“Ik kan mijn vrouw niet genoeg danken”

Zevenendertig is hij en dus nog ver van de pensioengerechtigde leeftijd. Toch houdt hij zich elke dag bezig met uw pensioen en dat van de volgende generaties. Tijd voor een gesprek met minister van Pensioenen Alexander De Croo.

Na de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar wilde Alexander De Croo burgemeester van Brakel worden. Maar dat draai-de anders uit. Niet het gemeentehuis van Brakel, maar een strak ingericht kantoor zes hoog in de Finance Tower met een magistraal uitzicht op de Brusselse Kruidtuin is nu zijn vaste werkplek. Daar zoeken wij hem op.

Plus Magazine: Bent u intussen graag minister van Pensioenen?

Ik doe het zéér graag. Ik hoor al sinds mijn jeugd dat vergrijzing een uitdaging is. Deze regering heeft het thema eindelijk centraal geplaatst. En dat als dertiger mee mogen sturen, vind ik een ongelooflijke eer. Ik volg de politiek in Brakel wel van nabij, maar mijn focus ligt op wat ik hier doe.

De regering wil ons met de pensioenhervorming langer aan de slag houden. Maar de wettelijke pensioenleeftijd verhoogt voorlopig niet.

Dat heeft ook geen zin. Je moet kijken naar de situatie in België vandaag. We gaan gemiddeld op de leeftijd van 59 jaar met pensioen. In 1970 was dat op 64 jaar. Op dat moment was de levensverwachting 68 jaar. Vandaag is de levensverwachting 80 en toch stoppen we vijf jaar vroeger dan in 1970.

Wat opvallend is: de wettelijke pensioenleeftijd is al die tijd 65 jaar geweest. Het punt is dat we over de jaren heen zeer royale systemen hebben uitgedokterd zodat mensen alsmaar vroeger konden stoppen met werken. We moeten nu allemaal samen – en dat is de essentie van de pensioenhervorming – een inspanning doen om een stukje langer te werken. Als we de gemiddelde pensioenleeftijd van 59 jaar kunnen verschuiven naar 62 jaar, dan gaan we al een belangrijk effect hebben. En ik wil dingen doen die vandaag resultaat opleveren. Tot 67 of 70 jaar werken, zoals sommigen beweren, is nu niet aan de orde.

We horen al jaren dat we langer moeten werken. Toch lukt dat moeilijk. Waarom houden mensen er zo graag mee op? Is er iets mis met onze bedrijfscultuur?

Er is te vaak de verwachting gecreëerd dat je vanaf de leeftijd van 55 jaar recht hebt op een zuurverdiend pensioen. Vaak komen mensen naar mij toe en zeggen: ik ben 60, ik vind dat ik genoeg heb gedaan. Dan antwoord ik: wat wij u vragen, is een paar jaar een inspanning te leveren. U moet die niet doen voor mij, niet voor Europa. U moet die doen voor uw kinderen. Wij vragen u langer te werken voor een duurzaam pensioensysteem zodat er ook voor uw kinderen nog iets is.

Langzaam zetten we stappen in de goeie richting. Het aantal brugpensioenen is voor het eerst gedaald. Maar het pensioensysteem is een tanker die je langzaam moet keren. Je moet dat met de nodige omzichtigheid doen, want een hervorming van pensioenen gaat over miljoenen mensen. En over hun financiële toekomst.

Beseffen bedrijfsleiders voldoende welke verantwoordelijkheid zij dragen? Niet iedereen die langer wil werken, krijgt daar de kans toe.

Er wordt in ons land nog vaak gedacht dat je op een bepaalde leeftijd niet veel meer kan bijdragen. Daar ben ik het absoluut niet mee eens. Te vaak kiezen bedrijven, maar ook de overheid, voor de gemakkelijke weg, in plaats van het moeilijkere pad te bewandelen en mensen gemotiveerd te houden en bij te scholen.

Ik hoor het nu weer bij de spoorwegen. Daar zegt men: iemand van 60 jaar kan toch geen sporen meer leggen. Natuurlijk niet! Maar dat betekent niet dat hij helemaal niets meer kan doen. Mensen zijn toch niet afgeschreven eenmaal de 50 jaar voorbij?

De volgende jaren gaan enorm veel mensen met pensioen. Men zal in bepaalde domeinen zeer snel naar krapte op de arbeidsmarkt evolueren. De dynamiek zal dus snel omslaan. En de bedrijven die daarin voorop lopen, hebben een competitief voordeel. Er is trouwens veel aan het bewegen.

Sommige bedrijfsleiders hebben effectief liever jongere werknemers. Maar er zijn er evenveel die zeggen: ik ben best wel tevreden met mijn 50-plussers. Dat zijn mensen die zeer goed weten hoe mijn bedrijf in mekaar zit en die waarden meedragen die ik belangrijk vind. Je hoort beide verhalen.

We moeten stoppen met dat negativisme. We hebben veel grotere stappen te zetten dan in andere landen. Maar dat een 50-plusser niet actief kan zijn, daar ben ik het niet mee eens.

Op dit ogenblik is bijna een kwart van de jongeren in ons land werk-loos. Is het dan niet beter dat 50-plussers vroeg met pensioen gaan?

Het is niet zo dat een oudere die aan de slag blijft, de plaats inneemt van een jongere. Zo werkt het niet. In landen waar de activiteitsgraad hoog is bij ouderen, kent men ook een lage jeugdwerkloosheid, zoals bijvoorbeeld in de Scandinavische landen.

De rol die een vijftigplusser in een bedrijf opneemt, verschilt ook totaal van de rol van iemand die net start. Dus ze zijn complementair. Een 50-plusser die aan de slag blijft, verdient trouwens meer, geeft meer uit en zal voor meer economische activiteit zorgen.

