In 5 stappen je grootouderrechten afdwingen

Jan Roodhooft Advocaat

Volgens recente cijfers ziet maar liefst 10% van de grootouders zijn kleinkinderen nooit. Anderen zien ze nauwelijks. Nochtans hebben grootouders rechten!

Studies wijzen uit dat wanneer kinderen na een echtscheiding overwegend bij hun moeder blijven, er minder contact is met de grootouders van vaderszijde. Bij een week-weekverblijf van de kinderen is er dan weer meer contact met de grootouders van vaderskant.

Maar ook als je kind niet gescheiden is, kan het dat je als grootouder je kleinkinderen weinig of niet ziet. Bijvoorbeeld door familiale spanningen.

Recht op contact

JA, als grootouder heb je recht op persoonlijk contact met je kleinkinderen. Dat staat uitdrukkelijk in de wet. Het volstaat dat er een wettelijke afstammingsband is. Is er enkel een biologische afstammingsband, dan heb je meestal geen recht op persoonlijk contact.

MAAR, het recht op contact kan je worden ontnomen als het tegen de belangen van je kleinkind ingaat. Al is dit slechts zelden het geval, je kan je recht op persoonlijk contact verliezen:

na een strafrechtelijke veroordeling

als je eigen zoon/dochter van de rechter zijn/haar kind niet mag zien en de vrees bestaat dat je hen toch in contact brengt

als je gedurende geruime tijd geen enkele belangstelling toonde voor je kleinkind.

Vaak wordt aan een grootouder een persoonlijk contact toegestaan voor één volledige dag (of twee halve dagen) per maand en eventueel een langere periode (2 tot 3 dagen) tijdens de schoolvakanties. Hoe hechter je band was met je kleinkind, hoe groter de kans op een uitgebreider recht.

Hoe dwing je je rechten af?

Stap 1. Organiseer een gesprek

Probeer een gesprek aan te gaan met je kind/schoonkind. Stel een werkbare oplossing voor waarbij je je kleinkinderen op bepaalde dagen en uren kan zien. Is de familiale band niet goed, zet die afspraken dan ook op papier. Zie je dit niet zitten of wil je kind/schoonkind niet met je praten, stuur dan een aangetekende brief en vraag om een aantal vaste contactmomenten (één woensdag om de 14 dagen van 14 tot 17 uur bij jou thuis). Bepaal in de regeling die je voorstelt ook wie de kleinkinderen brengt en haalt.

Stap 2. Doe een beroep op een bemiddelaar

Je kan ook een bemiddelaar onder de arm nemen. Die kan met jou, je kinderen (en zelfs je kleinkinderen) een gesprek hebben om tot een oplossing te komen. Een lijst van erkende bemiddelaars vind je op www.juridat.be/bemiddeling. Bereiken jullie een akkoord, dan zet de bemiddelaar de afspraken op papier. Wees gerust, alles blijft vertrouwelijk en kan niet tegen jou of jouw kinderen worden gebruikt in een eventuele rechtszaak.

WEETJE. Vanaf 1 september 2014 gaan de familierechtbanken aan de slag en komen er bemiddelingskamers. Binnenkort kan je de bemiddeling dus ook via de rechtbank regelen.

Stap 3. Ga naar de rechtbank

Je kan ook een procedure voor de rechtbank opstarten. Vanaf 1 september 2014 is de familierechtbank hiervoor bevoegd. Voor deze procedure doe je best een beroep op een advocaat, die jouw kind/schoonkind oproept voor de rechtbank. Kleinkinderen vanaf 12 jaar hebben het recht gehoord te worden. Ook jongere kinderen kunnen vanaf 1 september worden gehoord op eigen verzoek, dat van partijen (jij of jouw kinderen), het openbaar ministerie of de rechter.

LET OP! Een gerechtelijke procedure kost geld. Je moet je advocaatkosten betalen (€125 tot €185 per uur, incl. btw) en de rechtbankkosten (verzoekschrift of dagvaarding). Wie het proces verliest, moet vaak ook een rechtsplegingsvergoeding betalen aan de andere partij, als die vertegenwoordigd werd door een advocaat. Die bedraagt €1.320 per aanleg (eerste aanleg en nog eens in beroep). In jeugdzaken gaan de partijen soms akkoord om de vergoeding tot het wettelijke minimum te beperken (€82,50 per aanleg).

Krijg je gelijk, dan moet je kind/ schoonkind dit vonnis naleven. Maar een gerechtsdeurwaarder zal het niet zomaar met geweld willen uitvoeren en je kleinkinderen manu militari ophalen bij je kind/schoonkind.

Stap 4. Vraag een dwangsom

Leeft je kind/schoonkind het vonnis niet spontaan na of vrees je dat hij/zij dit niet zal doen, dan kan je aan de rechter vragen een dwangsom aan de regeling te koppelen. Telkens wanneer je rechten dan niet worden gerespecteerd, moet je kind/schoonkind jou een bedrag betalen. Doet hij/zij dat niet, dan is zelfs beslag op zijn/ haar eigendom mogelijk. Hoe beter de financiële toestand van je kind/ schoonkind, hoe hoger de dwangsom die je kan vragen, want die moet een afschrikkend effect hebben. Uiteraard is dit heel drastisch en is deze stap hopelijk niet nodig!

Stap 5. Dien een strafklacht in

Een kind niet meegeven aan wie een contactrecht heeft, is een misdrijf waarvoor het strafwetboek een sanctie voorziet. Je kan dus ook een klacht indienen bij de politie, het parket of eventueel zelfs de onderzoeksrechter. Zulk een klacht kan voor je kind/ schoonkind een stimulans zijn om het vonnis alsnog na te leven.

Jan Roodhooft

Partner Content