Ideale schoonzoon én anarchist

Vierendertig jaar jong, vijftien jaar professioneel op de planken, tweeënvijftig gouden en tweeënzeventig platina platen, honderdduizenden fans in heel de wereld. Dat is Helmut Lotti in cijfers. En toch is hij eenvoudig gebleven. Een ideale schoonzoon. Meestal.

Een ster van het formaat van Helmut Lotti wordt vertroeteld en verwend, juist? Weer een illusie armer: zijn loge in het Théâtre Royal in Mons is koud, kaal en amper groot genoeg voor twee stoelen. Lotti, net klaar met repeteren voor een televisiespecial van Adamo, laat het niet aan zijn hart komen. Hij is helemaal zijn imago: vriendelijk, beleefd, zonder kapsones, professioneel. Is dit de échte Helmut? “Ik ben niet zo vriendelijk als de mensen denken. Ik ben vriendelijk tot wanneer mensen op mijn territorium komen, dan kan ik heel lastig worden. Als mensen mij bijvoorbeeld storen terwijl ik aan het eten ben, daar word ik razend van. En als ik stress heb moeten ze mij ook met rust laten – en ik heb nogal snel stress. Maar als ik relaxed ben, dan heb ik nergens een probleem mee.”

Een beetje anarchist

Dus toch de ideale schoonzoon? “Dat klopt eigenlijk redelijk en daar heb ik geen probleem mee. Ik heb een paar prioriteiten en ik probeer mijn leven op die manier te regelen. Ik zou zeggen dat ik christelijk leef. Niet echt katholiek misschien, maar toch redelijk christelijk.”

Hoe gelovig is hij? Behoedzaam: “Daar praat ik niet over, om verschillende redenen niet. Maar ik heb wel veel normen en waarden. Principes.” Dan komt hij los. “Ik ben zanger geworden toen ik een jaar of achttien, negentien was en totaal niet wist wat ik met mijn leven moest beginnen. Eigenlijk vind ik het een beetje bizar dat mensen op hun achttien moeten beslissen wat ze met hun leven gaan doen. Nu zou ik het wel weten. Nu zijn er heel veel dingen die mij erg zouden interesseren. Theologie bijvoorbeeld, geschiedenis, al dat soort dingen spreekt mij nu aan. Het verband tussen de verschillende godsdiensten, hoe dat allemaal aan mekaar hangt... Maar ik heb nooit de discipline gehad om mij met de minder aangename kanten van de zaak bezig te houden. Als we bijvoorbeeld steno hadden – ik heb secretariaat steno gevolgd – was iedereen aan het noteren en zat ik daar met mijn armen gekruist te wachten tot het uur om was. Ik was daar een redelijke anarchist in. Ik ben blij dat ik dit werk kan doen en daar ook nog mijn geld mee verdien. Want ik weet niet of ik zo geschikt ben om in een systeem mee te draaien.”

Dus toch een beetje een rebel? “Nee, ik ben nooit in opstand gekomen, zo ben ik niet. Ik ben opgegroeid in een bescheiden milieu en een niet altijd stabiele gezins-situatie – mijn moeder is een tijd alleen geweest. We hadden niet altijd geld maar ongelukkig zijn we nooit geweest. Integendeel. Ik kreeg redelijk veel vrijheid en heb daar nooit misbruik van gemaakt.” Hij grinnikt: “Ik heb er wel veel gebruik van gemaakt, maar nooit misbruik!”

Genetisch bepaald

Zong hij toen al, als kind? “Ik heb altijd gezongen. Het is genetisch bepaald: mijn vader is zanger, mijn grootvader was een bariton en we hebben nog een sopraan en een tenor in de familie. Mijn twee broers en twee halfbroers kunnen ook allemaal zingen.” Nooit zin gehad om een koortje te beginnen? ” The Lotti Four? Nee, laat maar zitten.”

Droomde hij als jongen van een zangcarrière? “Ik vond zingen zo vanzelfsprekend dat ik niet besefte dat je daar je beroep van kon maken. Ik dacht dat je om geld te verdienen moest werken. Pas toen ik niet wist van welk hout pijlen te maken, ben ik aan zangwedstrijden gaan meedoen. En ik was altijd bij de laatsten... Tot ik een bandje opstuurde naar de Soundmix Show in Nederland. Drie maanden later was ik professioneel bezig.” Sedertdien is zingen hard werken. Lotti vertelt dat hij nog maar net terug is van een reeks tournees in Canada, Noorwegen en Zweden en dat hij over enkele dagen naar Duitsland vertrekt, waar hij tot einde december zal optreden. Allemaal om promotie te maken voor zijn nieuwe cd, Helmut Lotti Pop Classics. In januari is België aan de beurt, “tot maart of april treed ik op, daarna duik ik de studio in voor de volgende cd”.

