In het voetspoor van uw voorouders

Nagenoeg iedereen kent zijn ouders en (over)grootouders zijn, maar veel verder gaat het vaak niet. Mensen stellen zich wel eens vragen over de geschiedenis van hun familie, zonder actief op zoek te gaan naar hun roots. Want meestal blijft de vraag: hoe begin ik eraan?

Iedereen vraagt het zich wel eens af: waren mijn voorouders boeren, ambachtslui, dieven of figuren van beroemde komaf? Heeft iemand van mijn familie de slag bij Waterloo meegemaakt? Heeft een van mijn voorouders Rubens gekend? Komt mijn familie oorspronkelijk uit Frankrijk of uit Duitsland?

Om een antwoord te vinden op die vragen zit er maar één ding op: teruggaan in de tijd met de hulp van de genealogie. Die zit sinds een aantal decennia in de lift, zowel in België al in de buur- en andere landen. Er zijn ontzettend veel lokale en nationale verenigingen en zelfs gespecialiseerde website. Die verenigingen kunnen u helpen bij uw onderzoek (zie Help! op p. 33). Maar meestal is het zo dat u niet heel ver terug in de tijd moet gaan om de eerste takken van uw stamboom te kunnen tekenen. Uw speurtocht hoeft niet te beginnen in een of ander archief, wel op zolder.

Familiesouvenirs

“Als er een basisregel is in de genealogie, dan is het dat u altijd moet vertrekken van wat u weet om op zoek te gaan naar wat u niet weet”, zegt Jean Tillieux, voorzitter van de Service de centralisation des études généalogiques et démographiques de Belgique (SCGD) voor de provincie Namen. “Als u uw zoektocht start op basis van vage informatie of van een hypothetische voorouder, hebt u weinig kans op slagen. Beginnen bij de directe voorouders is een must.”

De eerste stap bestaat erin zoveel mogelijk informatie in te winnen bij familieleden: verhalen/getuigenissen van ouders, grootouders, ooms en tantes,.... Maar omdat het geheugen van de mens is wat het is – een niet altijd betrouwbare bron – moet u ook grasduinen in oude koffers op zolder.

In ‘behoudsgezinde’ families kan die speurtocht heel wat opleveren: trouwboekjes, militaire zakboekjes, brieven, doodsberichten, foto’s,... bevatten veel nuttige informatie. “De meeste families in België zijn of waren katholiek. Missalen doorbladeren levert dan ook vaak wat op”, zegt Tillieux. “Men bewaarde er doodsprentjes, huwelijksaankondigingen, geboortekaartjes en communieprentjes in.” Minder opbeurend maar toch leerrijk: de kerkhoven bezoeken waar uw voorouders begraven liggen. U vindt er hun exacte geboorte- en sterfdatum, of minstens de periode waarin ze leefden.

Met al die gegevens kunt u al een rudimentaire stamboom maken, een uitstekend uitgangspunt voor verder onderzoek. In het beste geval reikt uw stamboom al tot in de 19de eeuw.

Stukje bij beetje

Voor de 20ste en de 21ste eeuw verloopt het genealogisch onderzoek vooral via de burgerlijke stand. Sinds pakweg 1795 – de periode van de Franse revolutie op toekomstig Belgisch grondgebied – registreert de overheid elke geboorte, huwelijk en overlijden. De akten van de burgerlijke stand bieden een schat aan informatie en soms zelfs een heuse beknopte biografie: naargelang de akte en de periode vindt u er ook gegevens over het beroep van uw voorouders. Van de ene akte komt u bij een andere uit en gaat u algauw terug tot het einde van het Ancien Régime.

Maar opgelet: documenten van minder dan 100 jaar oud worden bewaard in de archieven van de gemeenten waar ze werden opgesteld en een kopie loskrijgen gaat vaak niet zonder de goedkeuring van de ambtenaar van de burgerlijke stand. In geval van rechtstreekse afstamming is dat meestal geen probleem. Archieven met documenten van meer dan 100 jaar oud kunnen daarentegen rechtstreeks worden geraadpleegd, vaak op microfilm (zoals in de spionagefilms uit de jaren 50!) of op scherm. Tot voor kort was de makkelijkste weg om terug te gaan in de tijd een bezoek brengen aan een van de Rijksarchieven: er zijn er een of twee per provincie. Maar sinds februari 2013 hoeft u zich zelfs niet meer te verplaatsen: 11.000 registers van de burgerlijke stand kunnen voortaan online worden geraadpleegd (http://search.arch.be). Meer registers worden toegevoegd naarmate ze verder worden gedigitaliseerd.

A rato van een generatie om de 25 jaar – met telkens een verdubbeling van het aantal voorouders (twee ouders, vier grootouders, enz.) – bent u in dit stadium van uw onderzoek al een heel eind opgeschoten. “Voor beginners is dat al een heel mooie prestatie”, meent Jean Tillieux. “Wij raden mensen overigens aan om het in een eerste fase hierbij te laten.”

Nog verder teruggaan in de tijd kan, maar dan moet u wel weten dat er voor de Franse revolutie geen burgerlijke stand was.

Hanenpoten en keukenlatijn

De genealogische informatie uit die tijd schuilt in de geboorteregisters. Voor België werden ze in de jaren ’50 door de Mormonen op microfilm gezet. U kunt de archieven raadplegen in verschillende centra, maar ook bij het Rijksarchief of online (25.000 gedigitaliseerde registers).

“Het speurwerk wordt hier wel een stuk moeilijker: de registers zijn in het latijn opgesteld en niet elke dorpspastoor was even onderlegd waardoor de archieven wel eens fouten bevatten”, waarschuwt de genealoog. Naast een basiskennis van het latijn, is er vanaf de 17de eeuw ook enige paleografische kennis vereist: Het schuinschrift uit die tijd is echt niet te vergelijken met dat van vandaag!

“In het algemeen kan iemand uit een niet-aristocratische familie – de meerderheid dus – zonder al te veel problemen teruggaan tot het jaar 1600 in Vlaanderen en 1650 in Wallonië. Daarna wordt het een werk voor detectives en professionelen. Informatie vinden kan, maar dan moet u wel heel wat bronnen raadplegen en een flinke dosis geluk hebben!”

Nicolas Evrard

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content