“Hoe kunnen samenwoners hun financiën regelen?”

“Mijn zoon is gescheiden en woont nu samen met zijn nieuwe vriendin in zijn huis. Hoe kunnen ze het best hun financiën regelen? Wij zouden hen willen aanraden een gemeenschappelijke rekening te openen waar ze maandelijks dezelfde som op storten om de algemene kosten te betalen: huur, voeding, nutsvoorzieningen, verzekeringen, herstellingen,... Als één van hen overlijdt, hebben ze op die manier een bewijs dat de goederen die ze samen hebben aangekocht van hen beiden zijn. Dat lijkt ons belangrijk vermits er kinderen zijn: hij heeft er drie, zij vier.”

Een gemeenschappelijke rekening openen is inderdaad een goed idee voor samenwoners. Belangrijk is ook dat ze vooraf grondig doorpraten welke kosten ze samen dragen en wat ieders aandeel is in de andere kosten. Daarbij moeten ze niet alleen rekening houden met het aantal kinderen maar ook met ieders inkomen, met hun bijdrage in natura in het huishouden (koken, boodschappen, schoonmaken, strijken, wassen, tuinieren, klussen in huis,...) en zo meer.

Ook is het nuttig de belangrijke aankopen die ze samen verrichten te betalen met de gemeenschappelijke rekening én bestelbons en facturen op beide namen te laten opmaken.

Ten slotte kan het praktisch zijn (om problemen te vermijden op het ogenblik dat één van hen zou overlijden) dat ze onderling een lijst opmaken van de waardevolle zaken die ze meegebracht hebben toen ze gingen samenwonen en daarbij vermelden wat van wie is.

“Brengt de liquidatie van een vennootschap mijn pensioen in gevaar?”

“Ik ben nu bediende en ga met pensioen wanneer ik 60 ben. Ik heb een vennootschap onder firma. Ik zou deze VOF willen liquideren wanneer ik met pensioen ben. Ik zal dan een ‘boete’ moeten betalen van 10 % en trek de resterende 90 % cash op, privé. Maar zal die 90 % geen problemen opleveren voor mijn pensioen? Welke wet is hier van toepassing?”

Een liquidatiebonus is geen inkomen uit een ‘bijkomende activiteit’ die u voorafgaand moet aangeven als gepensioneerde, en die binnen de voorgeschreven financiële perken moet blijven.

De wettekst die u zoekt is art. 64 van het K.B. van 21 december houdende het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen van werknemers. Deze tekst spreekt echt over een bijkomende beroepsactiviteit of -bezigheid als gepensioneerde, niet over loutere stopzettingsmeerwaarden.

Deze beroepsactiviteit moet niet alleen beneden de toegelaten inkomensgrenzen blijven, maar ook beantwoorden aan de volgende voorwaarden:

– ofwel uitgeoefend worden als werknemer met een arbeidovereenkomst of een soortgelijk wettelijk of reglementair statuut

– ofwel uitgeoefend worden als zelfstandige of als helper met een onderwerping aan het sociaal verzekeringsstatuut van zelfstandigen voor gevolg.

“Heeft mijn partner recht op een overlevingspensioen?”

“Momenteel woon ik nog samen met mijn nieuwe partner maar we overwegen om te trouwen. Ik heb namelijk gelezen dat mijn partner anders geen overlevingspensioen zou krijgen. Klopt dat? En wat zijn de fiscale gevolgen van een huwelijk? Kunt u mij ook zeggen wat er met de gezinswoning gebeurt als ik eerst zou overlijden? We wonen nu samen in mijn huis.”

Wat de pensioenen betreft, zijn gehuwden helemaal niet gelijkgeschakeld met samenwonenden. Voor de pensioendienst blijven samenwonenden alleenstaanden. Het maakt daarbij geen verschil of u wettelijk samenwoont (als u een verklaring van inwoning hebt afgelegd bij de burgerlijke stand) of feitelijk samenwoont (als u niet zulke verklaring hebt afgelegd). Het grootste gevolg van het verschil tussen samenwoners en gehuwden is dat samenwoners elkaar inderdaad geen recht op een overlevingspensioen kunnen geven.

Op fiscaal vlak lijdt u geen nadeel meer door te huwen. Vanaf inkomstenjaar 2004 is immers de decumul van kracht zodat gehuwden niet langer zwaarder worden belast.

Een groot verschil tussen gehuwden en samenwoners is dat gehuwden van elkaar kunnen erven en daar zelfs recht op hebben. Dat geldt niet voor samenwoners, wettelijk of feitelijk. Zolang het wetsvoorstel dat samenwonenden een beperkt erfrecht toekent niet uitgevoerd is, moeten samenwoners een testament opstellen als ze van elkaar willen erven.

