Ideale studenten?

Zijn gepensioneerden die de weg naar de aula terugvinden sterker gemotiveerd en veeleisender dan hun jonge studiegenoten? Een recente studie laat dat uitschijnen.

De meeste universiteiten hebben een handvol gepensioneerde studenten in hun auditoria, maar eigenlijk blijven ze witte raven. Vandaar dat er weinig of geen studies over het fenomeen bestaan. Om een beeld te krijgen van hun motivatie of hun gedrag in de cursus, moeten we naar de universiteiten die specifiek op vijftigplussers mikken. Die universiteiten, die onderwijs op hoog niveau verstrekken maar geen diploma’s uitreiken, kennen een ware bloei. Een ervan, de Naamse Universiteit van de Derde Leeftijd (Université du troisième âge de Namur, UTAN), heeft onlangs twee enquêtes uitgevoerd bij 38 van haar professoren en 400 van haar studenten. De resultaten zijn verrassend!

Hogere eisen

Volgens de professoren van de Naamse universiteit, die bijna allemaal een lange ervaring in het hoger of secundair onderwijs hebben, zijn oudere studenten gemotiveerd, geïnteresseerd in de materie en gretig om te leren. Ze zijn nauwgezetter en minder snel afgeleid, stellen meer vragen, bereiden hun cursus beter voor en zouden volgens sommige docenten zelfs sneller van begrip zijn dan adolescenten of jongvolwassenen. Ze stellen ook hogere eisen aan de competenties van de docent: ze vinden dat die zijn cursus grondiger moet voorbereiden, meer onderzoek moet doen, helderder en nauwkeuriger moet zijn.

De enige schaduwzijde: 42% van de ondervraagde professoren schat dat 25 tot 50% van hun studenten soms moeite heeft met het assimileren van nieuwe concepten of kennis, omdat hun kortetermijngeheugen minder goed is. 48,8% van de studenten geeft toe dat ze daar last van hebben, 7,3% wordt er zelfs vaak mee geconfronteerd. Volgens de leeftijdsgegevens van de enquête duiken geheugenproblemen vooral vanaf 70 jaar op. “De studenten merken dat ze met ouder worden kritischer gaan denken (meer vragen stellen) maar anderzijds de leerstof minder gemakkelijk opnemen en begrijpen. Uiteenzettingen moeten vaker worden herhaald, vinden de professoren.

Dat belet niet dat de meeste studenten volhouden. Het percentage opgevers is relatief klein (minder dan 25%) en ligt onder dat van de studenten van de eerste generatie in het reguliere universitaire onderwijs (23%). Mensen die het bijltje erbij neerleggen, doen dat meestal niet omdat ze niet kunnen volgen maar wel omdat de cursus niet aan hun verwachtingen voldoet of – prozaïscher – om medische redenen.

Leemten vullen

Maar waarom gaan mensen op het einde van hun loopbaan of op de pensioenleeftijd weer studeren? De studenten van de Naamse Universiteit van de Derde Leeftijd – en alle mensen die al een diploma van het hoger onderwijs bezitten – weten dat het er eerst en vooral op aankomt de leemten in de opleiding te vullen. Ze voelen de behoefte om hun kennis te ontwikkelen en nieuwe dingen te leren. De ouderdom heeft hun nieuwsgierigheid niet aangetast maar integendeel vergroot, luidt het.

Bij de belangrijkste andere redenen die worden aangehaald, is er een verlangen om het geheugen op peil te houden of de maatschappelijke ontwikkelingen te volgen. Een andere, minder belangrijke motivatie is dat de lessen een kans zijn om mensen te ontmoeten met wie men over gemeenschappelijke interesses kan praten. Weer andere studenten op leeftijd keren terug naar diplomerende universiteiten om de draad op te nemen van een cursus die ze jaren geleden met tegenzin moesten laten vallen.

NICOLAS EVRARD

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content