. In de loop van zijn carrière heeft Boudewijn ook teksten van anderen gezongen. Soms noodgedwongen, soms omdat hij iets anders wilde. Boudewijn: “Een tekst is vaak liefde of haat op het eerste gezicht. Het verhaal moet mij aanspreken, ook gevoelsmatig. De teksten van Lennaert lééfden meer voor mij dan die van anderen. Omdat ik hem goed kende, zag ik hem meteen door de tekst heen dwalen zoals hij was. Zijn woorden waren écht. En op het einde van zijn leven misschien nog echter dan ooit. Op de nieuwe cd heb ik muziek gemaakt op acht van zijn teksten. Een aantal ervan heeft hij al jaren geleden schreven, maar het nummer Het eiland in de verte was één van zijn laatste. Persoonlijk zie ik die tekst als een soort van allegorie, op bescheiden schaal, van zijn leven. Ik weet niet zeker of hij het ook als zodanig bedoeld heeft maar ik hoor er zijn liefde voor het varen in, zijn verlangen naar het onbekende en het belang dat hij hechtte aan herinneringen. Hij kende alle data van gebeurtenissen die we ooit samen beleefden uit zijn hoofd. Weet je welke dag het is vandaag, vroeg hij dan. Het is 35 jaar geleden dat we zus of zo deden. Ik was die anekdote al lang vergeten, hij niet. De tekst van Het eiland in de verte was ook niet af toen hij stierf. De laatste regel, Ik kom hier nimmermeer, heb ik er zelf aan toegevoegd omdat ik weet dat hij nooit meer zal terugkeren naar ‘zijn’ eiland.”

Boudewijn en Lennaert zijn uitentreuren de Nederlandstalige Lennon en McCartney genoemd; maar die vergelijking gaat volgens de zanger absoluut niet op: “Lennaert en ik zaten vrijwel altijd op dezelfde golflengte en dat kun je van de twee Beatles zeker niet zeggen. Wij werkten zeker ook niet naast en apart van elkaar.”

Ooit wil Boudewijn de Groot nog een marathonconcert van vijf of zes uur spelen met alle nummers waarvoor Lennaert ooit teksten schreef. Als hommage en als herinnering. Op dit ogenblik is hij echter bezig met opnamen voor de tv-serie Flikken. Vanaf het najaar zal hij in meerdere afleveringen te zien zijn in de rol van een ervaren profielresearcher. Het lijkt wel alsof hij in het jaar van zijn 60ste verjaardag een nu-of-nooit-energie heeft gekregen.

“Mijn leeftijd houdt me niet bezig”

Op de nieuwe cd komt het thema ouder worden op verschillende manieren aan bod. In de vrolijke Ballade van de onsterfelijkheid ziet hij zichzelf over 25 jaar gezellig in een bejaardentehuis. Boudewijn: “Er zit natuurlijk een grote dosis ironie in. Waarom zou je niet vrolijk mogen doen over ouder worden? De waarheid is dat mijn leeftijd me niet bezighoudt. Als je erover begint te piekeren, ga je doemdenken en dat wil ik niet. Als ik ooit in een bejaardentehuis beland, dan hoop ik alleen dat ik dat uit vrije wil zal kunnen doen en dat ik voldoende privacy overhoud. Een nu-of-nooit-gevoel heb ik helemaal niet. Ik was aanvankelijk van zins me dit jaar alleen met acteren bezig te houden. Het feit dat mijn eerste single veertig jaar geleden verschenen is, vind ik trouwens veel belangrijker dan mijn 60ste verjaardag. En acteren deed ik al op het eind van de middelbare school. Ik zag toen wel dat mijn toekomst niet in een acteercarrière lag, maar een vage aanleg heb ik altijd gevoeld. En na 35 jaar liveconcerten mag je van mij enige podium- ervaring verwachten. De rol in Flikken is me aangeboden en ik geniet er met volle teugen van. Al zou ik graag nog eens een personage vertolken dat inzake karakter ver van me af staat.”

Met welke liedjes wil hij herinnerd worden? “Afgezien misschien van Ken je dat land is er geen enkel nummer dat ik met tegenzin speel. Maar er zijn songs die ik essentieel vind. Testament bijvoorbeeld, maar ook Verdronken Vlinder, Avond, De roos en nu Het eiland in de verte. Dat zijn mijlpalen.” n

A Ludo Hugaerts – Foto’s: Daniël Rys

Over ‘Voor de overlevenden’: “De tijd was rijp voor die plaat, het hing gewoon in de lucht”

Zijn afscheid van Lennaert Nijgh in ‘De blauwe uren’:”Duizend melodieën schrijven, ik doe het zonder pijn,maar duizend mooie woorden, hoe wijs moet je dan zijn?”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content