In de frontlinie

Deze dagen doorkruist Stef Bos Vlaanderen en Nederland met zijn nieuwe theaterprogramma. Misschien het laatste, want volgend jaar komt er geen en er zitten nog zoveel projecten en avonturen in zijn hoofd... “Maar spelen zal ik altijd blijven doen.”

Een paar mooi gerenoveerde gebouwtjes en een wat vervallen schuur tussen het groen, in een afgelegen Vlaams dorp: dit is het nest waar Stef Bos rust vindt na de drukte op de theaterpodia. Al wie of wat hier de stilte verstoort, is een eekhoorn op zoek naar te goed verstopte wintervoorraden. “Het is zalig om af en toe een paar dagen alleen te zijn. Dat is nodig om niet te verdrinken in je sociaal leven. Ook in de muziek heb ik dat af en toe nodig: alleen op het podium staan en terugkeren naar de liedjes op zich. Al is het evengoed prachtig om een band op te bouwen met je muzikanten en die zielsverbinding tussen mensen op gang te brengen. Het moet er allebei zijn.”

Uw tournees zijn nooit ‘meer van hetzelfde’. Wat dient u dit jaar op?

Stef Bos:(lacht) Weer iets helemaal anders! In 2007 stond ik met vijftien mensen op het podium. Toen stond ik op het punt dat ik eindelijk mijn stem gevonden had. Ik heb mijn oude nummers gezongen zoals ik nu ben en met alle toeters en bellen erbij. Na zo’n terugblik is het logisch dat je met nieuwe dingen komt. Ik wil geen vleesgeworden jukebox zijn, maar altijd opnieuw de frontlinie ingaan. Vorig jaar heb ik dus alleen nieuw spul gebracht. Ik hou van de open ruimte die dan voor je ligt. Ik ben dus in geen jaren zo productief geweest: ik zat meteen aan vier demo-cd’s binnen het jaar. Maar voor ik het beste daarvan officieel op cd uitbreng, moet dat sudderen. In 2009 bijvoorbeeld, waarin ik oud en nieuw combineer. Voor ik aan de tournee begon, heb ik try-outs gedaan in Zuid-Afrika. Mijn optredens daar zijn een kweekvijver: ik gooi er mijn liedjes in het water en kijk of ze kunnen zwemmen.

Zitten Is dit nu later en Papa er bij?

Ja, maar dan helemaal anders dan vroeger. Van Is Dit Nu Later zit er een wat Stingachtige versie in. En de nieuwe versie van Papa vind ik mooier. Ze ontroert mij ook.

U bent nu zowat even oud als uw vader zoals u hem als kind kende.

Dat is zo, ik zit dichter bij Papa dan ooit. Deze leeftijd heeft een groot voordeel: de dingen die ik schrijf, kan ik nu pas echt goed zingen. Omdat je met de jaren gaat relativeren. Hoe ernstiger het thema, hoe lichter het in je hoofd moet zijn, anders verstik je het.

Kijkt u nog wel eens naar oude opnamen van uzelf?

Ik heb er een tijdje geleden nog naar zitten kijken, ja. (lacht) Zo van: “Die jongen bedoelt het goed, maar...”

Uw lerarenopleiding zat er nog in...

(lacht) Als je zo jong bent, moet je nog ontdekken dat zekerheid eigenlijk het durven tonen van onzekerheid is. Rond je veertigste leer je wie je bent, dat was voor mij een keerpunt. Het was lastig omdat in die periode mijn moeder overleed en een goede vriendin. Ik had tien jaar lang het vuur uit mijn sloffen gelopen om in Nederland door te breken, en daar stonden we dan, in Carré. Het was een tijd met allemaal Is dit nu later-momenten. Hetgeen je wilde, heb je. En dan vraag je je af: wat is het nu waard? Als jonge vent heb je het gevoel dat de wereldgeschiedenis bij jou begint, maar dan zie je in dat je er een onderdeel van bent. Aan de ene kant zet dat alles op de helling wat je ooit gedacht hebt maar het is ook een geruststelling, dat je deel bent van een geheel. In de spiegel zie je een koekje dat gebakken is uit een genetische verzameling van alles wat er altijd geweest is. Dat is het wat je ontdekt rond je veertigste . Of niet: en dan heb je een probleem.

Het was een kaap, veertig worden.

Het is een proces. Eentje dat je eigenlijk niet wil ondergaan, uit angst voor het onbekende. Ik kan me voorstellen dat een kind ook niet door dat nauwe geboortekanaal naar buiten wil. Maar dat is wel nodig, want daarna kun je weer groeien. Chapeau voor wie het leven uitgevonden heeft!

Dus bent u geen atheïst?

Meer een agnosticus: ik weet het niet. Ik ben er niet echt mee bezig. Als zo iemand bestaat, dan vraagt die vast niet dat we daarmee bezig zijn. En al helemaal niet dat we een soort fanclub zijn. God is toch Michael Jackson niet? Ik geloof ook niet in leven na de dood, in een hemel.

De islamitische hemel, met mooie meisjes, lijkt dàt u wat?

(lacht)Ik zou het eerlijk gezegd een teleurstelling vinden als het leven na de dood een groot seksfeest zou zijn. Nee, ik geloof eerder dat de doden bij je zijn, omdat je deel bent van een groter geheel. In Afrika zien ze de grens tussen leven en dood enkel als fysiek en dat klopt. Eigenlijk scheidt enkel een afstand van tijd je van een dode. In Afrika leven de doden verder in de muziek, dat is mooier dan ze weg te stoppen achter de hoge muren van een kerkhof. Wij hebben daar zoveel moeite mee.

En met het ouder worden, hebt u daar moeite mee?

Eerlijk, ik vind het zalig maar dat heeft minder te maken met leeftijd op zich, maar met een ideaal moment in mijn leven. Ik ben tevreden met wat ik bereikt heb, heb de vrijheid om zelf te bepalen wat ik doe en dat voelt goed. Aan plannen geen gebrek. Ik ga even in Berlijn wonen om te schrijven, er zitten nog een boek en dichtbundels in mijn hoofd, ik wil reizen. Er is zo veel. Maar spelen zal ik altijd doen, net zoals ik altijd nieuwe liedjes zal schrijven.

U woont half in Zuid-Afrika, half hier, u zit nooit stil. Geen vrouw die u kan bijhouden...

Dat hangt ervan af. Ik heb nu iemand met wie ik nooit het gevoel heb dat ik dingen moet laten. Wat ik nu meemaak, heb ik vroeger nooit gehad. Het gaat allemaal vanzelf. Ik ken haar (de Zuid-Afrikaanse schilderes Varenka Paschke, nvdr) al jaren, pas recent ontdekten we dat er méér tussen ons is. We begrijpen elkaar zonder veel woorden, we zijn een team.

Enkele jaren geleden had u zich erbij neergelegd dat u geen kinderen zou hebben...

Niks moet, alles kan. En ik ben dol op kinderen. Ik kan helemaal opgaan in mijn petekindjes. Dus alles kan, al begint mijn leeftijd een rol te spelen. Eén ding weet ik zeker: als ik kinderen wil, is het met Varenka.

Info over Stefs tournee: www.stefbos.be

Ariane De Borger – foto’s: Benny De Grove

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content