“Ik heb recht op een folietje”

Een bouwval in de Provence kopen, uzelf een gouden horloge cadeau doen, alleen op wereldreis vertrekken... Onder het motto: Ieder heeft recht op zijn folietje, bent u ongetwijfeld ook al in de verleiding gekomen om eens lekker uit de band te springen. Hoe bezwijkt u voor de zoete verleiding zonder u nadien schuldig te voelen?

Een radiospot voerde laatst een man op die genietend vertelde hoe hij in een opwelling iets heel bijzonders had gekocht: een echte Jaguar. Hij klonk rustig en bedaagd, een man van minstens vijftig, en hij besloot met een beetje spijt: “Nu vraag ik me af waarom ik dat niet eerder heb gedaan...”

Het is een bedenking die veel mensen vroeg of laat maken: waarom heb ik zo lang gewacht voor ik de droom die mij al jaren achtervolgde, waarmaakte? Dat kan een zuiver materieel verlangen zijn (een piano kopen, een boot, een juweel) of een meer existentiële behoefte (een ander beroep kiezen, een facelift laten uitvoeren). Allemaal hebben we wel zo’n verlangen, het ene wat redelijker dan het andere. En allemaal kunnen we duizend en één redenen bedenken om er niét aan toe te geven.

Het is zelfs zo dat we dikwijls de ene uitvlucht na de andere verzinnen om ons immobilisme te rechtvaardigen. Geldgebrek (“Een horloge van Cartier, daar moet ik maanden en maanden voor werken!”), geen tijd (“Wat heb ik aan een Harley als ik er alleen mee kan rijden als de zon schijnt?”), de gezinssituatie (“Ik zou graag verre reizen maken, maar ik kan toch niet alleen vertrekken?”). Het zijn stuk voor stuk materiële en psychologische barrières die we optrekken met de bedoeling onszelf gerust te stellen – de status-quo is veiliggesteld – maar die het realiseren van onze dromen in de weg staan.

De boeg omgooien

Dat het leven niet altijd voorspelbaar is, weten we allemaal. Het ene ogenblik gaat alles zijn gewone gangetje, het volgende doen we iets wat we nooit hadden gepland of verwacht. “Uit de band springen is abrupt breken met je normale gedrag”, zegt Christine Reynaert, die zich als diensthoofd psychopathologie elke dag verdiept in hoe onze geest functioneert. “Het is een bruuske stijlbreuk met een te coherent, te saai leven. Maar dat is geen reden tot bezorgdheid, want een normaal bestaan is altijd een mengeling van continuïteit aan de ene kant, en breken met je gewoontes anderzijds. Een combinatie van zekerheid en routine aan de ene kant en verrassingen en creativiteit aan de andere. En we hebben die twee dimensies allebei nodig om ons aan eventuele veranderingen te kunnen aanpassen.”

Uit de band springen kan een kans zijn om een of ander facet van onze persoonlijkheid uit te drukken dat we te lang hebben verstopt. Sommige mensen hebben bijvoorbeeld een artistiek gevoel dat ze jarenlang laten sluimeren omdat hun beroep geen ruimte laat voor creativiteit, of omdat hun gezinsleven ze in de weg staat. Als die mensen zich op een mooie dag laten verleiden door de aankoop van een duur muziekinstrument of een kunstwerk, is dat een manier om hun identiteit aan te tonen. Een manier om te bestaan (“Eindelijk doe ik eens iets voor mezelf”). Dat verklaart trouwens waarom het zo heerlijk kan voelen om zich ‘voor een keertje’ echt te laten gaan.

“Moeder is gek geworden!”

Wie gekke dingen doet, zal geamuseerd merken hoe de omgeving reageert: ze wordt dikwijls heen en weer geslingerd tussen welwillend onbegrip ( “Welk beestje heeft moeder nu gebeten?”) en totale verbijstering of zelfs vijandigheid ( “Moeder is gek geworden!”).

“Uit de band springen is een daad van opstandigheid tegen een overdreven geregelde wereld”, benadrukt Christine Reynaert. “Wij leven in een omgeving die zo rationeel is, zo politiek en emotioneel correct, dat mensen vaak zin krijgen om uit dat dwangbuis te ontsnappen. De opvallendste buitensporigheden zie je trouwens bij mensen die een te braaf leven hebben geleid. Sommige mensen tillen zo zwaar aan plicht en verantwoordelijkheid, dat hun omgeving zich zorgen maakt als ze eens een keertje blijk geven van originaliteit. Je mag het de mensen om je heen trouwens niet kwalijk nemen wanneer ze zich tegen verandering verzetten. Dat heeft niets te maken met een gebrek aan affectie of begrip. De mensen zijn gewoon zo verrast dat ze het nieuwe facet van je persoonlijkheid niet kunnen verwerken. Wie uit de band springt, moet zijn omgeving proberen te sparen.”

Een leven vol pleziertjes

Zijn sommige periodes van het leven meer dan andere geschikt om uit de bol te gaan? Niet echt, maar het is wel een feit dat het – meestal om zuiver materiële redenen – op latere leeftijd vaak makkelijker is om toe te geven aan het verlangen. Een voorbeeld: let eens op de chauffeurs van dure, sportieve auto’s ( Porsche, Mercedes Compressor... ). U zult merken dat het vaak heren met grijze slapen zijn! De verklaring ligt voor de hand: als je dertig bent, heb je andere budgettaire prioriteiten. Het huis moet afbetaald worden en de kinderen opgevoed. Er is geen geld voor een plezierauto!

Een ding staat dan ook als een paal boven water: hoe meer jaren we op de teller hebben staan, hoe makkelijker het wordt om toe te geven aan verlangens en aan grillen. Waarom? “Omdat we ons vrijer voelen om onze persoonlijkheid uit te drukken wanneer we onze belangrijkste plichten (ouderschap, werk, gezin...) hebben vervuld”, legt Christine Reynaert uit. “We hebben allemaal verschillende facetten die we beetje bij beetje ontdekken. Iemand die heel evenwichtig is, zorgt tijdens heel zijn leven voor kleine pleziertjes en sluit nooit de deur voor originaliteit en creativiteit. Als de mensheid niet in heel haar geschiedenis een evenwicht had gezocht tussen continuïteit en verandering, zouden we nooit geëvolueerd zijn. Want dan was er nooit iets nieuws uitgevonden!” n

Karima Amrous

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content