Hoog boven de Alpen

Het Zwitserse plaatsje Château-d’Oex is een specialist in het verkopen van lucht. Geen gebakken lucht, maar hete. Met een luchtballon over dit betoverende landschap varen, als een speelbal van de wind, is een unieke ervaring.

Château-d’Oex verwierf zijn plaats op de wereldkaart door zijn jaarlijkse ballonweek, eind januari. Dan troept iedereen met naam en faam in de wereld van de ballonvaart hier samen. Het bergdorp ligt namelijk in een opklimmende vallei en dat zorgt voor een bizar microklimaat. In de namiddag blaast de wind in exact tegengestelde richting dan ’s ochtends. Ideaal voor een ballonvaart, wisten ook de Zwitser Bernard Piccard en onze landgenoot Wim Verstraeten toen ze eind jaren negentig twee pogingen ondernamen om met hun Breitling Orbiter de wereld non-stop rond te varen. Jammer genoeg voor Wim Verstraeten werd pas de derde poging de goede, maar toen had Brian Jones zijn plaats ingenomen. De oude brandweerkazerne van Château-d’Oex werd prompt omgekat tot een ballonmuseum.

De mens wikt, de wind beschikt

Het is acht uur ’s ochtends en de bewolking is laag. Dus rijden we verder met ballonvaarder Florent Jobin tot in Rougemont. Daar blijkt de start bij dit weer makkelijker te verlopen en – voor culinair gevoelige Belgen niet onbelangrijk!- in Le Café du Cerf hebben ze de beste fonduekaas uit Le Pays d’Enhaut, de regio tussen Montreux en Gstaad.

De kaas kan Florent Jobin op dit ogenblik maar matig bekoren. Hij spuwt met drie branders het vuur in zijn 2700 kubieke meter grote ballon, waar het al snel tachtig graden warm wordt. We klauteren in de 300 kilo zware mand die langzaam maar zeker van de grond wordt opgetild, inclusief de acht passagiers. Even later, op 2000 meter hoogte – 1000 meter hoger dan onze opstijgplaats -, laten we de dunne wolkenlaag achter ons. Château-d’Oex is een miniatuurdorpje geworden. Het verzinkt in het niets in dit – ook letterlijk – adembenemende panorama.

De Alpen overtreffen alles

Florent Jobin stuurt zijn ballon tot op 3972 meter hoogte. In de verte herkennen we de Eiger en de Mönch, maar ook de Jungfrau, de Matterhorn, de Monte Rosa en de Mont Blanc. Allemaal bergtoppen met naam en faam die hier door het wolkendek priemen. Onze voeten bevriezen bijna maar tegelijk moet een muts ons hoofd tegen de hitte van de vuurbrakende vlammenwerpers beschermen.

“Het leukste aan ballonvaren is dat je niets aan die verrekte ballon te zeggen hebt”, lacht Jobin maar de flikkering in zijn ogen bewijst dat hij het woord verrekte zeker niet letterlijk bedoelt. “De wind wikt en beschikt. Je moet lijdzaam ondergaan waar hij je heenstuurt. De enige speling die je hebt, is het aanpassen van je hoogte. Maar wat er ook gebeurt, vervelen doe je je nooit, zeker niet in Château-d’Oex. Ik heb alle continenten ter wereld vanuit de lucht gezien maar de Alpen overtreffen alles.”

Een speeltje van Moeder Natuur

Met een ballon vlieg je niet maar vaar je, en dat is meer dan een woordenspelletje. Een ballon glijdt statig door warme en wat koudere luchtlagen, laat zich plagend aanstoten door een zuchtend briesje. Een immense strandbal is het, een luxueus speeltje in de handen van Moeder Natuur.

Dalen moet erg snel gaan. Florent Jobin trekt het bovenste luik van zijn ballon open, stopt met stoken en stuurt het gevaarte zo snel mogelijk door de turbulente wolkenzone naar beneden, naar de Rhônevallei waar het meestal rustiger is. Op minder dan een kilometer van het Meer van Genève zet Jobin zijn mand én de passagiers hobbelend en schokkend neer op een bevroren maïsveld. De mand slaat op haar zijde. Het vergt behendigheid om eruit te klimmen maar daar maalt niemand om.

Nagenietend van deze uitzonderlijke ervaring rijden we even later met een busje opnieuw de bergen in. Want één uur vliegen vergt twee uur terugrijden. De sneeuw ligt dik en watterig over de metershoge bomen gestrooid. Dezelfde bomen die er een halfuurtje geleden nog uitzagen als onooglijke miniatuurstruikjes. n

Tekst: Aart De Zitter, foto’s: Jerry De Brie

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content