In en op het water

Op een oude stomer hebt het u het mooiste zicht over Stockholm met zijn archipel van 23 000 (!) eilanden. Maar haast u daarna terug naar het centrum, want daar wacht een bijzonder gevarieerd erfgoed.

Ooit deed de M/S Waxholm III dienst als ijsbreker, nu hij prachtig gerestaureerd is vormt hij het ideale vervoermiddel om tegen een gezapig tempo de voorsteden van Stockholm te ontdekken. Het water is hier van een ongekende zuiverheid. Zalmen van meer dan twintig kilo glijden statig voorbij. In de zomer is het water zo’n twintig graden warm, in de winter rond het vriespunt.

Kijkboot en bladgoud

Eens aan wal staan we in het Vasamuseum oog in oog met een schip dat koning Gustav III in de 17de eeuw liet bouwen en dat het grootste oorlogsboot van zijn tijd moest worden. Exact... twintig minuten slaagde het schip erin het water te trotseren. Toen kipte een plotse windstoot het gevaarte om en zonk het razendsnel tot op de bodem. Pas in 1961 begonnen de bergingswerken en nu is het schip helemaal gerestaureerd en ondergebracht in een van de boeiendste musea van de Zweedse hoofdstad. Dat ligt op het eiland Djurgården waar ook het befaamde park Skansen zich bevindt, met zijn zoo en historisch park zowat de belangrijkste toeristische attractie van Zweden.

Wij tuffen met de tram van de Djurgårdslinje verder richting Norrmalmstorg. Op deze tramlijn rijden enkele prachtige belle-époquestellen en tijdens het weekend ook de mateloos populaire cafétram, waar vrijwilligers de reizigers tijdens de rit graag een kopje koffie aanbieden. Als onze koffie op is, stappen af in de echte City, vlakbij de koninklijke tuin van Kungsträdgården voor een bezoek aan de majestueuze opera. Het gebouw werd in 1782 onder impuls van Gustav III afgewerkt, maar eind 19de eeuw in Franse stijl heropgebouwd. Fluweel, bladgoud, spiegels met franjes, alles is hier overdadig gedecoreerd.

Een eiland mét alcohol

Als we de Strömbronbrug oversteken, komen we op het oudste eiland van de archipel. Gamla Stan – de oude stad – brengt ons in een middeleeuwse stemming. Kronkelende steegjes en kleine, kleurige huizen met meestal gitzwarte daken zetten de toon. We hebben honger gekregen en bukken ons Fem Små Hus binnen. Deze vijf kleine huisjes waren in de 17de eeuw met elkaar verbonden via de kelder. Het resultaat was een clandestiene pub waar – hoe is het in godsnaam mogelijk! – zelfs alcohol werd geschonken! Vandaag is het omgetoverd tot een van de betere én gezelliger restaurants van de stad.

Op Kungsholmen – het grootste van de eilanden – staat het vermaarde stadhuis met zijn typische vierkanten rode toren, dé architecturale handtekening van Stockholm. Vanop de toren genieten we van een fascinerend zicht op de stad. Dan dalen we langs een eindeloos lange wenteltrap af en komen terecht in de Blauwe Zaal, de gigantische hal waar elk jaar het banket bij de uitreiking van de Nobelprijs wordt georganiseerd.

Trendy dankzij Abba

Na de cafétram duiken we de metro in. De Tunnelbana is 110 kilometer lang en vormt één grote kunstgalerij. Bekende kunstenaars namen elk één van de honderd stations voor hun rekening en smukten de steriele betonconstructies op tot heuse musea. We sporen naar het zuidelijke deel van de stad – Södermalm – dat al jaren bezig is zijn cultus van trendy wijk eer aan te doen. Aan Mariatorget, één van de beroemdste pleintjes, ligt hotel Rival. In 1937 opende hier een luxecinema, maar enkele jaren geleden toverde Abba-icoon Benny Andersson het leegstaande complex met de hulp van twee designarchitecten om tot een trendy boetiekhotel. In de Honesty bar met lounge en buffetpiano schreef Benny op een poster de volgende woorden: ‘Varje kvinna är ett frågetecken’ (‘Elke vrouw is een vraagteken’)... Wie zal dat ooit ontkennen?

Barbecue forever!

Aan boord van een oude dieselboot zetten we koers naar Finnhamn, een van de 23 000 eilanden die de Stockholmse archipel rijk is. Hier en daar proberen veelkleurige huisjes een tegengewicht te vormen voor het geel-rood-bruine van de herfstige berken die zich in het zeewater spiegelen. Elk weekend trekt er een groot deel van de stedelingen heen, gepakt met rubberlaarzen, drank en alles wat ze nodig hebben voor een barbecue. Zelfgestookte alcohol of aquavit vloeit dan rijkelijk bij het haardvuur. Om een echte Zweed in zijn huis te houden, is er meer nodig dan enkele graden vrieskou!

Aart De Zitter

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content