Dat betekent meteen dat samenwoners zonder testament geen recht hebben om in de gezamenlijke woonst te blijven wonen na het overlijden van de partner die er eigenaar van was. De enige manier om dat veilig te stellen zonder een testament te moeten opmaken, is huwen. U kunt natuurlijk steeds een testament opmaken in het voordeel van uw partner, maar u moet rekening houden met het voorbehouden erfdeel van uw enige dochter (de

“Kan mijn ex onderhoudsgeld vragen?”

“Ik ben gescheiden in 1995, na een feitelijke scheiding die 7 jaar had aangesleept. Mijn ex-echtgenoot was toen al 5 jaar opgenomen in een rusthuis. Hij heeft maar een heel klein pensioentje en het OCMW past al bij sinds 1990. Ik ben bang dat hij mij een bijdrage zou kunnen vragen. Is dat mogelijk? En geldt hier ook een verjaringstermijn?”

Uw ex-echtgenoot kan enkel een onderhoudsgeld van u vragen als u ‘schuldig’ bevonden bent aan de echtscheiding. U hebt een echtscheiding aangevraagd na een feitelijke scheiding van 7 jaar (dit kan overigens al na een feitelijke scheiding van 2 jaar). De echtgenoot die de echtscheiding aanvraagt wordt dan vermoed ‘schuldig’ te zijn. Deze echtgenoot kan dit vermoeden echter weerleggen en aantonen dat ook de andere schuld had. U kunt dus het best uw echtscheidingsvonnis nakijken op dit punt. Hebt u het vermoeden weerlegd, dan bent u zeker geen onderhoudsgeld verschuldigd. Hebt u het niet weerlegd, dan kan uw echtgenoot in principe nog een onderhoudsgeld vragen via de vrederechter. Er is geen verjaringstermijn maar aangezien uw echtgenoot al ten laste is van het OCMW sinds 1990 en hij tijdens de echtscheidingsprocedure, die in 1995 is geëindigd, geen onderhoudsgeld gevraagd heeft, lijkt het weinig waarschijnlijk dat hij dat nu wél zou doen.

“Hoe help ik mijn dochter maar houd ik de deurwaarders buiten?”

“Na acht jaar samenwonen gaan mijn dochter en haar vriend uit elkaar. Zoals veel jonge koppels hebben ze een aantal kredieten lopen. Het zal nog een tijdje duren vooraleer alles geregeld is en in die tussentijd heeft mijn dochter het financieel heel moeilijk. Ik zou haar willen helpen door haar tijdelijk opnieuw onderdak te verlenen, maar ik ben bang dat haar schuldeisers ook beslag zullen leggen op mijn goederen. Hoe vermijd ik dat?”

Het burgerlijk wetboek reikt u een oplossing aan, namelijk de ‘bruiklening of commodaat’ (art. 1875- 1891). Dit is een contract waarbij de ene partij aan de andere een zaak afgeeft om daarvan gebruik te maken. De lener is verplicht de zaak terug te geven. Omdat er geen prijs wordt betaald, is het geen huurovereenkomst. Het is ook geen vruchtgebruik want uw dochter mag uw huis niet verhuren. Als uitlener blijft u eigenaar.

Omdat er bij bruiklening sprake is van ‘afgifte’ van de zaak, is het belangrijk dat u de overeenkomst nauwgezet opstelt en duidelijk aanduidt welke plaatsen u aan uw dochter uitleent (bijv. 2 kamers op de eerste verdieping, met gebruik van de gemeenschappelijke delen zoals keuken en badkamer) en welke van uw meubels er zich bevinden. Vermeld erbij dat de bruiklening gratis is. Verder raad ik u aan uw contract een ‘vaste datum’ te geven door het te laten registreren bij het registratiebureau van de plaats waar uw huis gelegen is. Dat kost euro 25 + euro 10 fiscale zegels. Of u laat er een authentieke akte van maken bij de notaris. n

“Erven wij schulden van onze ouders?”

“Mijn ouders zijn 25 jaar geleden failliet gegaan. Nu leven zij in een huis van het OCMW en komen ze rond met hun zelfstandigenpensioen. Ik heb nog twee zussen en niemand van ons weet of al hun schulden vereffend zijn door de verkoop van hun huis en de meubels. Erven wij bij hun overlijden ook hun schulden? En kan mijn zoon ooit moeten opdraaien voor de schulden van zijn grootouders?”

Kinderen of kleinkinderen zijn niet aansprakelijk voor de schulden van hun ouders of grootouders. Op het moment dat uw ouders overlijden, kunt u hun nalatenschap verwerpen door een verklaring af te leggen op de burgerlijke griffie van de rechtbank van eerste aanleg van de plaats van het overlijden. U kunt kiezen tussen een radicale verwerping of een aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving. Op die manier vermijdt u dat u schulden zou moeten aanzuiveren met uw eigen vermogen. Zolang de ouders nog leven kunt u niets doen om u te beveiligen, maar dat is in principe ook niet nodig.

Uw zoon zal de nalatenschap van zijn grootouders niet meer moeten verwerpen. Eens u dat hebt gedaan, kan hij uw plaats als erfgenaam niet innemen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content