Ik heb altijd wel ergens pijn!

Neen, je moet je niet neerleggen bij pijn. Je moet erover kunnen praten. Want als je pijn leert begrijpen en leert verwoorden wat je echt ervaart, voel je je op slag veel beter.

Altijd wel ergens pijn! Kleine infecties, spierpijn, krampen... Vroeger waren ze zo weer over, nu nemen ze ongekende proporties aan. Naar de dokter, pillen slikken, terugkerende klachten,... Ben je nu echt zo kleinzerig geworden? Of verdraag je minder goed pijn omdat je een jaartje ouder wordt? “Vanuit zuiver biomedisch oogpunt word je met de jaren niet gevoeliger voor pijn”, weet prof. Marie-Elisabeth Faymonville (diensthoofd Pijncentrum, universitair ziekenhuis Luik). “Naarmate je ouder wordt, duiken er wel almaar vaker problemen op die pijn kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld aan je gewrichten. En net omdat je er steeds meer mee te maken krijgt, denk je dat je de pijn intenser voelt.”

Onderzoekers zijn tegenwoordig goed vertrouwd met het chronische pijnproces. “Pijn omvat vier aspecten: de gewaarwording, de emoties, het cognitieve aspect en het gedrag”, verduidelijkt Marie-Elisabeth Faymonville. “Chronische pijn scherpt vooral de drie laatste aspecten aan. Aanhoudende pijn zorgt voor intensere emoties: je raakt uitgeput, wordt prikkelbaar. Maar pijn zet je ook aan het denken: je stelt je vragen, piekert of er misschien iets ernstigs aan de hand is. Uiteindelijk pas je je gedrag aan: omdat je pijn hebt, ga je almaar minder doen. Je fysieke conditie gaat erop achteruit, waardoor de pijn nog toeneemt.”

Iedereen anders

Die waterval van fenomenen kan op zijn beurt voor een verlaagde pijndrempel zorgen: de meest banale handelingen worden dan een opgave, zelfs normaal functioneren ervaart je lichaam als pijnlijk. Pijnwaarneming is trouwens erg persoonlijk. “Twee mensen die op hun röntgenfoto’s exact dezelfde artroseletsels vertonen, zullen niet op identiek dezelfde manier pijn ervaren. Sommige vormen van pijn zijn overigens volkomen radiotransparant: ze zijn op röntgenbeelden niet te zien”, weet professor Faymonville. “Je kan jouw pijn – of die nu fysiek is dan wel psychologisch – dus onmogelijk objectief vergelijken met de pijn van anderen.”

Omgaan met chronische pijn

Als pijn langer dan zes maanden aanhoudt, spreken we van chronische pijn. Een complex fenomeen dat een op vier Belgen vanaf 50 jaar treft. In tegenstelling tot acute pijn – een alarmsignaal van ons lichaam – moet chronische pijn worden gezien als een aandoening op zich. Vandaar dat tal van Belgische ziekenhuizen vandaag een gespecialiseerd pijncentrum hebben, waar een multidisciplinaire aanpak (door artsen, kinesisten, psychologen, verpleegkundigen) wordt gehanteerd.

“Vooreerst moeten we een diagnose stellen”, licht Marie-Elisabeth Faymonville toe. “Vervolgens leren we de patiënt omgaan met zijn pijn. Voor acute pijn – bij een hartaanval, een blindedarmontsteking, een breuk – bestaat een klassieke, curatieve, medische behandeling. Chronische pijn kan de medische wereld helaas niet helemaal wegnemen. De patiënt moet de pijn leren aanvaarden. Pas dan kunnen arts en patiënt als partners samen aan de slag.”

Om de strijd met chronische pijn – of het nu gaat om gewrichtspijn, spierpijn of zenuwpijn – aan te binden, moet je dus eerst aanvaarden dat er geen mirakeloplossing bestaat, maar dat je brein wél in staat is om wijzigingen aan te brengen aan je pijnnetwerk!”

Vicieuze cirkel

Meditatie, relaxatie en hypnose kunnen daarbij helpen, evenals gedragsverandering. “Als je pijn hebt, geef je vaak alle activiteiten op. Ben je bovendien een angstig iemand en wordt je ook nog inactief, dan zal je geneigd zijn nog enkel op je eigen lichaam te focussen. Dat zorgt voor nog meer stress. Je sluit je bovendien af van de middelen die je pijn kunnen verlichten, met name afleiding en concentratie. Een gebrek aan activiteit kan tevens een weerslag hebben op je slaap en dus op je gezondheid”, voegt professor Faymonville eraan toe. Die vicieuze cirkel doorbreken is van cruciaal belang om terug aan levenskwaliteit te winnen.

Communicatiemiddel

Pijn is ook een communicatiemiddel. Hoe gevoelig je voor pijn bent, is deels genetisch bepaald en wordt ook beïnvloed door hormonale factoren. Dat verklaart bijvoorbeeld waarom sommige vrouwen vanaf de menopauze van hun migraine verlost zijn, terwijl andere pijnklachten opduiken die ze tevoren niet hadden. Maar pijn is ook iets wat je aanleert, wat cultureel én familiaal bepaald is. “Waar wordt het hardst gejammerd in de verloskamer, den je? In Rome of in Oslo?”, geeft prof. Faymonville als voorbeeld.

In sommige families worden kinderen grootgebracht met de idee dat je niet moet klagen: ze leren dus al heel jong hun pijn te beheersen. Terwijl in andere gezinnen klagen soms de enige vorm van communicatie is. “We krijgen heel vaak pijnpatiënten over de vloer die voor hun familie dé rots in de branding zijn: ze combineren een baan met het huishouden en de zorg voor de kinderen. Een rol die hen in eerste instantie veel voldoening schenkt, tot ze beseffen dat ze het niet meer aan kunnen. Ze stellen vast dat als ze klagen over pijn, de anderen hen eindelijk ter hulp schieten en het leven een stuk comfortabeler wordt. Maar zodra ze zich beter voelen, staan ze er weer helemaal alleen voor. Hun brein zal de pijn dan als een schild gaan gebruiken. Om die vicieuze cirkel te doorbreken, moeten ze leren te communiceren in plaats van te klagen over pijn. Ze moeten hun omgeving duidelijk maken dat het zo niet verder kan, dat er een taakverdeling moet komen. Maar zoiets vergt tijd”, geeft de pijnspecialiste toe.

JULIE LUONG – FOTO’S ISTOCK

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content