Vergeet men soms niet de sociale rol van gepensioneerden? Velen vangen de kleinkinderen op en verlichten zo de combinatie werk/gezin van vele dertigers.

Het is inderdaad zo dat in samenlevingen waar men langer werkt, de sociale infrastructuur beter uitgebouwd is. We moeten toegeven dat de kinderopvang in ons land onvoldoende is. Dat de manier waarop de scholen georganiseerd zijn, niet klopt met onze manier van werken. Maar we vragen gewoon dat iedereen een paar jaar langer werkt. Dat gaat niet onze hele sociologie omkeren. Het is niet omdat iemand op 62 stopt in plaats van op 59 dat hij of zij de kleinkinderen niet meer kan opvangen.

Ben u het eens met Monica De Coninck dat vrouwen beter twee keer nadenken voor ze deeltijds beginnen te werken?

Absoluut. De meest schrijnende toestanden heb je bij gepensioneerden die carrièrekeuzes hebben gemaakt zonder stil te staan bij de gevolgen ervan. Er is wel een goede evolutie. Dit jaar zien we dat het aantal vrouwen dat eigen pensioenrechten heeft opgebouwd, opvallend gestegen is.

U hebt twee jonge kinderen. Hoe combineert u gezin en werk?

Ik ben niet de enige voor wie dat moeilijk is. Voor veel mensen is het een helse combinatie. Ik heb gelukkig een vrouw die veel beter georganiseerd is dan ik. Zij werkt vier vijfde en heeft ervoor gekozen een groter deel op zich te nemen. Ik kan haar daar eigenlijk niet genoeg voor danken. En verder zoals iedereen: wij maken zoveel mogelijk gebruik van dienstencheques, mijn ouders en schoonouders draaien mee in onze organisatie. Al is de rol van mijn vader daarin weliswaar beperkt (lacht).

Ik vertrek twee keer per week later naar het werk zodat ik mijn zoon naar school kan brengen. Ik probeer ook vaak langs huis te passeren zodat ik tussen 7 en 8 mijn kinderen in bed kan stoppen. Daarna werk ik verder of ga ik nog naar een vergadering. Is dit de ideale combinatie? Volgens mij bestaat die niet. Ik vind dat de maatschappij daar niet moet over oordelen. Oké, ik zie mijn kinderen dan maar een uurtje. Maar is dat zoveel slechter dan iemand die vroeger thuis komt, maar tussen 7 en 10 tv kijkt en zijn kinderen niet veel aandacht schenkt? Wat doe je met je tijd? Daar gaat het om.

Ik ben ook opgegroeid in een gezin waarin mijn vader er heel weinig was. Heb ik daar mentale letsels aan over gehouden? Ik denk het niet. Maar de tijden waren anders. Als mijn vader destijds zei dat hij om 10 uur ’s avonds thuis zou zijn en hij was er pas om 12 uur, dan was daar niks mis mee. Als ik dat nu doe... dan is er een groot probleem.

Vraagt u wel eens raad aan uw vader?

Over de nationale politiek heb ik nooit veel met hem gesproken, hoewel hij ooit nog minister van Pensioenen is geweest. Nu ja, ik heb natuurlijk thuis aan de keukentafel nooit iets anders gehoord dan politiek en advocatenzaken, want mijn beide ouders zijn advocaat. Over de lokale politiek vraag ik hem wel om raad. Hij is drie termijnen burgemeester geweest in Brakel. Dus zelfs al zou hij mijn vader niet zijn, dan zou ik hem wat dat betreft nog om advies vragen. Dat lijkt mij logisch. Hij kent Brakel van binnen en van buiten.

Wat is het belangrijkste dat u van hem hebt geleerd?

Ik heb als kind altijd gezegd dat ik nooit aan politiek zou doen. Ik verafschuwde het idee om in de voetsporen van mijn vader te treden. Ik wou mijn eigen ding doen, tonen wat ik kon. En ik heb dus altijd keuzes gemaakt die tegengesteld waren aan die van hem.

Maar op een gegeven moment voel je dat je een mening hebt en niet aan de zijlijn kan blijven. Ik ben als kind ook vaak met hem meegegaan naar kermissen en partijbijeenkomsten. Terwijl ik altijd zei: “dit wil ik nooit doen”, dacht ik tegelijkertijd: “luister toch maar goed, want je weet nooit”. Ik probeerde altijd wel te kijken hoe hij de zaken aanpakte. Wat hij goed kan, is zeer technische dingen op een gebalde en eenvoudige manier uitleggen. Wat dat betreft heb ik zelf nog een weg te gaan. Maar mijn vader is mijn vader en ik ben ik, mensen maken het verschil wel.

Hij is anders een mooi rolmodel voor een minister van Pensioenen. Hij is op zijn 75ste nog parlementslid en zeer actief.

Ja, maar laat het duidelijk zijn: hij is niet het model dat ik voor iedereen voor ogen heb! (lacht)

Hoe lang zou u graag doorwerken?

Ik ben geen grote planner van mijn leven. Ik zou het saai vinden om nu al te weten wat ik de rest van mijn leven ga doen.

Ga ik altijd aan politiek doen? Dat weet ik niet. Ik doe deze job ongelooflijk graag en ik mag hem uitoefenen omdat mensen voor mij stemmen. De dag dat ze dat niet meer doen, is het gedaan. Maar ook dan zal ik actief blijven en wel iets anders zoeken.

Ann Heylens

Mensen moeten niet langer werken voor mij of voor Europa, maar voor hun kinderen later.

Ik verafschuwde het idee in de voetsporen van vader te treden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content