Hulp verlenen... maar daarna?

Hulp verlenen is één ding. Daarna de draad van je leven opnieuw opnemen, is vaak heel wat moeilijker. Hoe pak je deze situaties aan? En waar kun je als hulpverlener zelf hulp krijgen als dat nodig zou zijn? Françoise Legros, psychologe bij de dringende psychosociale interventies van het Rode Kruis, antwoordt.

Waarom kunnen sommige hulpverleners zo moeilijk leven met dergelijke situaties?

Door geconfronteerd te worden met de mogelijke dood van een ander, worden zij ook geconfronteerd met hun eigen mogelijke dood. Het zijn nu eenmaal geen alledaagse situaties en ze laten niemand onberoerd. Net als elke andere levens-ervaring moet de situatie psychologisch verwerkt kunnen worden. En soms blokkeert dit verwerkingsproces.

Waarin uit zich dat?

Meestal herhaalt de persoon de interventie meerdere malen in zijn hoofd, waarbij hij soms enkele details verandert om een antwoord te vinden op vragen zoals En wat was er gebeurd als ik dit of dat anders had gedaan? Was het dan anders afgelopen? Deze fase van het verwerkingsproces vereist veel energie. Vaak gaat deze fase dan ook gepaard met andere reacties, zoals concentratiestoornissen (onsamenhangende ideeën, afwezigheid,...) en slaapproblemen (slapeloosheid, nachtmerries). Hoewel deze reacties normaal zijn na dergelijke gebeurtenissen, mogen ze geen handicap worden.

Reageren we allemaal op dezelfde manier op een situatie?

Uiteraard niet. Twee hulpverleners die dezelfde interventie meemaken, zullen niet dezelfde reacties vertonen nadien. We hebben allemaal een gevoelige snaar, afhankelijk van onze persoonlijke ervaringen uit het verleden. Een bepaalde situatie zal de ene dus onberoerd laten terwijl de andere er heel geëmotioneerd op reageert.

Wat kan helpen?

Praten. Dat vergemakkelijkt de verwerking van de ervaring, vooral wanneer deze erg ingrijpend was.

Met wie kun je hierover praten?

Met mensen uit de directe omgeving en met familieleden, maar ook met mensen die hetzelfde meegemaakt hebben. Dit geldt meer bepaald voor brandweerlui en andere hulpverleners. Dit is zo belangrijk omdat het gemakkelijker is te praten met mensen die precies hetzelfde hebben gevoeld, die het hebben meegemaakt. Beide zijn belangrijk want we vertellen de zaken niet altijd op dezelfde manier aan iedereen. Sommigen durven met hun familie niet praten over hun ervaring uit angst ze met een trauma op te zadelen. Anderen trekken zich terug in een isolement.

En als praten niet volstaat?

Dan moet je hulp zoeken. We raden aan in een eerste fase naar de huisarts te stappen. Dat is een vertrouwenspersoon die de reacties op de ervaring zal afblokken en/of verminderen. Let echter op voor overmatige medicalisering! Deze symptomen hebben immers een betekenis. Ze zeggen ons dat het verwerkingsproces moeilijk verloopt. Een psycholoog kan dit proces deblokkeren en vermijden dat nieuwe symptomen opduiken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content