Liever artiest dan voyageur

Sinds zijn loopbaan een goede acht jaar geleden met de eerste Helmut Lotti Goes Classic in een enorme stroomversnelling kwam, is er nauwelijks rust geweest. Echtgenote nummer twee, Carol Jane Poe, reisde vroeger mee maar is nu een eigen zaak begonnen en blijft dus thuis (“Dat is niet erg: hoe minder je elkaar ziet, hoe langer het duurt voor je elkaar niet meer kunt zien” – Lotti verstaat de kunst om met een doodernstig gezicht grapjes te maken, wat hoogst verwarrend kan zijn). Hoe houdt hij de fysieke werkdruk vol? “Ik probeer veel te slapen, aan sport te doen en op mijn voeding te letten. Veel groenten en fruit, weinig rood vlees, zodat ik op mijn gewicht blijf. En ik drink drie liter water per dag, voor de stem.”

Toch ziet hij er wat bleekjes uit en hoest hij af en toe. Is zijn stem verzekerd? Hij lacht: “Mijn stem niet, de concerten wel. Maar ik heb nog niet dikwijls een optreden moeten afzeggen.”

Blijven optredens boeien of worden ze routine? “Het is nog altijd spannend en ik doe het graag. In de studio werken, iets creëren, is ook geweldig. Alleen promotie maken voor de platen, daar kijk ik tegenop. Dan moet ik een plaat verkopen, én mezelf. Dan ben ik een voyageur en ik ben liever een artiest.” Maar soms is hij ook voyageur voor een goed doel. Voor Unicef bijvoorbeeld. “Ik probeer de mensen duidelijk te maken waar ze bij Unicef mee bezig zijn. En af en toe probeer ik een concert te organiseren waarvan de opbrengst naar Unicef gaat. Het was ook de bedoeling dat ik twee keer per jaar een reis voor Unicef zou maken, maar dat is nog maar twee keer gelukt. Geen tijd.”

Een trotse vader

Hij is klein begonnen en heeft het ver gebracht. Wat is Helmut Lotti’s grootste trots? Het antwoord verrast: “Toen ik elf jaar was gingen we met de school op sneeuwklas. Ik had nog nooit geskied, maar op de laatste dag won ik de slalom, terwijl er toch veel jongens waren die al jaren skieden. Zo trots ben ik nog nooit geweest. Ik win graag. En ik vind het altijd leuk om, als ik iets niet kan, door te gaan tot ik het wél kan. Ik ben wel een beetje een streberke...”

Is hij dan niet trots op al die platen die hij heeft verkocht? “Daar ben ik heel gelukkig mee, maar het heeft minder met mijn eigen prestatie te maken dan met de smaak van het publiek. Daar kan ik moeilijk fier op zijn, alleen maar dankbaar dat de mensen mijn muziek mooi vinden. Maar ik ben wel fier dat ik het onderste uit de kan gehaald heb. Dat ik geprobeerd heb mijn mogelijkheden optimaal te benutten en dat ik op een serieuze manier met mijn vak bezig ben.” Een korte stilte. “En ik ben ook trots op mijn dochter. Een heel schoon kind en ze kan heel schoon dansen. En ze is sportief. Ik heb haar voor haar verjaardag geld gegeven omdat ze bokshandschoenen wilde kopen. Ze heeft thuis een bokszak hangen, waar ze dan af en toe eens goed op kan slaan. Ik vind dat wel leuk, want mijn vader en grootvader hebben ook gebokst.” Hij lacht: “En als ik niet zoveel schrik had om op mijn gezicht te krijgen, dan zou ik ook boksen.”

Nachtmerries

Vraagt hij zich nooit af waar hij nu zou zijn als hij niet aan die Soundmix Show had meegedaan? “Ik word nog regelmatig badend in het zweet wakker, met nachtmerries dat ik weer gebuisd was voor een examen. Dat komt... ik heb toch wel een redelijk plichtsbesef. En ze hebben mij altijd gezegd dat je een diploma moest halen en zo. Ik heb mijn A2-diploma, maar ik zou bij god niet weten waar ik het gelegd heb. Ik heb het gelukkig nooit nodig gehad. Maar nu, zoveel jaren later, word ik nog altijd wakker met dat gevoel van shit, ik ben gebuisd, wat zal mijn ma zeggen, hoe zal ik aan werk geraken? En als ik dan echt wakker ben, ben ik altijd weer zo blij. Ik heb veel geluk gehad.” n

A Bart Holsters

Ik heb altijd gedacht dat je om geld te verdienen, moest... werkenIk probeer de mensen duidelijk te maken waar ze bij Unicef mee bezig zijn. En af en toe een concert te organiseren voor hen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content